In de rechtbank van de waarheid heeft Trump definitief verloren
De bestorming van het Capitool was de laatste stap in een gecoördineerde couppoging. Dat heeft de onderzoekscommissie nu al aangetoond. Trumps plan om een handlanger te benoemen op Justitie, is het nieuwste bewijs.
De week waarin de Amerikanen voor het eerst Donald Trumps stem hóórden eisen dat kiesverantwoordelijke Brad Raffensperger de verkiezingen voor hem moest vervalsen, eindigde donderdag met een andere schokkende onthulling. In de Capitoolcommissie getuigden Jeffrey A. Rosen en Richard Donoghue, Trumps minister en onderminister van Justitie ad interim, hoe hard de president hen onder druk zette om de kiezers en de Grondwet ‘te verraden’.
Trump had een brief laten opstellen om aan de kiesverantwoordelijken in swingstates te sturen, waarin – valselijk – geschreven stond dat er massale aanwijzingen waren van stembusfraude, en dat ze dus de verkozen kiesmannen opzij moesten schuiven en een ‘alternatieve lijst’ (met Republikeinse kiesmannen) moesten aanduiden. Maar Rosen en Donoghue weigerden die brief te ondertekenen. Ze wisten – zoals iedereen in het Witte Huis – dat het gedoe over gestolen verkiezingen volledig verzonnen was. Trump smeekte hen: ‘zeg gewoon dat de verkiezing vervalst is. Dan mag je de rest aan mij en mijn Republikeinse congresmannen overlaten’.
Mr. Nobody
Toen de twee bleven weigeren, dreigde Trump hen te vervangen door ene Jeff Clark, een arrivistische milieurecht-advocaat zonder enige ervaring in strafrecht of procesrecht: Clarks enige capaciteit was dat hij blindelings álles wilde doen wat
Trump hem opdroeg.
Drie dagen vóór 6 januari, de dag waarop het Congres Joe Biden zou bevestigen als nieuwe president, wilde Trump Clark nog minister maken, en meteen zijn leugenachtige brief verspreiden. Het doel: chaos en twijfel creëren, en zo de druk op vicepresident Mike Pence vergroten om
Biden niet als winnaar uit te roepen.
In het Oval Office speelde zich op zondagnamiddag 3 januari een historische scène af. Een hele rist aanwezigen schetst hetzelfde relaas: Trump rakelde nogmaals de absurde complottheorieën op, verweet zijn eigen ministers dat ze die niet geloofden, en dreigde hen te vervangen door Clark. Vervolgens maakten zijn adviseurs gehakt van die man zonder enige kwalificaties, en meldden dat met Clark als minister zijzelf en alle topfiguren in justitie in het hele land zouden opstappen. Trump borg zijn voornemen pas op toen adviseur Steve Engel hem zei: ‘Nu nog zo’n man benoemen tot minister, zou zich vierkant tegen u keren.’
Vijf openbare zittingen zijn er inmiddels geweest, en het scepticisme of die wel zin hadden, is verdwenen. De missie van de onderzoekscommissie was overtuigend aantonen dat de bestorming van het Capitool de culminatie was van een gecoördineerde poging in vele stappen om het resultaat van de presidentsverkiezingen om te buigen. Een politieke coup, dus.
Doodsbedreigingen
Het valt moeilijk te ontkennen dat die missie geslaagd is. Trumps eigen omgeving – ministers, adviseurs, zelfs zijn eigen dochter, onrechtstreeks – getuigden dat de grootscheepse verkiezingsfraude een verzinsel is (en dat Trump dat wist). Partijgenoten getuigden hoe ze onder druk gezet werden hun eed als ambtenaar te breken om Trump aan de macht te houden – en sindsdien moeten leven met doodsbedreigingen. Geluidsopnames bewijzen dat Trump hen zelfs bedreigde. De roep om hem te laten vervolgen, wordt stilaan oorverdovend.
Waar staan we in de rechtbank van de publieke opinie? De rechtse pers negeert de commissie zo veel mogelijk, en kent slechts twee onderwerpen. De enorme inflatie, die volledig op het conto van de zwakke president Biden wordt geschreven, en de overwinningen rond abortus en wapendracht.
Kan Trump ook deze crisis overleven? Dat lijkt steeds onwaarschijnlijker. Zowat driekwart van de Amerikanen zegt de hoorzittingen vrij goed te volgen. Zelfs onder Republikeinse kiezers doet bijna de helft dat.
Doorgaans goed ingelichte media schrijven dat Trump zelf scheldend de zittingen volgt. Hij is woedend op de leiders van de Republikeinse fractie. Die nomineerden, toen de commissie van start ging, enkele leden die zelf verdacht worden: een opgestoken vinger naar Nancy Pelosi, de voorzitster van het Huis van Afgevaardigden. Toen Pelosi die namen weigerde, haakten de Republikeinen af: des te makkelijker konden ze zeggen dat het een heksenjacht was, dachten ze. Maar ze hielden er geen rekening mee dat twee Trumpkritische Republikeinen wél aan boord zouden stappen, en dat de commissie zo’n grondig werk zou verrichten. Trump jammert nu dat niemand hem verdedigt.
Vanaf 12 juli volgen er nog zittingen. Het gedrag van Trump op 6 januari zelf moet nog aangepakt worden, evenals de medeplichtigheid van Republikeinse congresleden. Donderdag noemde de assistente van Trumps stafchef al de namen van zes onder hen, die in Trumps laatste weken vroegen om een algemene presidentiële amnestie. Voor Adam Kinzinger, één van de twee Republikeinen in de onderzoekscommissie, ‘vragen mensen geen amnestie als ze niet weten dat ze iets verkeerds gedaan hebben’.
Doorgaans goed ingelichte media schrijven dat Trump zelf scheldend de zittingen volgt