Games spelen zoals je tv-reeksen verslindt
Sinds vorige week hebben ook Belgische spelers toegang tot het vernieuwde Playstation Plus. Daarmee benadrukt ook Sony de toenemende populariteit van het game-abonnement.
Het onlineaanbod aan videogames is vandaag zo omvangrijk dat de games vaak gebundeld worden in een abonnement. Wie daarop intekent, kan zijn tanden in een ongelimiteerd en gevarieerd buffet aan titels zetten. Bovendien wordt het banket periodiek aangevuld met nieuwigheden, zodat zelfs de grootste gulzigaard zijn honger steeds gestild ziet.
Drie formules
In de race richting die eerste ‘Netflix voor videogames’ koerste Microsoft al het hardst. Met hun vernieuwde abonnementen, een samenvloeiing van het bestaande Playstation Plus en Playstation Now, schakelt nu ook Sony enkele versnellingen hoger. Het belangrijkste doel van die stroomlijning is om de enorme kloof tussen het aantal gebruikers van de oude diensten – iets minder dan 50 miljoen voor PS Plus en 3 miljoen voor PS Now – te dichten. Anders gezegd: Sony lijkt een deel van de huidige Plus-abonnees richting een upgrade van hun abonnement te willen duwen. Voor wie dat niet ziet zitten, is er de Essential-formule. Daar blijft alles bij het oude, kun je ongestoord online multiplayer spelen en krijg je maandelijks een aantal nieuwe titels om te downloaden.
Met de Extra-formule krijg je daarbovenop een catalogus aan downloadbare PS4- en PS5-games. In tegenstelling tot wat je zou verwachten, was het tot vorige week onduidelijk welke titels daarin zouden zitten, alsof er tot op de laatste seconde nog contracten moesten worden getekend. De aanloop naar de release was, mede door de wereldwijd gefaseerde uitrol, een rommeltje. We begrijpen nog altijd niet goed waarom, want de uiteindelijke selectie mag er absoluut zijn.
Naast een paar eigen grote producties (zoals sciencefictionknaller Returnal, de PS5-versies van samoeraispel Ghost of Tsushima en de post-apocalyptische koerierdienstsimulator Death stranding) vind je er ook recente blockbusters als Assassin’s creed Valhalla en Guardians of the galaxy. Verder een gevarieerd aanbod van onafhankelijke ontwikkelaars met onder andere pareltjes als Outer wilds, Celeste en Dead cells. Kortom: weinig kans dat je niets interessants tegenkomt.
Wie ten slotte hunkert naar nostalgie, krijgt met de Premium-formule toegang tot klassiekers uit de rijke Playstation-geschiedenis. Je kunt de meeste titels ook streamen (en zo op pc spelen) in plaats van alleen te downloaden. Wij waanden ons weer 12 jaar, gingen aan de slag met Ape escape en Syphon filter en constateerden dat we blij zijn dat videogames in 20 jaar flink zijn geëvolueerd. Leuk om je even oud te voelen, maar we zien onszelf geen uren aan een stuk worstelen met die voorhistorische besturing.
Eigen blockbusters (niet) eerst
Sony erkent het toenemende belang van het gameabonnement, maar niet ten koste van alles. Zo hoef je geen blockbusters van de interne studio’s daags na release op de service te verwachten – iets waar Microsoft graag mee uitpakt. Volgens Playstation-baas Jim Ryan is zoiets onhaalbaar zonder aan de uitzonderlijke kwaliteitseisen van de producties te raken. Een gedurfde uitspraak, die de studio’s stevig onder druk zet om enkel nog kritische en commerciële meesterwerken af te leveren. Verwacht wordt dat deze titels na verloop van tijd aan de catalogus worden toegevoegd.
De keuze is wél goed nieuws voor onafhankelijke ontwikkelaars en uitgevers, die vaak een beroep doen op de platformen om hun werk onder de aandacht van spelers te krijgen of een deel van de ontwikkelingskosten te dekken. Waar die vroeger vooral bij Microsoft moesten aankloppen, kunnen ze nu vaker bij Sony terecht. Ook voor makers van oudere, populaire titels kan dat lucratief worden.
Nadeel voor de speler: net als je favoriete tv-reeks die om de zoveel tijd naar een ander streamingplatform verhuist, is het niet ondenkbaar dat dit ook met games het geval zal zijn. Een abonnement is immers maar zo sterk als de titels die het aanbiedt.
Wie hunkert naar nostalgie, krijgt toegang tot klassiekers uit de rijke Playstationgeschiedenis
De coronapandemie leidde bij sommige platenfirma’s tot kostenbesparingen, en Muna was één van de slachtoffers van zo’n operatie. Ondanks het veelbelovende album Saves the world liet RCA het Amerikaanse trio koudweg vallen. Gelukkig pikte het label van Phoebe Bridgers het op, en op de derde, titelloze plaat is de link overduidelijk: de ijle stem van Katie Gavin bevat dezelfde snik als die van haar nieuwe labelbazin.
Dat stuurt songs als ‘Loose garment’ en ‘Handle me’ richting het moderne countrysegment waarin Bridgers actief is. Met extra uptempo synths in ‘Solid’ en ‘Anything but me’ komt Muna dan weer dicht in de buurt van Haim. Maar een eigen smoel zoals op doorbraaksingle ‘Number one fan’ ontbreekt op dit album – van de hitsige Backstreet Boys-pastiche ‘No idea’ zal het alvast niet komen. De electro-dansvloervuller ‘What I want’ spreekt wél voor zich: die bulkt van het verlangen om verloren tijd in te halen, en doet zo op zijn beurt naar meer hunkeren. (ndl)