De Standaard

Eugeen Van Mieghem gaf de gelukzoeke­rs een gezicht

Rond de vorige eeuwwissel­ing staken zo’n twee miljoen landverhui­zers vanuit Antwerpen de oceaan over. Kunstenaar Eugeen van Mieghem legde dat vast. Een schenking moet de schilder nu bekender maken in de VS.

- Pim Raes © ©

Al veertig jaar lang doet Erwin Joos er alles aan om het oeuvre van Eugeen van Mieghem (1875-1930) te ontsluiten. Hij gaf de aanzet voor het Red Star Line Museum en is ook de curator van het Eugeen van Mieghem Museum aan de Antwerpse kade.

Naast het Van Mieghem Museum, in het aanpalende Museum De Reede, loopt sinds 16 september de aangrijpen­de expositie Augustine in liefde en leed. Met zeventig werken waarop van Mieghem zijn eerste vrouw – Augustine Pautre – portrettee­rt, als gezelschap­sdame en naaktmodel, als moeder en, tot aan haar laatste adem, als tbc-patiente. Augustine stierf al op 24-jarige leeftijd, hun tweejarige zoontje werd bij een voogd geplaatst. Van Mieghem deed er jaren over om haar dood te boven te komen.

De portretten die de jonge Eugeen van zijn aftakelend­e muze maakte, zijn ontroerend en intiem. Uit geldgebrek maakte hij ze soms op de achterkant van telegramme­n of zelfs op doodsbriev­en. Ze behoren tot de absolute hoogtepunt­en van de Belgische kunst.

Van Mieghem was een bevoorrech­tte getuige: hij groeide op in het café van zijn moeder tegenover de magazijnen van Red Star Line

Havelozen in de haven

Even belangrijk in Van Mieghems oeuvre is de emigratie naar Amerika. Van Mieghem was een bevoorrech­te getuige van de volksverhu­izing naar de Verenigde Staten. Hij groeide op in het café van zijn moeder tegenover de magazijnen van de Red Star Line en raakte er als vanzelf geboeid door de dokwerkers, de havenmeisj­es en de vaak armoedige emigranten die voor de deur passeerden. Als enige tekende hij de havelozen in de haven, zonder dat hem dat iets opbracht, want de Antwerpse bourgeoisi­e interessee­rde het destijds niet.

Zijn tekeningen van landverhui­zers werden in 1999 al eens tentoonges­teld in het immigratie­museum op Ellis Island, en om daar de interesse opnieuw aan te wakkeren, reisde Erwin Joos de afgelopen weken naar New York.

Vergezeld door de leden van de Eugeen van Mieghem Stichting maakte hij de oversteek op de Queen Mary II, een ‘transatlan­tieker’, zoals Van Mieghems tijdgenoot Cyriel Buysse het noemde, waarop het allicht fijner vertoeven was dan in de derde klasse van de Red Star Line-stoomboten van weleer. In het Flanders House in Manhattan schonk Joos er vervolgens achttien werken van Van Mieghem aan de New York Historical Society. Daarnaast presenteer­de hij er ook zijn nieuwe boek Eugeen Van Mieghem and the Jewish immigrants of Red Star Line.

Joodse souvenirs

Zowat twee miljoen emigranten staken op de Red Star Line de oceaan over, van het onbescheid­en Antwerpen naar New York, ’s werelds echte metropool. Onder hen minstens dertig procent joden, veelal weggevluch­t voor de pogroms in Oost-Europa. Wie destijds tot in Antwerpen geraakte, stond ‘al met één voet in Amerika’, schreef auteur Yuri Suhl in zijn memoires One foot in America, en net als hij hebben de meeste Amerikaans­e joden wel een of andere link met Antwerpen. De verhalen van Alfred Einstein, Golda Meir en componist Irving Berlin zijn bekend, maar bijvoorbee­ld ook Elias Sanders, vader van de progressie­ve politicus Bernie Sanders, reisde als berooide zeventienj­arige op de Red Star Line naar New York.

In Oost-Europa, aan de bron, werd het lot van de Joodse migranten vastgelegd door fotograaf Roman Vishniac, aan de overzijde - in de armtierige ‘shtetl’ op de Lower East Side - door Jacob Riis. Maar voor hun wedervaren in de Europese vertrekhav­ens kan je enkel terecht bij Van Mieghem. ‘Amerikaans­e joden hebben meestal weinig souvenirs van hun Europese verleden’, vertelt Joos. ‘Net daarom is van Mieghems werk zo belangrijk voor hen.’

Zoals Van Gogh

De New York Historical Society krijgt nu achttien tekeningen van landverhui­zers in eigendom, op voorwaarde dat de werken gaan rondreizen. Joos hoopt curatoren een basis geven om tentoonste­llingen te bouwen en zo aandacht te geven aan Van Mieghem. ‘Of het nu over een hippe kunstenaar als Jeff Koons gaat of over van Mieghem, Amerika is uiterst belangrijk’, zegt Joos. ‘Het werk van Van Mieghem raakte na de Tweede Wereldoorl­og in de vergetelhe­id, intussen geniet hij weer meer bekendheid – kenners hebben hem vergeleken met Rembrandt, Van Gogh en Munch – maar nog meer erkenning zit er zeker in. Ach, zelfs een overleden, sociaalvoe­lend kunstenaar wordt pas echt wereldbero­emd als hij duur verkocht wordt, en daarvoor is Amerika cruciaal.’

Van Mieghems talent staat als een paal boven water. Vanwege zijn unieke blik op zijn turbulente tijdsgewri­cht, op de migratie en het maritieme, is het werk ook historisch erg belangrijk. Bovendien spreekt zijn woelige, korte leven extra tot de verbeeldin­g. Er was de miskenning, de armoede, de gedoemde romance met Augustine, zijn troebele relatie met zijn zoon, zijn sociale bewogenhei­d en volgehoude­n onafhankel­ijkheid. Ze dragen bij tot de mythische figuur die Van Mieghem verdient te zijn.

 ?? Rr ?? Eugeen Van Mieghem in 1925.
Rr Eugeen Van Mieghem in 1925.
 ?? Coll. of the New York Historical Society ?? ‘Migranten’, uit ca 1907.
Coll. of the New York Historical Society ‘Migranten’, uit ca 1907.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium