Zwitserland is een eiland
Het is wat gewaagd om Zwitserland een eiland te noemen, maar ik doe het toch. Geen traditioneel eiland in de zin van een stuk land dat omringd is door water, maar wel een eiland van beperkte inflatie dat omringd is door landen waar het inflatiecijfer hoger is. In mei waren de Zwitsers 2,9 procent meer kwijt voor hun uitgaven dan een jaar eerder. Dat is naar Zwitserse begrippen een hoge inflatie, maar menige lidstaat van de eurozone zou een moord doen voor dat cijfer. Als we de buurlanden overlopen, zien we dat Duitsland in mei afklokte op 8,7 procent, Oostenrijk op 8,1 procent, Italië op 7,3 procent en Frankrijk op 5,8 procent.
Dat Zwitsers uiterst efficiënt zijn in alles wat ze doen, is geen geheim. Hun treinen rijden stipt op tijd, hun horloges worden met uiterste precisie in elkaar geschroefd en hun staatsstructuur dempt conflicten tussen de taalgroepen. En nu blijkt dat ze ook veel beter zijn in inflatiebestrijding. Hoe krijgen die Zwitsers dat voor elkaar?
Net als in de eurozone zijn olie en gas ook voor de Zwitsers fors in prijs gestegen. Maar in het totale uitgavenpatroon weegt energie voor de Zwitsers maar half zo zwaar als voor de inwoners van de eurozone. Het grote geheim van de Zwitsers is de elektriciteit. Die was in mei
2,5 procent duurder dan een jaar eerder. In België ging de stroomprijs in die periode met 54 procent omhoog. Meer dan de helft van de Zwitserse stroom wordt opgewekt met stuwmeren. Als die eenmaal gebouwd zijn, stijgen de kosten van de stroomopwekking nauwelijks nog. Een derde van de stroom komt uit kerncentrales, waarvoor min of meer hetzelfde geldt. Slechts 1 procent van de elektriciteit wordt met fossiele brandstoffen opgewekt. Dat scheelt een slok op een borrel.
Maar hoe verwarmen de Zwitsers hun huizen dan? Steeds vaker met warmtepompen, zo blijkt. Bijna een op de vijf huizen is ermee uitgerust. Een minderheid van de woningen heeft een gasketel. Stookolie wordt wel nog veel gebruikt. Dat is dan ook een van de belangrijkste inflatiebronnen.
Helemaal immuun zijn de Zwitsers niet. De inflatie is weliswaar nog beperkt, maar het cijfer gaat stelselmatig omhoog. Door de geringere blootstelling aan fossiele brandstoffen sijpelt de inflatie wel trager door in de rest van de economie. Natuurlijk gaat het voordeel van de hoge inflatie – een wegsmeltende staatsschuld – ook aan hun neus voorbij. Maar waarschijnlijk kunnen ze daarmee leven: hun schuldgraad bedraagt nog geen 40 procent.
Het grote geheim van de Zwitsers is de elektriciteit. Slechts 1 procent wordt met fossiele brandstoffen opgewekt. Dat scheelt een slok op de borrel
In 'De Balans' wordt de economische actualiteit op een eigenzinnige wijze onder de loep genomen.