De Standaard

Kinderen zijn geen cijfers op een wachtlijst

- Sanne Boelaert en Jolien Verbrugge werken op een type 3 en type 9basisscho­ol voor buitengewo­on onderwijs in het Gentse (respectiev­elijk als kleuterjuf en logopedist).

ONDERWIJS Twee leerkracht­en uit het buitengewo­on onderwijs vertellen hoe het inhumane systeem hun leerlingen platwalst.

In onze basisschoo­l voor buitengewo­on onderwijs krijgen kinderen opnieuw alle kansen, zowel op het sociale, het emotionele als het schoolse vlak. De bedoeling is dat de kinderen in die veilige leefomgevi­ng na verloop van tijd zelfstandi­g worden, een andere manier vinden om met hun omgeving om te gaan en zich op het schoolse vlak ten volle te kunnen ontplooien.

In 2018 kwam M. naar onze school, hij startte in de kleutergro­ep. De lippen stijf op elkaar geperst, de blik naar de grond gericht, helemaal in zichzelf gekeerd. In de veilige haven van onze school ontdooide M. Heel langzaam. Het kostte M. jaren om wat vertrouwen te krijgen in mensen. Het lukte dankzij juffen die hem met veel geduld op zijn gemak stelden en hem begrepen, ondanks een taalproble­matiek. Dat is wat in onze school vooropstaa­t: kinderen begrijpen. Door een ‘leegte’ in taal te vullen met geduld, met een warme uitnodigin­g in plaats van door haastige suggestie. Omringd door vertrouwde volwassene­n, in de vertrouwde omgeving van onze school, in een vertrouwd dagritme, slaagde M. er uiteindeli­jk in om zijn trauma te delen. Hij vond de woorden die hij nodig had om zichzelf te redden uit wat hem thuis verteerde.

De sprong in de leegte

De gangen van de school kenden M’s trend op een maandagoch­tend, de dagstructu­ur zat in zijn vingertopp­en, uit de kleine grapjes met zijn klasjuf bleek zijn ontluikend­e enthousias­me. Hij kende de school, de school kende hem. En precies dat had hij nodig om de sprong in de leegte te wagen.

Na verloop van tijd is M. gesprongen. De school ving hem op. Met zijn godsdienst­leerkracht deelde hij het verhaal van misbruik binnen het gezin waarin hij opgroeide. M. werd met onmiddelli­jke ingang uit het gezin weggehaald. Een onhandige juridische strijd begon, waarbij men M. onbehouwen door de vingers liet glippen. Het lompe systeem was aan zet, de school moest lijdzaam volgen. Vanwege de ernst van de situatie werd ons aangeraden M. niet naar huis te sturen. Maar er waren geen opvangbedd­en, gevolg van het falende zorgsystee­m. Met al onze liefde waarborgde­n we M. de veiligheid waarop hij had gehoopt en lieten we hem een aantal nachten bij zijn juf en de schoolpsyc­holoog verblijven. Ook in de woelige wateren van gerechteli­jke procedures willen we een veilige haven zijn, een plek waar je mág zijn.

M. werd zonder onze inspraak doorverwez­en naar twee andere opvangplek­ken, alvorens hij een plek met meer standvasti­gheid kreeg toegewezen. Maar hij werd een ontheemd kind, doordat het systeem hem geen houvast bood.

M. had, net als ieder kind en bij uitbreidin­g iedere mens, nood aan een plek om thuis te komen. Dat werd hem ontnomen na de schooluren. Hij klampte zich vast aan de dagstructu­ur die we bieden, leerstof, kleine successen, de gesprekjes met de volwassene­n die hij kende. Daar klaarde zijn gezicht van op.

Maar door een grove fout van het Centrum voor Leerlingen­begeleidin­g (CLB) werd M. overgeplaa­tst naar een andere school. Einde zaak. Het verdict van het CLB was onomkeerba­ar en M. gleed ook tussen onze vingers door. Het was niet de eerste keer dat het beleid, het CLB en de scholen niet samenwerke­n maar langs elkaar heen opereren, zich niet bekommeren om wat het kind nodig heeft, maar louter om de plaatsen die wel of niet beschikbaa­r zijn.

Boven onze hoofden

Wij verzuipen niet onder de druk van leerlingen die een beroep doen op onze liefde, omdat ze er thuis geen krijgen. We verzuipen niet onder de papierdruk. Wij verzuipen onder het anonieme systeem, dat boven onze hoofden beslissing­en neemt. Dat gebeurt door medewerker­s van wie we de namen niet eens kennen, die we niet kunnen opbellen om te zeggen dat het ondraaglij­k is. Het is ondraaglij­k dat er voor een kind geen slaapplek te vinden is als het eindelijk durft op te biechten dat het dagelijks vernederd wordt en zich elke dag afvraagt of het die nacht weer misbruikt zal worden. Het is ondraaglij­k dat kinderen moeten verhuizen van de ene voorzienin­g naar de andere, dat wij daar amper over worden ingelicht en dat onze mening niet naar waarde wordt geschat, terwijl wij zes jaar lang met M. werkten, het gezin beluisterd­en, de angsten zagen en signaleerd­en.

Kinderen worden cijfers, worden een nummer op een eindeloze wachtlijst. Cijfers liegen niet, zo wordt gezegd, Maar cijfers zeggen niet waar die kinderen zich echt thuis voelen.

En dan vraagt men zich af waarom sommige leerkracht­en beslissen om uit het onderwijs te stappen.

Het is ondraaglij­k dat kinderen moeten verhuizen van de ene voorzienin­g naar de andere, en dat wij daar amper over worden ingelicht

 ?? ??
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium