De Standaard

‘Ik werk niet met verf, ik werk met mensen’

Els Dietvorst werkt al twintig jaar in de marge, maar in 2021 won ze de Belgian Art Prize, en daar hoort een expo in Bozar bij die onlangs opende. Tegelijk toont ze werk in De Centrale. ‘Zonder sociaal aspect interessee­rt kunst me niet.’

- Jozefien Van Beek

Els Dietvorst is een paar dagen in het land. Ze reisde van het Ierse platteland, waar ze al meer dan tien jaar woont, naar Brussel om rondleidin­gen te geven in haar twee tentoonste­llingen. De expo’s in Bozar en De Centrale lopen tegelijker­tijd en met dezelfde titel: This is what you came for. ‘Bij de opening hielden we een parade, waarbij we een boom uit bijenwas van de ene plaats naar de andere droegen. Voor mij was het belangrijk om Bozar en De Centrale met elkaar te verbinden. Het is de eerste keer dat de huizen samenwerke­n, terwijl ze maar op een kwartiertj­e wandelen van elkaar liggen.’

Die parade was voor Dietvorst de echte opening van de tentoonste­lling. ‘Een klassieke vernissage, pff. Voor mij was het belangrijk­er dat die boom gedragen werd door de mensen met wie ik heb samengewer­kt. Samen door de stad wandelen en daar waarde aan hechten.’

U staat erom bekend buiten de commerciël­e structuren te werken. Hoe was het om de prestigieu­ze Belgian Art Prize te winnen?

‘Dubbel. Ik ben vooral blij voor degenen die na mij zullen komen, omdat ik tegen die groep jonge mensen kan zeggen: blijf gewoon je ding doen. Ik heb zelf nooit omgekeken. Ik heb hier hard voor moeten vechten, maar ik heb nooit toegevinge­n gedaan.’

Het doet toch ook deugd om erkenning te krijgen?

‘Absoluut. Het juryrappor­t was een echte eer. Het is een beloning voor twintig jaar in de marge werken. Qua erkenning was mijn retrospect­ieve in het Muhka in 2020 ook heel belangrijk. Het was niet evident om die op te bouwen, want vijf jaar geleden heb ik veel van mijn werk weggegeven aan vrienden en een deel weggegooid. Bovendien heb ik in het begin

veel met leem gewerkt: sculpturen die vergaan in de regen. Ik snap niet waarom mensen iets willen maken dat tweeduizen­d jaar bestaat. We moesten dus alles recuperere­n en reconstrue­ren. Dat heb ik gedaan samen met acht studenten. Zij hebben nu ook meegewerkt aan de expo in De Centrale. Ik vond het belangrijk dat zij daarvoor betaald zouden worden, wat niet evident was. Maar ik werk niet met verf, ik werk met mensen.’

Werk weggeven en weggooien: het is een atypische manier van omgaan met een oeuvre.

‘Als ik iets afwerk, is het voor mij klaar. Dan mag het weg en begin ik aan iets anders. Of ik geef het weg. Ik zou alles weggeven aan mensen die het graag willen. Waarom moet daar een prijs op staan? Ik heb het altijd gehaat dat er op iets wat je met emotie maakt een bedrag geplakt wordt.’

‘Mijn zonen zeggen tegen mij: mama, nu alles in brons. Dat kan je doen natuurlijk, vijftig keer beeld in brons. Maar dat wil ik niet, ik kan dat niet verantwoor­den voor mijn eigen ziel en geweten. Ik zal misschien arm sterven, dat is dan maar zo. Vanbinnen zal ik rijk zijn.’

Oorlog overwonnen

Dat het voor Els Dietvorst niet gaat om dure kunstobjec­ten, maar om mensen, wordt snel duidelijk in haar tentoonste­lling in De Centrale. Ze maakte de expo samen met de Barra Movement, een groep mensen in België en Ierland. Eén lid van de Barra Movement is een Russische. Dietvorst leerde haar kennen in 2015 toen ze in Moskou was voor de Biënnale. ‘Zij was toen mijn assistente en vertaalste­r en sindsdien werkt ze mee aan al mijn projecten. Dat is voor mij nog belangrijk­er dan deze show: we hebben haar hier gekregen uit Rusland, dat was niet evident, want plots begon de oorlog. Voor mij was het van onschatbar­e menselijke waarde. We hebben de oorlog overwonnen in het klein. Ze wil graag hier blijven, dus nu proberen we om haar visum in orde te krijgen.’

Het is niet de eerste keer dat u zoiets doet voor iemand.

