Wie wil kinderen nog onderwijzen?
brief van de dag
De topmannen van de twee grootste onderwijsverstrekkers riepen minister Ben Weyts op het matje in het debat over het lerarentekort (DS 7 juni). Het duo stelde zes praktische maatregelen voor. Toch ontbrak er in hun pleidooi wellicht dit: het aanzien van de leerkracht mag robuuster. Hoe krijgen we dat voor elkaar?
Laten we een stapje terug doen: wat is* onderwijs? De actieve voortzetting/aanpassing van de cultuur via kennisoverdracht en opvoeding. Een inwijding in een levensvorm. De leerkracht als cultuurvertegenwoordiger wil kennis bewaren, herscheppen: hij brengt leerlingen tot het punt waarop ze (zich)zelf kunnen onderwijzen, opdat de volgende generatie ook goede leerkrachten heeft, en zo verder. Ieder kind is een leerkracht in wording, iedere les een deel van de transitie. Onderwijs is de cultuur die zich voortplant.
Net als andere jobs is het beroep van leerkracht vooral een middel; maar waar in de commerciële sectoren het materiële doel (winst) meestal nog bij leven wordt bereikt, ligt het doel van het onderwijs in de (verre) toekomst. Het leent zich niet om over te snoeven op feestjes of sociale media.
Dat weinig mensen voor de klas willen staan, is een logisch gegeven in een individualistische samenleving. Vergelijk het met het klimaatprobleem: in beide gevallen weigeren individuen van de ene generatie zich in te zetten voor die van een volgende. We willen allemaal genieten van de natuur, maar niemand wil ervoor zorgen.
We willen allemaal kinderen, maar niemand wil hen onderwijzen.
Wat moeten we doen? Laten we de waarde van het onderwijs benadrukken, aan de eettafel, op televisie, sociale media en vooral ook in het klaslokaal. Alles valt of staat ermee: wie zijn cultuur wil behouden, kan niet zonder, wie haar wil veranderen evenmin. Wie wil zo’n eervolle baan nu niet?