Een foetus heeft geen stem
De propaganda van de prolifebeweging voedt een giftige fantasie die niets te maken heeft met de realiteit van de moeder of het kind, schrijft Sarah Meuleman.
Journalist en auteur, onder meer van de roman Zie mij graag (Lebowkski).
Mijn lichaam, mijn keuze. De legendarische slagzin van feministen is bijna vijftig jaar na dato een holle kreet geworden. In de Verenigde Staten is de emancipatieklok in één keer teruggedraaid naar grootmoeders tijd, toen abortus nog in bloederige badkamers, op onbeholpen operatietafels met vaak pijnlijke en soms levensbedreigende consequenties werd uitgevoerd.
Opzienbarend is dat de stem van de embryo of foetus veel harder en krachtiger klinkt dan de stem van de zwangere vrouw. In een berucht Amerikaans voorlichtingsfilmpje gaven de makers de foetus letterlijk een stem die smeekt om alsjeblieft, please mommy, geboren te mogen worden. Complete waanzin, maar effectief. Door een embryo te laten praten met de hoge, schattige stem van een vierjarig kind, wordt aan de kijker in feite gevraagd of zij bereid is een kleuter te vermoorden. Wat is daarop uw antwoord?
Elk ongeboren kind heeft één doorslaggevende troef in handen: het is ongeboren. Het begeeft zich nog niet in de samenleving. Het heeft nog geen identiteit en kan alles zijn wat wij erop wensen te projecteren: alles wat wij als ongeschonden, goed en puur beschouwen. Een volkomen onschuldig wezen dat we het bestaan niet mogen ontzeggen. Een perfect mensje in de dop.
Welk leven?
In de abortuskwestie draait alles om het ‘recht op leven’. Er wordt fel gedebatteerd over de (vermeende) rechten van de foetus en de vraag vanaf welk stadium een foetus aanspraak kan maken op het bestaan. De nadruk ligt voortdurend op het ‘recht’. Daardoor wordt schaamteloos voorbijgegaan aan de minder filosofische of religieuze, maar juist concretere kwestie die wordt aangedragen door het tweede deel van die zin: leven. Welk leven? We dichten het ongeboren mensje alle kansen toe. De realiteit is anders.
De mogelijkheid dat een ongewenst kind opgroeit tot een evenwichtige, gelukkige volwassene is niet ondenkbaar, maar de kans is vele malen kleiner dan wanneer het kind gewenst is. Op jonge leeftijd krijgt een ongewenst kind vaak voor zijn kiezen dat het een ongelukje was, of erger: een levende herinnering aan een verkrachting die moeder met veel moeite probeert te overleven.
In geen enkel Amerikaans filmpje horen we een foetus met de overslaande stem van een tiener vertellen over knagende zelfmoordgedachten. Of met de brommende, verslagen stem van een man op middelbare leeftijd die geen baan heeft en geen gezonde liefdesrelatie kan onderhouden omdat hij nooit de liefde van zijn moeder heeft gekend.
Laten we het nog iets verder doorvoeren: die kleine embryo of foetus wordt op een dag een jonge vrouw. Een twintiger die verkracht wordt en geen keuze krijgt. Die weer een andere baby moet opvoeden die veel minder kansen heeft en later, als ze zwanger wordt, evenmin een keuze heeft. Als de foetussen een stem hadden, wat zouden ze dan gezegd hebben?
Foetusknuffels
Een foetus is geen gevormde persoonlijkheid. Elke foetus die een baby wordt, zal bij geboorte worden ingebed in een context die van tevoren is bepaald en waar in de realiteit slechts binnen beperkte marges aan kan worden getornd. Het optimisme van de prolifebeweging klinkt misschien bezield en hoopvol, maar is een giftige fantasie.
Op jonge leeftijd krijgt een ongewenst kind vaak voor zijn kiezen dat het een ongelukje was, of erger: een levende herinnering aan een verkrachting
De tendentieuze beeldvorming waar de gemiddelde Amerikaan op dagelijkse basis mee wordt geconfronteerd: foetussen met kleuterstemmetjes en pluizige foetusknuffels (die in Amerika aan schoolkinderen worden uitgedeeld), voeden een fantasie die niets te maken heeft met de realiteit van de moeder of het kind. Het is een schadelijke vorm van naïviteit die zo snel mogelijk benoemd en ontmaskerd moet, omdat zij, ironisch genoeg, voor zowel de moeder als het ongeboren kind moordend kan zijn. De foetus heeft geen stem. Laten we ophouden ervoor te spreken.