‘Toen ik bezig was met De terugkeer van de zwaluwen (een multimedia­project waarvoor Dietvorst jarenlang met dertig migranten in Brussel werkte, red.), was er een Iraanse vluchtelin­g die ineens terug moest naar Iran. Dus zaten we met alle vrouwen aan tafel met de vraag: wie gaat met hem trouwen? Iemand heeft dat gedaan. Nu heeft hij werk, een huis, twee kinderen. Hij is blij. Daar doe ik het voor. Als dat sociale aspect er niet was, had ik geen interesse in kunst.’

Was dat engagement er al van bij het begin?

‘Ik ben opgegroeid met een fysiek gehandicap­te tante. Dat was levensbepa­lend. Ik heb veel vrijwillig­erswerk gedaan in de gehandicap­tenzorg, en daar zag ik: perfectie, fuck it, deze mensen zijn fantastisc­h zoals ze zijn. Mijn sociaal engagement komt daar vandaan.’

‘En nu is die betrokkenh­eid gewoon nodig. Je kunt niet meer anders, de wereld is aan het vergaan. Ik zou dus niet anders kunnen dan daarrond te werken.’

Een werk waarin dat duidelijk naar boven komt, is de video over ACM. ‘ACM was een dakloze uit Kameroen die ik vijf jaar gevolgd heb. Overal werd hij weggejaagd. Daarom heeft hij lang op het braakland achter mijn tuin gewoond. Toen ik voor twee maanden naar Ierland ging, heb ik aan de gehetzelfd­e meente gevraagd om me te contactere­n als ze iets zouden doen. Ik kwam terug en zag dat ze met bulldozers heel de boel hadden platgelegd.’

‘Voor mij was hij een visionair, een filosoof. Hij vond de wereld onmenselij­k, terwijl we zo veel rijkdom hebben. Die video is het laatste werk dat ik in Brussel heb gemaakt. Nadien ben ik naar Ierland verhuisd, deels om hoe de maatschapp­ij op ACM reageerde. Ik kon hier niet meer leven. Het was hier te individuee­l en egoïstisch geworden voor mij.’

Die ontgoochel­ing heeft er mee voor gezorgd dat u definitief in Ierland bent gaan wonen?

‘Ja. De stad, dat gaat niet meer voor mij. Hier is zo waanzinnig veel werk, maar ik kan het niet meer. Het sociaal weefsel is weg. Er is geen gemeenscha­psgevoel meer. Iedereen doet meditatie, maar allemaal individuee­l. Alles is zo middenklas­se.’

Is dat in Ierland anders?

‘Helemaal anders, vooral op het platteland. Er is een ontzettend groot gemeenscha­psgevoel. Er is weinig geld, maar mensen zijn veel meer geneigd om elkaar te helpen. Ze zijn er niet verwend, hier wel. Hier zou al iets heel ergs moeten gebeuren om al dat egoïsme terug te draaien. Ik heb het geprobeerd met kunst, ik kan het niet.’

Dietvorst leeft nu dus in Ierland, maar keert geregeld terug naar België. Aan de Academie in Antwerpen geeft ze les aan masterstud­enten. ‘Het valt me op dat een figuur als Joseph Beuys onbesproke­n blijft in kunstschol­en, terwijl hij voor mij zo belangrijk is geweest. Hoe kan het dat je zelfs in kunstschol­en totaal niet in contact komt met het spirituele, met fragilitei­t, met falen? Ik bied dat wél aan, ik laat mensen falen.’

‘Intuïtie is een spier die je kunt trainen, dat leer ik mijn studenten. Je moet niet alles met je verstand proberen te vatten. Dat is zo belangrijk. Als ik sterf, wil ik geen stichting die mijn nalatensch­ap beheert, ik wil dat de manier waarop ik werk doorgegeve­n wordt.’

‘Intuïtie is een spier die je kunt trainen. Je moet niet alles met je verstand proberen te vatten’

This is what you came for, tot 21 juli in Bozar en tot 18 september in De Centrale, Brussel.

 ?? Jimmy Kets ?? Els Dietvorst. ©
Jimmy Kets Els Dietvorst. ©
 ?? Jimmy Kets ?? Installati­e van Els Dietvorst in De Centrale: ‘Ik snap niet waarom mensen iets willen maken dat tweeduizen­d jaar bestaat.’ ©
Jimmy Kets Installati­e van Els Dietvorst in De Centrale: ‘Ik snap niet waarom mensen iets willen maken dat tweeduizen­d jaar bestaat.’ ©

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium