Wat doet een choreograaf die terugblikt op 35 jaar werk? Hij laat het geheugen dansen.
Dansrepertoire, het doet me toch altijd wat. De vergankelijkheid van de podiumkunst heeft daar ongetwijfeld mee te maken. Een boek kan je opnieuw vastpakken, een film herbekijken, maar elke opvoering kan de laatste zijn. Een herneming voelt dan ook altijd bijzonder. Choreograaf Wim Vandekeybus denkt nog lang niet aan stoppen, maar zijn debuut What the body doesn’t remember dateert inmiddels uit 1987 en dat jubileum moet gevierd.
Voor de gelegenheid nodigde Vandekeybus een bonte groep dansers uit, 23 in totaal, die zijn carrière mooi samenvatten. Je herkent Lieve Meeussen van de eerste generatie, de blinde danser Saïd Gharbi, hiphopper Yassin Mrabtifi uit Molenbeek, maar op video ook regisseur Tone Brulin (1926-2019) die meedeed in Puur (2005) en Jerry Killick van Forced Entertainment, zeg maar Vandekeybus’ filmmuze.
Voor de trouwe kijker voelt het als thuiskomen, zeker dankzij de muziek van onder anderen Daan, David Byrne en Arno, die altijd de hartslag is geweest van Vandekeybus’ werk
Vandekeybus was nooit voor één gat te vangen en ook Scattered memories is een organische melange van dans, film, theater en fotografie. Een best of is het niet, wel een associatief collagestuk dat met een twist terugblikt op een selectie uit meer dan veertig producties. Zo herken je de beroemde frisking-scène uit What the body doesn’t remember, maar dit keer zijn het de vrouwen die de mannen fouilleren. Ook het testosteronstuk In spite of wishing and wanting, in 1999 gemaakt voor een exclusief mannelijke cast, krijgt nu het gezelschap van een vrouw.
Voor de trouwe kijker voelt het als thuiskomen, zeker dankzij de muziek van onder anderen Daan, David Byrne en Arno, die altijd de hartslag is geweest van Vandekeybus’ werk. Ook de surrealistische filmbeelden uit Monkey sandwich (2011) blijven na al die tijd nog even mysterieus. Met de dans gebeurt iets anders. Door de bewegingen uit hun oorspronkelijke dramaturgie te knippen en in een vrij lange nevenschikking naast elkaar te zetten, wordt hun kwaliteit iets generischer. Dat heeft ook een voordeel: je kan er gewoon van genieten, zonder dat je meer in de bewegingen moet lezen. In het verleden kon Vandekeybus zijn stukken weleens nodeloos omslachtig maken, maar hier hoef je niet op zoek naar een lijn.
Minder geslaagd zijn de cameo’s en de keuze om acteur Tim Bogaerts in te zetten als alter ego die geïnterviewd wordt over zijn ‘baanbrekende werk’, of zich tot het publiek richt om te bezinnen over zijn kunstenaarschap. Hoewel niet gespeend van zelfrelativering en twijfel, plaatst de choreograaf zich daarmee iets te nadrukkelijk voor het werk, maar na 35 jaar kan die kunst best voor zichzelf spreken. ★★★⭐⭐