Loopbaanadvies voor Valerie Van Peel
Wetten zijn als worsten: je wil niet weten hoe ze gemaakt worden. Dat zou Otto von Bismarck anderhalve eeuw geleden gezegd hebben. Over die worsten wil ik discussiëren, maar als het over wetten gaat, voel ik mij als gediplomeerd politicoloog genoopt om de Pruis met de dikke snor tegen te spreken. Wetten zijn afspraken die we maken om maatschappelijke problemen en uitdagingen te regelen. Elke kwestie kan op uiteenlopende manieren afgewikkeld worden. In een parlementaire democratie gaan we daarover in debat, botsen de standpunten, proberen fracties elkaar te overreden en zoeken we een aanpak die de steun krijgt van minstens de helft van de volksvertegenwoordigers. Iedereen heeft zijn gevoeligheden, prioriteiten en belangen en om een meerderheid te fabriceren, wordt er veel gepalaverd, geruzied en finaal ook water bij de wijn gedaan. Wie dat godgeklaagd vindt, moet maar in China, Rusland of Noord-Korea gaan wonen. Daar hebben ze weinig last van politieke mikmak.
Bij ons speelt het besluitvormingsproces zich deels af in wandelgangen en achterkamers, maar weinig zaken blijven lang geheim. Er praat altijd wel iemand de mond voorbij. Wie het wil volgen, ziet gaandeweg hoe een akkoord geboren wordt. Misschien is Villa politica niet altijd de meest beklijvende televisie, maar de spanningsboog staat er toch strakker dan bij De Verhulstjes. Bij Goedele Devroy kan het wekenlang zinderen, met pittige provocaties, vinnige verwijten, markante meningen, brutale beschuldigingen en rake reacties. Maar dan komt de koude douche: als de stemming nadert, valt alles altijd in dezelfde bedding. De regeringspartijen verschansen zich achter hun linie. Voorstellen uit eigen gelid steunen ze, terwijl andere partijen zich beroepshalve tot verzet verplicht voelen. En omgekeerd: wie in de oppositie zit, botst op het front van de meerderheid en krijgt zelden een baken verplaatst. Het systeem zit vast, en dat frustreerde Valerie Van Peel (N-VA) in die mate dat ze er een brief over schreef en besloot om afscheid te nemen van de politieke stiel. Het gaat er elders niet beter aan toe. In nationale of regionale parlementen geldt overal nagenoeg dezelfde modus operandi. De regering deelt de lakens uit en wie volhoudt dat wetten in het parlement gemaakt worden, is naïef of zit aan de roesmiddelen.
Toch is er een plek waar het anders kan, met name in het Europees Parlement. Een stemming over een klimaatwet eindigde vorige week chaotisch. Maandenlang was onderhandeld over een voorstel om de industrie tot extra klimaatinspanningen te verplichten.
Dat zou afgetikt worden, maar eerst werd nog over allerlei amendementen gestemd. Voorstellen die het ambitieniveau verlaagden, haalden een meerderheid. Toen moest over het pakket gestemd worden, dus de regeling met alle amendementen inbegrepen. Dat lukte niet: groene en linkse politici vonden het geheel zo verschraald dat ze het verwierpen, net als extreemrechts, dat zich van ambtswege tegen nagenoeg elk
Europees optreden keert.
Europese politiek heeft de reputatie saai en taai te zijn. Een exposé over Europese besluitvorming had de headliner kunnen zijn op Nerdland, het festival voor zonderlingen. De realiteit is nochtans boeiend. Het Europees Parlement houdt geen regering in het zadel. Er is dus geen vaste coalitie die altijd wint. Als een wetsvoorstel besproken wordt, dan gaan parlementsleden daaraan timmeren. Ze komen met verbeterpunten en proberen daar steun voor te vinden. Eerst kijken ze in de eigen fractie, dan stappen ze naar andere politieke groepen. Soms lukt het, soms niet. Rond het ene amendement wordt een linkse meerderheid gebouwd, het andere krijgt conservatieve steun. De politieke fracties nemen altijd een standpunt in, maar als een lid zich daar niet in herkent, dan stemt het tegen en kan het zijn kiezers recht in de ogen kijken. In de nationale politiek leidt het breken van de partijdiscipline vaak tot een carrièrestop of verbanning. Als het zover is, komen opgewonden journalisten met nieuwsflitsen, terwijl hun bloeddruk akelig stijgt. In de Europese politiek is het dagelijkse kost. Europese Parlementsleden hebben meer vrijheid. Geen twee stemmingen zien er identiek uit.
Vorige week werd zo sterk geknaagd aan de ambities van een klimaatwet dat er bij de eindstemming te weinig parlementsleden waren om haar goed te keuren. De soep was zo verwaterd dat de koks terug naar de keuken moeten om wat straffers te brouwen. Ze zullen naar elkaar moeten luisteren en elk parlementslid met een goed plan, sterke argumenten en enige overtuigingskracht kan een stempel drukken op het resultaat. Dat is parlementaire democratie op haar best. Misschien moet Van Peel maar naar Europa.
Hendrik Vos doceert Europese studies aan de UGent. Zijn column verschijnt tweewekelijks op dinsdag.
In de nationale politiek leidt het breken van de partijdiscipline vaak tot verbanning. In de Europese politiek is het dagelijkse kost