In tien jaar 2.000 banen op de schop bij spoorwegen
Het aantal werknemers van de spoorwegen daalt al ruim veertig jaar. Nu moeten er nog eens 2.000 weg. ‘Terwijl we nu al treinen moeten schrappen.’
Bij Infrabel, de Belgische spoorinfrastructuurbeheerder, staat een recordaantal vacatures open. Ook bij de NMBS, waar de afgelopen weken in het treinaanbod werd gesnoeid door een tekort aan treinbegeleiders, wordt koortsachtig gezocht naar personeel. Toch zullen er bij de spoorwegbedrijven de komende tien jaar zo’n 2.000 banen verdwijnen, blijkt uit de nieuwe beheersovereenkomsten, waarover L’Echo woensdag berichtte.
Bij de NMBS zouden daarbij 1.771 banen in het management en ondersteunende diensten worden geschrapt tegen 2032, terwijl er 666 aanwervingen van treinbestuurders en -begeleiders gepland zijn: een nettoverlies van 1.105 banen. ‘Het gaat om een natuurlijke afvloeiing, mensen die vertrekken, worden niet vervangen’, zegt NMBS-woordvoerder Bart Crols.
Dat er minder mensen nodig zijn, komt onder meer door de digitalisering (van de ticketverkoop) en de investeringen in nieuw materieel, dat minder onderhoud zou vergen. ‘Dit is geen kwestie van dienstverlening afbouwen’, aldus Crols. ‘Integendeel, het aanbod zal verder worden uitgebreid waardoor er operationeel juist meer mensen
nodig zijn.’ Over tien jaar moet de NMBS 30 procent meer reizigers kunnen trekken, staat in het ontwerp van de beheersovereenkomst met de regering.
Infrabel wil tegen 2032 met 900 werknemers minder werken dan vandaag, staat in de beheersovereenkomst. Ook hier geldt dat er minder onderhoud nodig zou zijn door investeringen in de infrastructuur.
Piek in jaren 80
Al sinds begin jaren 80, toen het aantal werknemers van de Belgische spoorwegen piekte rond 67.000, is het personeelsbestand consequent afgebouwd. Waar er in 2000 nog altijd zo’n 41.000 voltijdse equivalenten (vte’s) voor de spoorwegen werkten, waren dat er begin 2020 nog zowat 30.000 (bij Infrabel, NMBS en personeelsbeheerder HR Rail samen). Sinds 2013 ging de NMBS alleen al van bijna 22.000 naar 16.738 eind vorig jaar (-30 procent).
Vandaag rijst de vraag in welke mate het personeelsbestand nog verder kan worden afgebouwd, zegt Stefan Stynen, de voorzitter van reizigersorganisatie TreinTramBus. ‘Zeker bij het rijdend personeel en in de werkplaatsen is er vandaag al een tekort. Er kunnen treinen daardoor niet rijden.’
De vakbonden tonen zich alvast kritisch voor de plannen. ‘De directie vraagt opnieuw een grote productiviteitsinspanning van het personeel’, zegt Peter Vanderborght, sectorverantwoordelijke bij ACV Transcom. ‘Maar we ervaren nu al waar dit toe leidt: het schrappen van treinen.’ Voor het personeelsbestand verder wordt ingekrompen, moet het bedrijf maken dat ‘de huidige basistaken kunnen worden uitgevoerd’, aldus Vanderborght. ‘En dat kan alleen als er meer financiële middelen ter beschikking worden gesteld om massaal personeel aan te werven.’
De federale regering finaliseert momenteel samen met Infrabel en NMBS een nieuwe beheersovereenkomst die de koers van de spoorbedrijven voor de volgende tien jaar moet bepalen. De ambities liggen hoog, maar voorlopig is er nog geen akkoord over de overheidssteun die daartegenover staat. NMBS en Infrabel zeggen dat ze de volgende tien jaar 3,4 miljard euro extra nodig zullen hebben.
