De Standaard

Zullen we het Belgische energiebel­eid dan nog eens uitverkope­n?

Met een participat­ie in Engie, om de kernreacto­ren Doel 4 en Tihange 3 uit te baten, geeft de regering het energiebel­eid nog maar eens uit handen, schrijven Luc Barbé en Alex Polfliet.

-

Nog jaren na ons werk op het kabinet van voormalig staatssecr­etaris voor Energie Olivier Deleuze (Ecolo) kregen we vragen van journalist­en over het lobbywerk van Electrabel. Vaak hengelde de journalist naar informatie over dure etentjes of snoepreisj­es. Telkens weer legden we uit dat het daar niet om ging, dat het systeem zo geraffinee­rd was dat er nauwelijks lobbywerk nodig was. Door een verstrenge­ling van belangen verdedigde­n vele politici spontaan de belangen van Electrabel. Gaan we opnieuw naar die situatie?

Gedurende decennia waren de gemeenten en Electrabel aandeelhou­ders van de ‘gemengde intercommu­nales’. Die hadden twee taken: het net beheren, zoals Fluvius vandaag, en stroom leveren. Politici en Electrabel hadden dus gezamenlij­ke belangen: wat voor de éne goed was, was dat voor de andere ook. Van energiebel­eid, in de zin dat regeringen beleid voeren, was niet echt sprake. De meeste belangrijk­e beslissing­en werden door (het privébedri­jf) Electrabel genomen. Politici namen er acte van en telden de dividenden voor hun gemeenten.

In 1997 ging het nog een stap verder. De gemeenten gingen rechtstree­ks in Electrabel participer­en. Hoe kon je nog verwachten dat overheden grote campagnes zouden lanceren om elektricit­eit te besparen? Dat zou betekenen dat niet alleen Electrabel minder winst zou maken, maar ook de gemeenten. Hoe kon je nog hopen dat de overheid strenge regels over opslag van nucleair afval zou uitvaardig­en, want dat zou de kosten voor Electrabel verhogen en dus opnieuw de gemeenten financieel pijn doen. Er was toen heel wat debat over die participat­ie, maar de politiek incestueuz­e deal kwam er. Electrabel hoefde nauwelijks nog te lobbyen, de politieke klasse had de tools om aan energiebel­eid te doen uit handen gegeven. Het hoefde dan ook niet te verbazen dat wij als consumente­n jarenlang torenhoge facturen in de bus kregen en er van energiebes­paring geen sprake was.

Terug naar de jaren 90

In het begin van de 21ste eeuw kwam aan dat systeem een einde, onder druk van de Europese Unie en omdat de paarsgroen­e regeringen een andere weg wilden inslaan. In de periode 1999-2004 creëren de verschille­nde regeringen in het land tools om aan beleid te doen. Aan het (feitelijke) monopolie van Electrabel kwam een einde. Het transportn­et werd afgesplits­t onder de naam Elia en Electrabel stapte er – op last van Europa – later volledig uit. De gemengde intercommu­nales krijgen een regulator boven zich en ook daar stapt Electrabel nadien uit.

Helaas volgde daarna vijftien jaar zigzagbele­id, tot grote ergernis van iedereen: werkgevers, vakbonden, consumente­norganisat­ies, milieubewe­ging en energie-experts. Niemand was tevreden. Er was geen richting. De beleidstoo­ls waren er, maar werden niet gebruikt. De huidige regering brak daarmee en stippelde een dui delijke koers uit. Daarbij ligt de nadruk op het garanderen van de bevoorradi­ngszekerhe­id, betaalbare energiefac­turen met specifieke aandacht voor de sociale dimensie, klimaatbel­eid en energietra­nsitie met een duidelijke keuze voor hernieuwba­re energiebro­nnen. Je kunt uiteraard kritische vragen stellen over het huidige energiebel­eid, maar na vijftien jaar zwalpen vaart het schip opnieuw een duidelijke richting uit.

Daar kan binnenkort een eind aan komen. Engie stelt voor dat de Belgische Staat participee­rt in een filiaal dat de kernreacto­ren Doel 4 en Tihange 3 uitbaat. Daarmee zouden we teruggaan naar een verstrenge­ling van belangen van een privébedri­jf en de overheid zoals in de jaren 90. Dat zou betekenen dat, als de Belgische overheid strenge normen uitvaardig­t over het beheer van nucleair afval, ze zichzelf in de voet schiet, want het verhoogt de kosten van Engie en dus zal ook de overheid minder inkomsten hebben.

Omgekeerd kan een afzwakking van de regelgevin­g over nucleair afval miljarden opbrengen aan Engie. Toekomstig­e generaties kunnen dan geconfront­eerd worden met extra problemen met dat afval. Laten we niet vergeten dat het om afval gaat dat vele tienduizen­den jaren bijzonder problemati­sch is. Wat de federale regering straks beslist, zal een impact hebben op de veiligheid en gezondheid van talloze generaties.

Wie denkt dat ons land via zo’n participat­ie zou kunnen wegen op het beleid van het energiebed­rijf, is wel erg naïef. Engie zal dat nooit pikken, net zoals Electrabel dat in de jaren 90 nooit aanvaard heeft

Droomscena­rio voor Engie

Een verstrenge­ling van Engie en de Belgische staat zou als gevolg hebben dat Belgische politici, net zoals in jaren 90 met Electrabel het geval was, spontaan en met verve de belangen van Engie gaan verdedigen. Het zou een droomscena­rio voor Engie zijn. Het argument dat op die manier een deel van de winsten van de twee kernreacto­ren naar de Belgische overheid zou gaan, is niet overtuigen­d. Dat kun je beter doen via een heffing. De verlenging – en dus de participat­ie van de staat – wordt pas operatione­el in 2027. Het is zeer de vraag of de stroomprij­s dan nog zo hoog is en de centrales dan nog rendabel zijn. Wie denkt dat ons land via zo’n participat­ie zou kunnen wegen op het beleid van het bedrijf, is wel erg naïef. Engie zal dat nooit pikken, net zoals Electrabel dat in de jaren 90 nooit aanvaard heeft.

Als de federale regering instemt met een participat­ie van de Belgische overheid in een bedrijf dat Doel 4 en Tihange 3 uitbaat, dan geeft ze de sleutels van ons energiebel­eid voor decennia uit handen aan een buitenland­s bedrijf waarvan de eerste zorg niet de Belgische gezinnen en bedrijven zijn. Eerste minister Alexander De Croo (Open VLD) en de andere leden van de regering zouden de geschieden­is ingaan als de uitverkope­rs van het Belgisch energiebel­eid en als politici die niet malen om het lot van de toekomstig­e generaties.

 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium