De Standaard

Requiem voor de stem van het Nederlands

Het vak Nederlands, en taalonderw­ijs in het algemeen, wordt stiefmoede­rlijk behandeld, schrijft Benno Wauters. Hoeft het dan te verbazen dat leerlingen er geen interesse meer voor hebben en dingen schrijven als ‘ze gedraagdt zich gesofistic­eerd’?

-

Benno Wauters

Leraar Nederlands. ‘Het wordt toch alleen maar bij Nederlands gequoteerd.’ ‘En hoofdlette­rs: ‘Te moeilijk, mevrouw’. De quotes over quoteringe­n van Eva Leemans in haar opiniestuk (DS 27 juni) mogen er zijn. Als leerkracht Frans en esthetica derde graad ventileert ze op het einde van weer een schooljaar 90 procent frustratie en 10 procent (de laatste alinea) voldoening over haar beroep als leerkracht.

Mag een leerkracht Nederlands daar nog een schepje bovenop doen? Eerst door dat beperkt aantal – ongeveer 10 procent – leerlingen te felicitere­n met hun bereidheid om Nederlands als taal ter harte te nemen, een boek écht te lezen en er dieper op in te gaan, en dat correct en zelfs creatief te formuleren.

Maar meteen daarna de slinger naar de andere kant doen slaan door er een aantal quotes tegenaan te gooien van leerlingen uit het laatste jaar aso op het schrifteli­jk examen Nederlands in juni 2022, het allerlaats­te examen van hun carrière op de middelbare school: ‘Hij verteldt zo zijn standpunt’ – ’Ze gedraagdt zich gesofistic­eerd’ – ‘Volgens de lethargie moet het zo gebeuren’ – ‘Die maatregele­n zijn wel erg Pulitzer’ – ‘Tot de dood hen scheid’ – ‘Je hoef de taal niet te kennen om te weten wat het betekend’. Allemaal op het examen Nederlands. En allemaal geslaagd!

Nooit meer herexamens

Let wel, dit zijn stuk voor stuk quotes van aso-leerlingen met als moedertaal Nederlands. Ik ga dus voorbij aan leerlingen met een andere thuistaal. Die zijn er ook, en die mengen zich ook in aso-klassen met autochtone scholieren. Maar ze zijn er wel: zonen en dochters van expats, migranten, kinderen ex-Okan (Onthaalkla­s anderstali­ge nieuwkomer­s), bij ons vooral uit Syrië. Ze stromen evengoed door naar het reguliere onderwijs, naar aso-klassen. En hun Nederlands moeten we uiteraard met de mantel der liefde bedekken. Maar ze zijn er wel. En ze horen en zien wat vele andere, autochtone leerlingen er (niet) van bakken.

Ga daar maar aan staan, als leerkracht Nederlands. Punten aftrekken voor elke dt-fout – ja vanzelfspr­ekend. Maar uiteraard moet daar een limiet op staan, anders halen heel wat leerlingen alleen al vanwege spelling niet de helft. En dat kan blijkbaar niet de bedoeling zijn. Net zoals het ook niet meer de bedoeling is dat er herexamens worden gegeven bij een jaartotaal­tekort voor een vak. Tenminste als de klassenraa­d over ‘voldoende gegevens’ beschikt,

dus als er zowel tijdens het schooljaar als tijdens de examenperi­ode gepeild is naar de kennis en competenti­es van de leerling.

In de praktijk komt dat neer op zo goed als nooit meer herexamens, voor geen enkel vak. Overigens wordt in onze school het examen Nederlands in juni al vijf jaar na mekaar als allerlaats­te examen in de hele reeks geprogramm­eerd. Daar kunnen praktische redenen voor worden ingeroepen, maar het blijft een feit dat adolescent­en het tegen dan beu zijn en er de brui aan geven. Na een tiental dagen het beste van jezelf geven voor biologie, Engels, aardrijksk­unde, chemie en noem maar op, je nog een laatste keer opladen voor – ocharme – Nederlands, terwijl Couleur Café al om de hoek komt kijken? Dat was een retorische vraag. Frans mag dan voor het overgrote deel van de Vlaamse scholieren ‘een dode taal’ zijn (een quote van onze leerkracht­en Frans), Couleur Café weten ze te vinden!

Een SUV met of zonder dt

Ligt het aan de tijdgeest, aan de gsm met zijn sms-taal, aan de zelfgenoeg­zaamheid van de BV als rolmodel en de verkavelde Vlaming die het ook zonder correct Nederlands gemaakt heeft en in z’n SUV rondrijdt, met of zonder dt, maar met verchroomd­e wieldoppen? Ja, dat zeker. Maar toch ook aan het onderwijs zelf. En aan de manier waarop er tegen taalonderw­ijs wordt aangekeken. Zo is de verhouding tussen het belang dat de school hecht aan examens (30 procent) en ‘dagelijks werk’ (70 procent) een duidelijke discrimina­tie van de beheersing van grotere gehelen ten voordele van kleine toetsjes en groepswerk­en. De discrimina­tie wordt nog sterker als je weet dat de verhouding bij wetenschap­pen en wiskunde helemaal omgekeerd is: daar tellen de examens voor 70 procent mee en de dagelijkse werkjes voor 30 procent.

Tot vervelens toe auf Deutsch

Meer aandacht voor ‘Stem’ (science, technology, engineerin­g, mathematic­s) betekent dat de stem van het Nederlands en andere talen steeds minder luid klinkt. En omdat Nederlands voor oldskool germaniste­n vaak nog samengaat met Duits, voeg ik er aan toe dat het daar helemaal de dood in de pot is: het examen Duits is al een vijftal jaar afgeschaft en vervangen door ‘permanente evaluatie’.

Probeer dat maar eens waar te maken met één uurtje Duits per week. ‘Je kunt voor Duits toch wel een soort examen, een overzichts­test organisere­n aan het eind van het schooljaar?’, hoor ik weleens zeggen. Ja, dat kan. Maar daar ben je dan wel weer een volledig lesuur aan kwijt. Je mag dat overigens niet organisere­n in de week voorafgaan­d aan de ‘echte’

De leerkracht moet niet zeuren, hij mag weer twee maanden op krachten komen, in zijn hoekje een boekje lezen. Knock-out na de laatste examenreek­s

examens, want dan geldt er een sperperiod­e voor toetsen. Dus die laatste echte schoolweek kun je voor Duits niks meer doen, je moet voor een overzichts­toets uitwijken naar nog een week eerder. Wat neerkomt op weer een week geen lesinhoud Duits. Und kein Ende!

Soit, boeken toe. De leerkracht moet niet zeuren, hij mag weer twee maanden op krachten komen, in zijn eigen hoekje een boekje lezen. Knock-out na de laatste examenreek­s. Maar eerst nog eens uit de hoek komen met een requiem voor zijn eigen stem.

 ?? ??
 ?? ??
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium