Is het gevangenisdorp van Haren op de groei gemaakt?
Siska Deknudt hoopt dat de ‘gevangenis van de toekomst’ in Haren ook kansen biedt voor de gedetineerden, hoe lang ze er ook moeten verblijven.
Enkele dagen geleden lieten journalisten en magistraten zich opsluiten in de nieuwe gevangenis van Haren. Ik las in hun verslag dat het gevoel afhankelijk te zijn als onaangenaam werd ervaren. Hier en daar ook een beetje voelbare angst. Wie deelnam aan het experiment, wist dat het maar voor ‘even’ was en altijd te beëindigen door het codewoord ‘terminus’. Op vrijdag 30 september werd de gevangenis officieel geopend. Binnenkort worden de eerste gedetineerden overgebracht en dan begint het echte werk.
De informatie over de gevangenis van Haren lees ik met een mengeling van angst en hoop. Ik zie ontwerpen van een heus gevangenisdorp voor 1.190 gedetineerden. Zal de nieuwe gevangenis van Haren ook een nieuwe kijk op detentie brengen? Bij de langgestrafte mannen met wie ik werk, zie ik een grote nood.
Het blijft me verbazen dat de gedetineerden die de langste tijd in de gevangenis doorbrengen het minste zorg en begeleiding krijgen
Detentieschade
In eerste instantie denk ik aan de mannen die een straf uitzitten voor zedenfeiten met minderjarigen. Sommigen zijn zeer jong, anderen zijn pas op latere leeftijd in de gevangenis terechtgekomen. Sommigen zijn verstandelijk beperkt en anderen hebben een hogere opleiding. Een zeer diverse groep met specifieke noden. Heel wat onder hen komen haast niet uit hun cel. Ze zijn bang. Zelfs op hun cel voelen ze zich niet vrij. Ze durven geen dagboek bijhouden, geen gedachten neerschrijven want bij een celcontrole kan alles gelezen worden. Bij mijn celbezoeken halen sommigen een piepklein blaadje tevoorschijn met wat ze me willen vertellen over de voorbije week.
De introspectie, en het delen ervan met een vertrouwenspersoon, is waardevol en noodzakelijk om tot inzicht en herstel te komen. In de huidige detentiecontext krijgt dit proces weinig kansen. Velen van hen blijven in grote eenzaamheid opgesloten in hun cel tot hun straf ten einde loopt of tot de strafuitvoeringsrechtbank een aanvraag tot gespecialiseerde hulp goedkeurt. Ondertussen is er veel kostbare tijd verloren gegaan. Bij deze groep zie ik heel wat detentieschade. Kan de gevangenis van Haren een beter antwoord geven op de specifieke noden van deze groep gedetineerden?
Machogedrag
Een tweede grote groep mensen in de gevangenissen zijn de jonge drugsdealers. Velen van hen zijn schoolafhakers. Hun laag zelfbeeld wordt gecompenseerd door een goed geoefend machogedrag met veel blufpoker en grote materiële wensen. In de gevangenis zetten sommigen hun handeltje of hun gebruik verder. Het zijn niet toevallig trouwe bezoekers van de dagelijkse wandelingen. Voor de rest van de dag is er veel verveling. Jonge gedetineerden horen niet, uit verveling en met een verslaving, tot de middag in hun bed te liggen. Daar wordt niemand beter van.
Tijdens onze gesprekken mag ik hun machokant af en toe eens doorprikken. Dan komen de emoties en hoor ik heel andere verhalen. Deze verhalen sterken mijn geloof dat het mogelijk is om, tijdens de detentietijd, een constructief programma uit te werken voor deze mannen. Haal ze uit die leegte en uit hun klein zelfbeeld. Zet ze aan het werk en geef ze drugs- en agressiebegeleiding in de gevangenis. Waarom wachten tot ze buiten zijn? Ik zie nu te veel jonge dealers en gebruikers die niets hebben geleerd als ze de gevangenis verlaten. Ze zullen, met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, zeer snel weer in hun oude gewoontes hervallen. Zullen deze jonge gedetineerden het gevangenisdorp Haren met meer toekomstmogelijkheden verlaten?
Vervreemding
Ten slotte kom ik bij de zeer lang- en levenslang gestraften. De meesten hebben zich doorheen de jaren aangepast aan het gevangenisregime. Zij zitten hun tijd uit en wachten tot ze aan de beurt zijn voor hun reclassering. Anderen hebben al enkele mislukte pogingen ondernomen om via de strafuitvoeringsrechtbank onder strikte voorwaarden eerder vrij te komen en hebben deze weg opgegeven. Al dan niet met de nodige frustraties wachten ze op de dag dat ze hun straf tot en met de laatste dag hebben uitgezeten. Velen verblijven in het open regime. Dat wil zeggen dat hun celdeuren twee keer per dag een tijd openstaan en ze elkaar kunnen opzoeken. Meer groei is er niet mogelijk. Hun lange detentietijd is een zeer vlak parcours.
Het blijft me verbazen dat de gedetineerden die de langste tijd in de gevangenis doorbrengen eigenlijk het minste zorg en begeleiding krijgen. Ze leren vooral wachten en zich aanpassen aan een situatie van afhankelijkheid en soms ook willekeur. Ik begeleid deze mannen geregeld bij hun eerste stappen in de buitenwereld. Hun vervreemding van de samenleving is zeer groot, hun draagvlak klein of onbestaand. Kunnen deze gedetineerden in de gevangenis van Haren een groeiparcours afleggen dat hen stapsgewijs weer met de buitenwereld verbindt? En wat gebeurt er met de mensen die echt levenslang in de gevangenis moeten blijven?