Als activistische rechters zich verbergen achter neutraliteit
De Amerikaanse opperrechters spelen wel degelijk een rol in een politiek spel. Hun land, dat al verzwakt is door polarisering, kan die extra bron van instabiliteit missen als kiespijn, schrijft Raf Geenens.
Een van de sterkste films van de voorbije jaren, Never rarely sometimes always, vertelt de lotgevallen van een 17-jarig meisje dat ongewenst zwanger is ergens op het Amerikaanse platteland. Zonder steun van haar ouders en tegengewerkt door een plaatselijk zwangerschapscentrum, onderneemt het meisje een hachelijke tocht naar een abortuskliniek in het verre New York. De film toont, scherper dan een theoretische uiteenzetting dat kan, hoe mensonterend het is wanneer een jonge vrouw niet over het eigen lichaam mag beschikken.
Zoals bekend besliste het Supreme Court onlangs dat er in de Amerikaanse grondwet geen recht op abortus kan worden gelezen. Heel wat staten hebben draconische wetten klaarstaan die elke abortus (ook bij verkrachting) verbieden en die het strafbaar maken om in een andere staat een behandeling te ondergaan of daarbij te helpen. De realiteit dreigt dus nog een stuk middeleeuwser te worden dan de fictie.
Interraciale huwelijken
Advocaat Joris Van Cauter verdedigde de beslissing van het Hooggerechtshof: door de discussie over abortus door te schuiven naar de staten, onthield het Hof zich van ‘rechterlijk activisme’ (DS 28 juni). Van Cauter vindt het, terecht, onwenselijk dat rechters de rol van wetgever opnemen. Hij maakt daarbij de vergelijking met het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, dat zich in ethische kwesties terughoudend opstelt en niet in de plaats wil treden van het maatschappelijke debat en het democratische proces in de lidstaten.
Dat is een aantrekkelijk ideaalbeeld, maar het staat ver van de Amerikaanse
werkelijkheid. In de Verenigde Staten hebben de grondwet en het Supreme Courteen centrale plaats in het maatschappelijke debat en in het politieke proces.
Rechtsfilosoof Ronald Dworkin heeft die maatschappelijke rol van het Supreme Court beschreven als een narratief proces. Het Hof ontwikkelt een voortschrijdend verhaal waarin de funderende principes van de grondwet – de vrijheid en de gelijkheid van alle Amerikaanse burgers – steeds verder worden geïnterpreteerd en uitgediept. De opperrechters gaan daarbij niet op een louter neutrale, juridisch-technische manier te werk, maar vellen morele oordelen.
Dat wil niet zeggen dat ze op activistische wijze hun subjectieve overtuigingen volgen. Ze streven wel degelijk naar een objectief juist oordeel. Maar die juistheid is inhoudelijk van aard. En ze wordt niet bereikt door in afzondering de tekst van de grondwet te bestuderen, maar door die te lezen in het licht van voorgaande beslissingen en, vooral, in wisselwerking met de voortschrijdende morele en politieke overtuigingen in de samenleving.
Het was bijvoorbeeld juist om in 1967 te beslissen dat een verbod op interraciale huwelijken ongrondwettig was. Niet omdat dat letterlijk in de Amerikaanse grondwet staat, maar omdat voortschrijdend inzicht duidelijk maakte dat zo’n verbod onverzoenbaar is met de morele eis van gelijkheid die zo belangrijk is in die grondwet.
Van Cauter lijkt te dromen van grondwettelijke rechters die in een heel strikte zin neutraal zijn en zich onthouden van elk moreel oordeel. En hij is ervan overtuigd dat de rechters van het Supreme Court in de abortuskwestie precies dat gedaan hebben. Volgens hem wilden de rechters niet aan politiek doen, maar het abortusdebat ‘teruggeven’ aan het volk. Dat is een bijzonder naïeve lezing van de gebeurtenissen.
Donald Trump en Senaatsfractieleider Mitch McConnell hebben de regels uitgerekt en zelfs gewijzigd om zo veel mogelijk ultraconservatieve rechters te benoemen. En twee van de drie opperrechters die Trump benoemd heeft, hebben tijdens hun aanstelling onder ede bevestigd dat Roe v. Wade als precedent gerespecteerd moet worden. De rechters spelen dus wel degelijk mee in een hypergepolitiseerd spel.
Fouten uit het verleden
Een meer plausibele lezing van de gebeurtenissen is te vinden in het arrest zelf. De voorzitter van het Supreme Court, de gematigde conservatief John G. Roberts Jr., kon zich niet vinden in het standpunt van de meerderheid en voegde een eigen opinie toe. In die opinie stelt hij in omfloerste termen dat zijn mederechters zich nodeloos activistisch opstellen en beschuldigt hij hen er in wezen van dat ze het grondwettelijk recht op abortus willen afschaffen om politieke redenen.
Ook Roe v. Wade was misschien activistisch, maar dat is geen reden om de fouten uit het verleden te herhalen, aldus Roberts. De morele kern van Roe v. Wade is intussen veelvuldig bevestigd (en wordt ook als juist herkend
Het Supreme Court is overgenomen door activistische rechters zonder compromisbereidheid
door een grote meerderheid van Amerikanen). Dat kerninzicht luidt als volgt: als de grondwet burgers het recht geeft om vrij te beslissen over hun lichaam, dan moeten vrouwen de mogelijkheid hebben om ervoor te kiezen een zwangerschap te beëindigen. Kortom, voortschrijdend inzicht heeft aangetoond dat de grondwet een recht op abortus impliceert.
Daaruit volgt niet waar de grens precies moet worden getrokken. De
onenigheid daarover is legitiem en veel Amerikanen vinden dat het te ver gaat om de grens te leggen bij het moment van levensvatbaarheid buiten de baarmoeder (zoals Roe en daaropvolgende beslissingen deden). Dat is net de reden waarom Roberts de wetgever van Mississippi de mogelijkheid wil geven om de grens op vijftien weken te leggen, zonder daaraan de veel grotere conclusie te koppelen dat het abortusrecht niet beschermd is door de Amerikaanse grondwet. Dat zijn mederechters die dramatische stap zetten, is voor Roberts een teken van een gebrek aan judicial restraint.
Het eenzame midden
Roberts geeft blijk van een scherp inzicht in de taakverdeling tussen rechter en politiek. Het basisprincipe (het recht op abortus) wordt bewaakt door het Hooggerechtshof, de concrete uitwerking ervan is politiek. De meerderheidsopinie doet moedwillig veel meer, precies vanuit een al te activistische en politieke houding.
Roberts’ standpunt was ook ingegeven door de belangrijke bekommernis dat de legitimiteit en de geloofwaardigheid van het Supreme Court staat of valt met een respectvolle omgang met precedenten. De plotse koerswending doet vrezen dat het Hof het voortaan minder nauw neemt met de stare decisis-regel (blijf bij de besloten zaken). Sommige rechters dromen er zelfs luidop van om ook allerlei andere ethische zaken te herzien.
Hoewel hij voorzitter is van het Hof, staat Roberts voortaan eenzaam in het midden en is hij machteloos. Het Supreme Court is overgenomen door activistische rechters zonder compromisbereidheid. De Amerikaanse republiek, die al verzwakt is door polarisering en een couppoging, kan zo’n bijkomende bron van instabiliteit missen als kiespijn.