Ingenieur en design-ambassadeur
Moniek Bucquoye, een van de grootste designkenners van ons land, is vorige week overleden.
Wilde je weten waarom er een Belgische vlag op dweilen stond, wat de blijvende populariteit van de Togosofa verklaart of hoe het Belgische design na de Tweede Wereldoorlog is geëvolueerd, dan kon je altijd bij Moniek Bucquoye terecht. Ze was adviseur en drijvende kracht achter veel designinitiatieven, met een gedegen technologische kennis en een internationaal netwerk. Bucquoye, die al enige tijd tegen kanker vocht, overleed vorige vrijdag in Gent. Ze was 74.
Bucquoye werd geboren in Brugge en studeerde af als ingenieur. In de jaren tachtig schreef ze over design en architectuur voor Knack en Knack Weekend. Ook schreef ze 24 boeken, alleen of met andere auteurs. Van bakeliet tot de architect Vittorio Simoni, van designbureau Enthoven Associates tot Tupperware: Bucquoye kon er iets zinnigs over vertellen, vaak verrassend en altijd gekaderd in een groter begrip van vormgeving.
Polymeertechnoloog
Bucquoye kon bogen op een uitstekende materiaalkennis. ‘Als een van de weinige vrouwelijke polymeertechnologen reisde ik voor de Verenigde Naties de wereld rond’, vertelde ze in De Standaard. ‘Ik gaf les over materialen, maar ik maakte ook parachutesprongen en als alpiniste heb ik zelfs de Torres del Paine in Chili beklommen.’ Met haar echtgenoot Georges Patfoort, een ontwikkelaar van bouwelementen, bedacht ze de Habipat, een wooncel in harde kunststof die in meer dan twintig landen, van Chili tot China, is ingezet om de woningnood op te vangen.
Design Museum Gent
In de jaren tachtig werd Bucquoye directeur van de Biënnale Interieur in Kortrijk. Zo kwam ze in contact met grote ontwerpers als Philippe Starck en Andrea Branzi. Ze was ook een drijvende kracht achter de vzw Design Centrum Vlaanderen, die het Gentse Museum voor Sierkunst liet uitgroeien tot het Design Museum, waar ze als ‘actief adviseur’ optrad.
Acht jaar lang was ze ook de voorzitter van de Commissie Architectuur en Vormgeving van de Vlaamse Gemeenschap. Daar kwamen haar oog voor talent en ruime netwerk goed van pas; ze introduceerde er onder meer Oana Bogdan, oprichter van het architectenbureau Bogdan & Van Broeck.
De passie waarmee ze dat allemaal deed, kreeg een knauw door een agressieve kanker. ‘Ik was graag 80 geworden, maar mijn levenscellen hebben er anders over beslist’, schreef ze in een van haar laatste berichten.