Netwerk van roofkunst houdt Frankrijk in de ban
Al vier jaar lang probeert de Franse politie een ongezien netwerk van roofkunst bloot te leggen. Plunderaars, maar evengoed gerenommeerde galeriehouders, veilinghuizen en internationale musea komen daarbij in het vizier.
bal ging aan het rollen toen een plunderaar op internet een foto zag van Kim Kardashian, die in het Metropolitan Museum of Art poseert naast de gouden sarcofaag van hogepriester Nedjemankh. De man herinnerde zich de sarcofaag die hij had opgegraven en wist vooral dat hij daar nog niet voor was betaald. Hij stuurde een foto van de opgraving naar de procureur in New York, die de sarcofaag meteen in beslag liet nemen. Het museum had de kist twee jaar eerder voor 3,2 miljoen euro gekocht. Maar de exportpapieren waarmee de sarcofaag in 1971 Egypte had verlaten, bleken vals. Het echte verhaal is dat de sarcofaag, in de turbulentie van de Arabische Lente, met nog honderden andere artefacten gestolen werd uit de stad Minya door een internationale bende die ze via Dubai en Duitsland tot in Parijs smokkelde.
Daarop kwam het Franse Office central de lutte contre le trafic des biens culturels (OCBC) in actie. Het spoorde honderden voorwerpen uit politiek instabiele landen op die met valse echtheidsbewijzen vanuit Parijs werden verhandeld.
Onder de meest tot de verbeelding sprekende werken zitten een sarcofaag van de Egyptische prinses Henuttawy (4,5 miljoen euro), een roze granieten grafsteen met hiërogliefen die wellicht van Toetanchamon was (8,5 miljoen) en een buste van Cleopatra (35 miljoen), verkocht aan het Louvre in Abu Dhabi. Allemaal leidden ze naar het befaamde veilinghuis Pierre Bergé et Associés en Christophe Kunicki, een grote naam in de Parijse kunstwereld.
Truc met oude tikmachine
Kunicki was de ster van de Franse archeologie. Na een paar jaar in prestigieuze galerijen, mocht hij zich voor het veilinghuis Pierre Bergé ontfermen over diens nieuwe archeologieafdeling. Antiquiteiten waren in opmars en de stukken haalden vaak recordprijzen. Goed nieuws voor de expert en zijn echtgenoot-kunsthandelaar Richard Semper, die bij een verkoop telkens 10 procent commissie opstreken.
Tijdens een veilingavond kwam Kunicki in contact met Roben Dib. Sinds die ontmoeting leest het verhaal als een filmscenario, met Dib die op een antieke typemachine valse certificaten maakte. Dib werkte als een soort stroman voor de Hamburgse kunsthandelaar Serop Simonian. De familie Simonian was in de jaren 70 en 80 actief in Caïro en heeft zowat 25.000 antieke objecten in haar bezit, waarvan er vele in Europese musea te zien zijn. Via Dib en Simonian mocht Kunicki ook het Met(ropolitan) en het Louvre in Abu Dhabi tot zijn klanten rekenen.
Bij de verkoop aan musea werden cruciale gegevens over de herkomst van de artefacten niet vermeld en werden documenten vervalst
ze Le otto montagne.
Amper een jaar geleden ging de Gouden Palm op datzelfde filmfestival naar Titane, een film die veel te danken had aan zijn gloedvolle fotografie.
Het begon bij Daens
Met name voor chefs fotografie is België een waar exportland geworden, met onder andere Benoît Debie, Nicolas Karakatsanis, Robrecht Heyvaert en Jo Willems. ‘We zijn het in België gewoon om met weinig middelen inventief te werken, en dat scherpt de creativiteit. We zijn niet bang om buiten de lijntjes te kleuren.’
Impens noemt ook onze goede filmscholen, maar zelf maakte hij zijn studie aan het KASK niet af. De filmkriebel kreeg hij van zijn oom Dirk Impens, tot voor kort producent van Van Groeningen. ‘Ik was een tiener toen hij me meenam naar de opnames van Daens. Ik dacht: dat wil ik ook doen!’ Het is pas de laatste vijf jaar dat Impens buiten de grenzen treedt. ‘Je hebt mensen nodig die je een kans willen geven, zoals Ducournau. Maar ik weet ook niet of ik er eerder wel klaar voor was. Ik heb altijd geloofd dat je je vooral in je werk moet bewijzen en dat de erkenning dan vanzelf komt.’