Nieuwe regeling voor werkloze kunstenaars
Binnenkort vervangt het kunstwerkattest het huidige kunstenaarsstatuut. Sinds 1 oktober kunnen erkende artiesten alvast een beroep doen op een hogere minimumuitkering en blijven ze drie jaar verzekerd van inkomsten.
Op initiatief van de federale ministers Frank Vandenbroucke (Sociale Zaken, Vooruit) en Pierre-Yves Dermagne (Werk, PS) werd de werkloosheidsregeling voor kunstenaars na twintig jaar grondig hervormd.
Het principe blijft hetzelfde: kunstwerkers hebben, in tegenstelling tot de meeste andere werklozen, tussen twee jobs door recht op een uitkering die niet daalt met de tijd. De nieuwe regeling houdt echter beter rekening met de onbetaalde maar onmisbare arbeid die kunstenaars achter de schermen verrichten in voorbereiding op een creatie of uitvoering. Concreet betekent dat dat ze niet meer gesanctioneerd kunnen worden als ze een baan in een andere sector weigeren en dat ze geen bewijs meer moeten voorleggen dat ze naar ander werk zoeken. Bovendien wordt het attest opengesteld voor technici en ondersteunende functies.
Op de effectieve invoering van het kunstwerkattest is het nog even wachten. Het digitale aanvraagplatform Working in the Arts moet ten laatste in januari 2024 operationeel zijn, net zoals de nieuwe Kunstwerkcommissie, die zal oordelen of iemand al dan niet erkend wordt als kunstenaar en recht heeft op een uitkering of andere fiscale voordelen.
Minimumuitkering
Per 1 oktober werden wel al de minimumbedragen stevig opgetrokken. Zo zal het geïndexeerde dagbedrag van een kunstwerkuitkering nooit lager zijn dan 62,87 euro voor werknemers met een gezinslast en 55,40 euro voor andere werknemers. In totaal maakt de federale overheid daarvoor 75 miljoen euro vrij.
Kunstenaars met een huidig kunstenaarsstatuut hebben daar automatisch recht op. Andere kunstenaars komen in aanmerking indien ze kunnen aantonen dat ze de voorbije 24 maanden 156 dagen in loondienst hebben gewerkt, waarvan 104 in een artistieke of technische functie. Ter vergelijking: vroeger ging het om minstens 468 dagen op 33 maanden voor personen tussen 36 en 49 jaar.
De instroom wordt dus vergemakkelijkt, maar dat geldt ook voor de uitstroom. Hoewel kunstenaars nu pas om de drie jaar in plaats van elk jaar hun uitkering opnieuw moeten aanvragen, is daarvoor een equivalent van 78 gewerkte dagen nodig in plaats van drie prestaties vroeger.
Kunstenaars en technici kunnen niet meer bestraft worden als ze een baan in een andere sector weigeren