De coach is de vedette
Met een maandsalaris van
3,33 miljoen euro is Diego Simeone de best betaalde voetbaltrainer van de wereld. Wat maakt de 52-jarige coach van Atlético Madrid, vanavond te gast in het Jan Breydel-stadion van Club Brugge, zo uniek?
Elk jaar in maart publiceert de Franse sportkrant L’Equipe de salarissen van de best betaalde voetballers en trainers ter wereld. Dat Lionel Messi de best betaalde voetballer is, verbaast geen enkele waarnemer. Verrassender is de trainer die bovenaan de ranglijst staat. Diego Pablo Simeone vangt volgens L’Equipe een maandloon van 3,33 miljoen euro. De trainer van Atlético Madrid is daarmee drie keer beter betaald dan Carlo Ancelotti, de trainer van Real Madrid (910.000 euro per maand), en verdient evenveel als Pep Guardiola, de trainer van Manchester City, en Jürgen Klopp, de trainer van Liverpool, sámen. Guardiola krijgt 1,89 miljoen euro per maand, Klopp net als Tottenham-collega Antonio Conte - 1,49 miljoen euro.
Dat Simeone de best betaalde coach is, heeft meerdere oorzaken. Ten eerste is de 52-jarige Argentijn van alle toptrainers de langst dienende. Hij trad elf jaar geleden in functie bij een team dat sportief was weggezakt en de ambitie koesterde opnieuw te wedijveren met de top in Spanje. Al in zijn eerste seizoen deed Simeone beter dan dat. Hij won de Europa League en versloeg in de Europese Supercup Champions League-winnaar Chelsea met 4-1. Het seizoen erop klopte hij Real Madrid in de finale van de Copa del Rey. De gewezen middenvelder maakte meteen zijn naam als prijzenpakker.
Ook financieel trad Atlético dankzij de inspanningen van Simeone een nieuwe dimensie in. Door het succes kon het steraanvaller Radamel Falcao voor een bedrag van 60 miljoen euro verkopen
Meer dan Barcelona ooit afhankelijk was van Lionel Messi, is Atlético Madrid afhankelijk geworden van Diego Simeone
aan AS Monaco. Ondanks het vertrek slaagde Simeone erin Atlético in zijn derde seizoen tot kampioen te maken.
Beste spelers weg
Gelijk welke trainer zou na een kampioenenjaar sportieve garanties hebben geëist, maar Simeone stemde toe met het financiële beleid van de club. Atlético bouwde een nieuw stadion in het noordoosten van de stad. Het geld van de transfers werd grotendeels in stenen geïnvesteerd. En in het loon van de trainer, die de ondankbare taak had jaar na jaar competitief te zijn met een groep waar de beste spelers werden verkocht. Falcao’s opvolger Diego Costa vertrok voor 38 miljoen euro naar Chelsea, diens opvolger Jackson Martinez voor 42 miljoen naar China.
Door zijn successen in Spanje en Europa – twee keer bereikte hij de finale van de Champions League - had Simeone elk jaar een lucratieve aanbieding op zak. In ruil voor klinkende munt besliste Simeone Atlético trouw te blijven. Met zijn op defensief voetbal geschoeide leest besefte hij dat zijn visie nergens zo goed tot haar recht kwam als bij Los Colchoneros de ‘matrassenmakers’.
Defensieve discipline
– letterlijk
Meer dan Barcelona ooit afhankelijk was van Lionel Messi, is Atlético Madrid afhankelijk geworden van Diego Simeone. In zijn elf jaar bij de club doordrenkte hij de club met zijn voetbalopvattingen. Toen Club Brugge in 2018 op Atlético speelde, was huidig T1 Carl Hoefkens assistent van beloftentrainer Rik De Mil. De jongeren van Club
Brugge speelden in de Youth League op Atlético. ‘Ik herinner me hoe hun jeugdploeg helemaal volgens de principes van de A-ploeg speelde’, zegt Carl Hoefkens. ‘Dat vond ik indrukwekkend. Diego Simeone staat voor een voetbalopvatting die niet de mijne is. Maar je ziet zijn filosofie terug bij alle teams van de club. Dat is zonder meer sterk.’
Ook uitgesproken creatieve spelers als de Fransman Antoine Griezmann, de Portugees João
Félix en de Belg Yannick Carrasco respecteren de defensieve discipline van Simeone. De Argentijn heeft geen vast spelsysteem en past zich te allen tijde aan de tegenstander aan. Zelfs tegen Club Brugge probeert Atlético in de rol van underdog te kruipen. Bij aankomst in Brugge zwaaide Simeone rijkelijk met het wierookvat over Club Brugge. Zijn kapitein Koke voegde eraan toe dat de leidersplaats van de Belgische kampioen in de Champions League ‘geen toeval’