Hartafwijkingen één jaar na covid: wetenschap of paniekzaaierij?
kort & bondig
‘30 procent van de gehospitaliseerde coronapatiënten heeft één jaar na acute ziekte een hartafwijking’, staat in een persbericht van UZ Brussel. Die boodschap werd geechood door Marc Van Ranst die tweette dat we onze cardiologie-eenheden zullen moeten uitbreiden. Begin juni stuurde Sciensano dit bericht de wereld in: ‘Zes maanden na coronabesmetting vertoont een derde van bevraagde Belgen nog symptomen.’ Het is een greep uit de wekelijkse stroom alarmerende berichten over de gevolgen van corona, op basis van talloze studies. Wetenschappers of hun instituten pakken vervolgens uit met ongenuanceerde persberichten, vaak op basis van te weinig onderbouwd onderzoek.
Neem nu bovenvermeld onderzoek omtrent de werking van de hartspier één jaar na covid-19 van cardioloog Maria Luiza Luchian dat de voorbije week uitgebreid de media haalde. Er werden 66 corona-patiënten vergeleken met of zonder klachten van kortademigheid. Men vond verschillen tussen de mensen die al dan niet kort van adem waren, maar de hartspierfunctie van de twee groepen week niet af van wat als normaal wordt beschouwd. Waren er dan überhaupt hartproblemen? Er was ook geen controlegroep van patiënten die om andere redenen in het ziekenhuis lagen, meegenomen in het onderzoek. Het punt is: mogelijk zijn die hartproblemen te wijten aan covid, maar net zo goed kunnen ze het gevolg zijn van een ander probleem, zoals een onderliggende aandoening, een opname op intensieve zorg of bepaalde medicatie. Overigens is bekend uit ander degelijk onderzoek mét controlegroep uit 2015 dat elke longontsteking (en niet alleen door covid) een verhoogde kans geeft op hart- en vaatziekten. Toch heeft niemand daarom de term ‘langdurige longontsteking’ gelanceerd.
Als we de bevraging van Sciensano over klachten na covid onder de loep nemen, lezen we dat een derde van de respondenten een half jaar na een doorgemaakte covid-infectie alledaagse klachten zoals hoofdpijn, hoesten of moeheid toeschrijft aan covid. Maar daaruit mogen we niet concluderen dat een derde van de mensen na een covid-infectie problemen ontwikkelt op lange termijn, die vervolgens gemakshalve als long covid worden aangeduid. Huisartsen zien dagelijks patiënten met onverklaarde klachten. Hoofdpijn, chronisch hoesten en vermoeidheid scoren daar altijd hoog. Dat was ook al zo vóór de coronapandemie. Veelal is er geen verklaring, soms vinden we onderliggend een allergie, overwerk, depressie, migraine of * griep. Als er geen verklaring gevonden wordt, zijn veel mensen geneigd zelf verklaringen te zoeken of verbanden te leggen. In het bijzonder als men er expliciet naar vraagt, dat is heel menselijk. Dat wetenschappers dat klakkeloos overnemen en voor waar aannemen, is problematischer.
Huisartsen zien dagelijks meerdere mensen met klachten die passen in de definitie ‘long-covid’, maar gebruiken die diagnose terecht zelden. Dergelijke stempels werken stigmatiserend en maken patiënten ongeruster en zieker, aangewakkerd door de stroom van alarmerende berichten, vaak gebaseerd op zwak wetenschappelijk onderzoek.