Het waren toch maar anonieme bouwvakkers
Het was puur toeval dat niet een paar honderd kinderen en hun leerkrachten onder de betonvloeren van school De Zuidzin in Antwerpen verpletterd werden, maar drie Portugezen en twee Moldaviërs. Het is cru, maar niet minder waar dat een van de grootste bouwrampen uit de recente geschiedenis beperkt nieuws bleef omdat anonieme buitenlandse werkkrachten omkwamen. De onverschilligheid voor wie de grote bouwwerven draaiende houdt in dit land, is geen randfenomeen, maar de essentie van de ramp. Die gebeurde een jaar geleden. Akelige details raken bekend.
Nergens in Europa werken meer buitenlanders in de bouw dan in België: een op de drie van de 300.000 bouwvakkers. In Nederland of Duitsland is dat 10 procent. De Belgische loonkosten liggen hoog, de eigen vakscholen leveren te weinig werkkrachten af, en in de Belgische bouw kan nog altijd veel. Het blijft mogelijk om de veiligheidsregels te schenden, sans-papiers tewerk te stellen, mensen uit te buiten, want de arbeidsauditoraten vervolgen moeizaam en voor buitenlandse bedrijfsvoerders betekent een faillissement de start van een nieuw bedrijfje. Bij de bouw van De Zuidzin kwamen veel kwalen samen. De hoofdaannemer werkte met 43 onderaannemers en leveranciers, die op hun beurt met tientallen bedrijfjes werkten, zodat een kluwen van honderden bedrijfjes aan de slag was. Zes maanden voor het beton het begaf, hees een studiebureau de rode vlag. Het stelde gebreken vast bij de ondersteuning van de vloerlast. Twee dagen voor de ramp stuurden ze nogmaals een brief. Of de fout die zij opmerkten bepalend was, zal het gerecht uitmaken. In elk geval volstond hun waarschuwing niet om de veiligheid van de arbeiders te verhogen. Veiligheid was geen prioriteit,
getuigen arbeiders. De werf moest vooruitgaan. Op 7 juli zou ze opgeleverd worden.
Het gebouw moest niet zomaar een school worden, maar ‘het chiqueste schoolgebouw’ van Vlaanderen. De
opdrachtgever van dit prestigeproject was de overheid, de bouwheer AG Vespa, het autonome gemeentebedrijf voor stadsprojecten in Antwerpen. De overheid bleek hier geen voorbeeldige bouwheer. Ze bleef graag in het ongewisse van het kluwen. Haar controle schoot tekort. Ze pikte waarschuwingen maandenlang niet op. Het stadsbestuur zal in eigen boezem moeten kijken.
Justitie kan deze bal niet laten vallen. Laat dit tenminste de ramp zijn die de Belgische bouw dwingt om zijn laxisme over buitenlandse bouwvakkers af te schudden.
Een kluwen van honderden bedrijfjes werkte ‘het chiqueste schoolgebouw’ af