Dirk Ramaekers moet FOD Volksgezondheid uit slop halen
NIEUWE VOORZITTER De vorige topman van de FOD Volksgezondheid, Tom Auwers, keert niet terug na meer dan een jaar ziekteverlof.
Dirk Ramaekers, die tijdens de coronacrisis indruk maakte als chef van de Belgische vaccinatiestrategie, wordt alvast tot 31 januari 2023 de nieuwe voorzitter van de FOD Volksgezondheid. Dat wist De Tijd zaterdag te melden. De federale regering had vrijdag al groen licht gegeven op het voorstel van Frank Vandenbroucke (Vooruit) om Ramaekers tot nieuwe topman van de overheidsdienst te benoemen. Eerder was Ramaekers medisch directeur van het Jessa Ziekenhuis in Hasselt.
De vorige topman, Tom Auwers, is al meer dan een jaar met ziekteverlof. Zijn overheidsdienst verkeerde al jaren in woelig water. Aan het begin van de coronacrisis werd hem een gebrek aan daadkracht verweten. Net voor de zomer van 2020 kwam hij zodanig onder vuur te liggen dat hij de leiding van het crisisbeleid moest overdragen aan Christiaan Decoster (69), een gepensioneerde directeur-generaal van de FOD. In juni vorig jaar ging hij in ziekteverlof en sindsdien hield Philippe Mortier, de baas van het departement Dier, Plant en Voeding, een oogje in het zeil. Strikt genomen voer de FOD Volksgezondheid al een jaar zonder echte kapitein aan het roer.
Niet tot in de hemel
Ramaekers moet de overheidsdienst uit het slop halen op een moment dat, zoals hij zelf zegt, ‘de bomen niet meer tot in de hemel groeien’. ‘Ook bij overheidsdiensten zal het met beperktere middelen moeten’, zegt Ramaekers. De grootste uitdagingen? ‘Covid is nog niet voorbij. We verwachten een nieuwe golf eind oktober, begin november. Tegelijkertijd is er de oorlog in Oekraïne en de burgers die we moeten opvangen. Ook op nieuwe infectieziektes, zoals de apenpokken, moeten we een antwoord vinden. Ik hoop nog enkele structurele stappen te zetten inzake crisisbeheer.’ Hij wil ook de zichtbaarheid van het agentschap vergroten.
Droogte én hevige maar lokale ‘popcornbuien’ teisteren
Vlaanderen almaar meer. Nieuwe, strengere regels voor drainage – waterafvoer via pompen, greppels, enzovoort – in en rond natuurgebieden bieden mogelijk een oplossing.
Watisermismetdrainage? Al eeuwenlang worden in Vlaanderen natte, ‘waterzieke’ gronden drooggelegd om ze geschikt te maken voor (vooral) de landbouw. Meer dan de helft van de neerslag – naar schatting liefst 900 miljard liter per jaar – wordt zo meteen afgevoerd naar rivieren, om uiteindelijk in de zee terecht te komen. Dat water sijpelt dus niet in, waardoor de grondwatervoorraden onvoldoende aanvullen. Een bijkomend probleem is dat waterlopen bij felle neerslag te veel water moeten slikken, waardoor ze buiten hun oevers treden en overstromingen kunnen veroorzaken.
Drainage stoot al langer op Europese kritiek, zeker wanneer het gaat om natuurgebieden, waar ‘natte’ natuurgebieden droog komen te liggen en fauna en flora forse schade lijden. Ook is de landbouwsector er zelf het slachtoffer van wanneer het grondwater te laag zakt tijdens langere periodes van droogte.
Buiten natuurgebieden worden gewone drainages vervangen door ‘slimme’ systemen die rekening houden met het (grond-) waterpeil
WatwildeVlaamseregeringdaaraandoen? Behalve de begroting besprak de Vlaamse regering vorige week ook aanpassingen voor een nieuw ‘klimaatadaptatieplan’. Dat bundelt bestaande waterbesparende maatregelen uit onder meer de Blue Deal, maar bevat ook een nieuwe regel die stelt dat drainages voortaan een vergunning nodig hebben. ‘Door water overal in Vlaanderen opnieuw de ruimte en tijd te geven om de grond in te sijpelen, kunnen de grondwatervoorraden weer worden aangevuld’, zegt minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA).
Die vergunningsplicht komt er concreet voor zowel nieuwe als bestaande drainages in gebieden die vallen onder de Europese Habitatrichtlijn en tot 500 meter daarrond. Samen met andere ecologisch waardevolle gebieden zou in totaal 36 procent van Vlaanderen onder een vergunningsplicht vallen. Landbouwers zullen maar een vergunning kunnen krijgen als de drainage de natuurdoelen niet in de weg staat. Voor die doelen is vaak een hoge (grond)waterstand nodig.
WatmetderestvanVlaanderen?
Daar worden gewone drainages vervangen door ‘slimme’ systemen die rekening houden met het waterpeil. Voor poldergebied, waar de beheerders van waterlopen water wegpompen of grondwater draineren ten voordele van de landbouw, komt er een ‘peilbesluit’ dat vastlegt hoe hoog het grondwaterpeil moet blijven. Dat besluit wordt nog getoetst aan de natuur- en milieuregels.
Al op 92 plaatsen heeft Vlaanderen maatregelen genomen om de natuur te versterken. Valleien zouden op termijn ook anders ingericht worden, zodat ze maximaal water kunnen bufferen. Slecht gelegen gebouwen die noodzakelijke inrichtingen verhinderen, wil men kunnen opkopen.
Initiatieven die verharde bodems vervangen door groen of een bodem die water doorlaat, kunnen worden vrijgesteld van de vergunningsplicht. De landbouw wordt voorts aangemoedigd om in te zetten op nieuwe teeltsystemen, bescherming van dieren bij hitte, en biodiversiteit. ‘Met structurele ingrepen kunnen we droogteproblemen en grote schade bij overstromingen in de toekomst voorkomen. De natuur, de landbouw, de industrie en alle Vlamingen varen wel bij deze keuzes’, meent Demir.
Hoewordthetplanonthaald?
Voor landbouwers, die ook al kampen met de stikstofproblematiek, is het dossier erg netelig. Raken ze met hun zware machines even makkelijk door vochtigere bodems? Moeten teelten of technieken anders? Bij de Boerenbond kregen we voorlopig geen reactie.
Milieu-advocate Griet Cnudde, die namens een cliënt fel strijdt tegen de drainage van de polder tussen de Schelde en de Durme, vindt het ‘fantastisch’ dat de Vlaamse overheid de problematiek nu aanpakt. ‘Al jaren zeggen we dat drainage vergunningsplichtig moet zijn conform Europese regels. Met de bestaande regels riskeerde Vlaanderen een strenge veroordeling. Al is het nog afwachten wanneer de nieuwe regels in de praktijk worden gebracht.’
Oppositiepartij Groen vindt Demirs plan niet ambitieus genoeg. Volgens Vlaams Parlementslid Mieke Schauvliege moeten overal strenge, objectieve voorwaarden gekoppeld worden aan drainage, niet alleen in de omgeving van natuurgebieden. Bovendien zouden vergunningen beperkt moeten zijn in tijd, en wordt volgens haar ook niets gezegd over initiatieven om de doelstellingen af te dwingen.