Kinderen zijn geen cijfers op een wachtlijst
ONDERWIJS Twee leerkrachten uit het buitengewoon onderwijs vertellen hoe het inhumane systeem hun leerlingen platwalst.
In onze basisschool voor buitengewoon onderwijs krijgen kinderen opnieuw alle kansen, zowel op het sociale, het emotionele als het schoolse vlak. De bedoeling is dat de kinderen in die veilige leefomgeving na verloop van tijd zelfstandig worden, een andere manier vinden om met hun omgeving om te gaan en zich op het schoolse vlak ten volle te kunnen ontplooien.
In 2018 kwam M. naar onze school, hij startte in de kleutergroep. De lippen stijf op elkaar geperst, de blik naar de grond gericht, helemaal in zichzelf gekeerd. In de veilige haven van onze school ontdooide M. Heel langzaam. Het kostte M. jaren om wat vertrouwen te krijgen in mensen. Het lukte dankzij juffen die hem met veel geduld op zijn gemak stelden en hem begrepen, ondanks een taalproblematiek. Dat is wat in onze school vooropstaat: kinderen begrijpen. Door een ‘leegte’ in taal te vullen met geduld, met een warme uitnodiging in plaats van door haastige suggestie. Omringd door vertrouwde volwassenen, in de vertrouwde omgeving van onze school, in een vertrouwd dagritme, slaagde M. er uiteindelijk in om zijn trauma te delen. Hij vond de woorden die hij nodig had om zichzelf te redden uit wat hem thuis verteerde.
De sprong in de leegte
De gangen van de school kenden M’s trend op een maandagochtend, de dagstructuur zat in zijn vingertoppen, uit de kleine grapjes met zijn klasjuf bleek zijn ontluikende enthousiasme. Hij kende de school, de school kende hem. En precies dat had hij nodig om de sprong in de leegte te wagen.
Na verloop van tijd is M. gesprongen. De school ving hem op. Met zijn godsdienstleerkracht deelde hij het verhaal van misbruik binnen het gezin waarin hij opgroeide. M. werd met onmiddellijke ingang uit het gezin weggehaald. Een onhandige juridische strijd begon, waarbij men M. onbehouwen door de vingers liet glippen. Het lompe systeem was aan zet, de school moest lijdzaam volgen. Vanwege de ernst van de situatie werd ons aangeraden M. niet naar huis te sturen. Maar er waren geen opvangbedden, gevolg van het falende zorgsysteem. Met al onze liefde waarborgden we M. de veiligheid waarop hij had gehoopt en lieten we hem een aantal nachten bij zijn juf en de schoolpsycholoog verblijven. Ook in de woelige wateren van gerechtelijke procedures willen we een veilige haven zijn, een plek waar je mág zijn.
M. werd zonder onze inspraak doorverwezen naar twee andere opvangplekken, alvorens hij een plek met meer standvastigheid kreeg toegewezen. Maar hij werd een ontheemd kind, doordat het systeem hem geen houvast bood.
M. had, net als ieder kind en bij uitbreiding iedere mens, nood aan een plek om thuis te komen. Dat werd hem ontnomen na de schooluren. Hij klampte zich vast aan de dagstructuur die we bieden, leerstof, kleine successen, de gesprekjes met de volwassenen die hij kende. Daar klaarde zijn gezicht van op.
Maar door een grove fout van het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) werd M. overgeplaatst naar een andere school. Einde zaak. Het verdict van het CLB was onomkeerbaar en M. gleed ook tussen onze vingers door. Het was niet de eerste keer dat het beleid, het CLB en de scholen niet samenwerken maar langs elkaar heen opereren, zich niet bekommeren om wat het kind nodig heeft, maar louter om de plaatsen die wel of niet beschikbaar zijn.
Boven onze hoofden
Wij verzuipen niet onder de druk van leerlingen die een beroep doen op onze liefde, omdat ze er thuis geen krijgen. We verzuipen niet onder de papierdruk. Wij verzuipen onder het anonieme systeem, dat boven onze hoofden beslissingen neemt. Dat gebeurt door medewerkers van wie we de namen niet eens kennen, die we niet kunnen opbellen om te zeggen dat het ondraaglijk is. Het is ondraaglijk dat er voor een kind geen slaapplek te vinden is als het eindelijk durft op te biechten dat het dagelijks vernederd wordt en zich elke dag afvraagt of het die nacht weer misbruikt zal worden. Het is ondraaglijk dat kinderen moeten verhuizen van de ene voorziening naar de andere, dat wij daar amper over worden ingelicht en dat onze mening niet naar waarde wordt geschat, terwijl wij zes jaar lang met M. werkten, het gezin beluisterden, de angsten zagen en signaleerden.
Kinderen worden cijfers, worden een nummer op een eindeloze wachtlijst. Cijfers liegen niet, zo wordt gezegd, Maar cijfers zeggen niet waar die kinderen zich echt thuis voelen.
En dan vraagt men zich af waarom sommige leerkrachten beslissen om uit het onderwijs te stappen.
Het is ondraaglijk dat kinderen moeten verhuizen van de ene voorziening naar de andere, en dat wij daar amper over worden ingelicht