Slaafgemaakte
DOCENTE NEDERLANDSE TAALKUNDE
‘Een woord dat in mijn hoofd een klik maakte, is slaafgemaakte. Vier jaar geleden kwam ik het tegen toen ik wat opzocht over de geschiedenis van Suriname. Dat artikel was door een Surinamer geschreven, door een niet-westerse bril, door iemand die zich vermoedelijk meer identificeerde met de slachtoffers dan met de daders.’
‘Want dat is wat het woord slaafgemaakte doet: het neemt het perspectief van het slachtoffer aan. Slaaf daarentegen past in het perspectief van de dader, de eigenaar van die slaaf. Het is een erfenis uit het verleden, van het kolonialisme en de perverse wetten die slavernij toelieten. Vandaag zien we dat als een misdaad. Bij andere misdaden nemen we niet het perspectief van de dader aan. Een extreem voorbeeld, nooit zou je zeggen: “Dat vijfjarige jongetje was de minnaar van die pedoseksueel.”’
‘Als ik ooit slaafgemaakt zou worden, zou ik willen dat men over mij zou spreken met de term slaafgemaakte dan met slavin. Het woord zou weigeren toe te stemmen met het idee dat ik het bezit ben van de dader. Ik probeer slaafgemaakte ook zelf te gebruiken, maar het is oefenen.’ ‘Ik hoop wel dat het woord ingang vindt in ons taalgebruik. Als mensen over zwakkeren in de maatschappij spreken, doen ze dat vaak met een hardheid alsof het hen zelf nooit zou overkomen. Ik probeer te spreken en te leven alsof ik wél ooit een vluchteling of slaafgemaakte zou kunnen zijn. Behandel je naaste zoals je zelf behandeld wilt worden. Ik vind dit geen extreem standpunt. Ik hóóp dat dit geen extreem standpunt is.’