Dat er minder mensen nodig zijn, komt onder meer door de digitalisering en nieuw materieel, dat minder onderhoud zou vergen
Rond de Europese Centrale Bank (ECB) hing gisteren een parfum de crise. Minder dan een week nadat de bestuurders bijeen waren gekomen, werd een crisisvergadering belegd. Aanleiding: de oplopende rentekloof tussen landen met veel schulden, zoals Italië, en landen met een geringere schuldenberg, zoals Duitsland. ECB-directielid Isabel Schnabel had de avond tevoren al een schot voor de boeg gegeven door te opperen dat er misschien extra maatregelen nodig zijn tegen de breder wordende kloof, en dat de ECB daarbij ‘geen limieten’ zou hanteren. Die uitspraak deed sterk denken aan de fameuze ‘whatever-it-takesspeech’ uit 2012 van toenmalig ECB-voorzitter Mario Draghi, die nu premier van Italië is.
Maar concrete maatregelen bleven uit. Na de vergadering werd alleen aangekondigd dat het nieuwe instrument voorbereid zou worden in de ‘bevoegde comités’. Over de aard van het instrument of de timing van de lancering werden geen details bekendgemaakt.
De ECB zit in een moeilijke spagaat. Om de inflatie te bestrijden, moet de geldpers afgeschakeld worden en de rente omhoog. Maar die twee maatregelen doen de rente in landen als Italië, Griekenland of Spanje veel sterker stijgen dan in Nederland, Duitsland of Oostenrijk. Door het ene probleem – de inflatie – op te lossen, creëert de bank dus een nieuwe moeilijkheid: de ‘fragmentatie’ van de financiële markten. Voor het nieuwe instrument dreigt nu al een moeilijke geboorte: de enige manier om de rentes onder controle te houden, is obligaties opkopen. Maar daar wil de ECB net mee stoppen om de inflatie niet aan te wakkeren.
Nog niet alarmerend
Voorlopig is de situatie nog niet alarmerend. Maar de rente stijgt in Italië wel razendsnel. Deze week brak de tienjaarsrente door de 4 procent, terwijl het een jaar geleden nog minder dan 1 procent was. De kloof met de Duitse rente – de spread – is opgelopen tot 2,2 procentpunt. Ter vergelijking: tijdens de eurocrisis bereikte de Italiaanse rente een peil van 7 procent en de spread liep op tot 5 procentpunt.
Schnabel benadrukte in haar speech ook dat de situatie nu fundamenteel anders is. Veel landen hebben hun schuld geherfinancierd , waardoor de lage rente voor lange tijd is vastgeklikt. Ook is het Europees Herstelfonds in het leven geroepen, dat de Italiaanse en Spaanse begrotingen stut met subsidies en goedkope leningen van de Europese Commissie. De kans dat de situatie op de financiële markten opnieuw uit de hand loopt, is dus kleiner.
Toch wil de ECB niet machteloos toekijken als de rente verder stijgt. De bank benadrukte gisteren dat de herinvesteringen van obligaties die op vervaldag komen, flexibel kunnen worden ingezet. Dat wil zeggen dat als pakweg de Nederlandse of Oostenrijkse overheid een obligatie terugbetaalt die in handen is van de ECB, de opbrengst geherinvesteerd kan worden in Italiaans of Spaans papier. Maar dat mechanisme is in omvang beperkt. Vandaar de nood aan een extra instrument. Volgens de Zwitserse bank UBS worden er dit jaar nog voor 120 miljard euro obligaties terugbetaald, en volgend jaar het dubbele. Tot voor kort besteedde de ECB maandelijks 40 miljard euro. Vorige week al waren analisten verbaasd dat de ECB er blijkbaar vertrouwen in had dat de herinvesteringen zouden volstaan om de rentekloof onder controle te houden.
Op de blaren
‘De zeer ongebruikelijke stap om af te wijken van de normale vergaderkalender, is een bemoedigend signaal dat de ECB de toestand eindelijk ernstig neemt’, klonk het onderkoeld in een nota van het ING-analistenteam. ‘Helaas waren de details mager.’ De bank denkt wel dat de aankondiging op zich voorlopig zal volstaan om de markten te kalmeren. Toch heeft de ECB verwachtingen geschapen die het risico in zich dragen weer teleur te stellen. ‘Het wordt uitkijken naar whatever it takes 2.0’, becommentarieerde een analist van de Zwitserse vermogensbank EFG.
De ECB dreigt ook af te moeten
Om de inflatie te bestrijden, moet de geldpers worden afgeschakeld en de rente omhoog. Maar die maatregelen doen de rente in Italië veel sterker stijgen dan in Duitsland