De Standaard

Italiaanse laars zet hak in het zand

- Hendrik Vos Hendrik Vos doceert Europese studies aan de UGent. Zijn column verschijnt tweewekeli­jks op dinsdag.

De belangrijk­ste politieke bijdrage kwam de voorbije week van een wielrenner buiten dienst. Eddy Merckx zat maandag in De afspraak om Remco Evenepoel te bejubelen. Dat onderwerp dreigde te verdrinken in het nieuws van de dag, met name de septemberv­erklaring van de Vlaamse regering die in de soep was gedraaid. Het akkefietje vroeg om een uitgebreid­e analyse en omdat het wielermonu­ment intussen dreigde in te dommelen, betrok presentato­r Bart Schols hem bij het gesprek. Wat vond hij eigenlijk van die politieke tragedie? Harkerig mompelde Merckx dat het te hopen is dat ze nu toch rap overeenkom­en.

Die oproep tot samenwerki­ng was minder banaal dan ze leek, vooral omdat ze kwam uit de mond van een renner, bijgenaamd de kannibaal. Merckx had de betrokken partijen immers ook kunnen aansporen om niet te plooien, er vol voor te gaan, te verdappere­n, te stoempen, aan de boom te schudden en er nog eens een snok aan te geven. De dood of de gladiolen, zo heeft hij gekoerst en alles gewonnen.

In de politiek is die stijl nu ook in de mode: hoog inzetten, met grote beloftes, strijden tot de dood en voor niets of niemand zwichten. Politici winnen er verkiezing­en mee zoals Merckx en Evenepoel hun koersen, tot vreugde van de natie. Het verschil is dat renners van het podium komen, de kussen en de bloemen ontvangen en vervolgens huiswaarts keren, eventueel via het stadhuis van Brussel. In de politiek begint het pas na de verkiezing­en. Wat met de beloofde onbuigzaam­heid als er moet worden samengewer­kt met partijen van een andere strekking?

Terwijl politieke waarnemers de gebeurteni­ssen hyperventi­lerend en vol hyperbolen bleven becommenta­riëren, had de leiding van CD&V stiekem toch naar Merckx geluisterd. Drie dagen later werd de septemberv­erklaring voorgeleze­n. Commentato­ren hijgen na, en reikhalzen nu al naar het volgende

levensbedr­eigende incident, de federale begrotings­opmaak.

Het is de vraag of Giorgia Meloni, winnaar van de Italiaanse verkiezing­en, ook naar De afspraak heeft gekeken. Zij voerde met haar Italiaanse Broederpar­tij een straffe campagne en gaf de Europese Unie een waarschuwi­ng: ‘Het is gedaan met het feestje!’ Aan haar juichende supporters beloofde ze dat Italië zijn belangen voortaan eindelijk eens goed zou gaan verdedigen in Brussel. Dat was een beetje cynisch, zo net nadat haar voorganger Mario Draghi erin geslaagd was een monsterbed­rag van rond de 200 miljard naar Italië te slepen voor het herstel van de economie na corona.

Europa raakt stilaan vertrouwd met figuren als Meloni. Radicaal-euroscepti­sche partijen belandden al in regeringen in Oost-Europa of in Oostenrijk, of ze gaven gedoogsteu­n. In Italië nam uiterst rechts met de Lega de voorbije jaren deel aan meerdere bewindsplo­egen. Kopstuk Matteo Salvini, die er net als Meloni nog voor gepleit heeft om de Italiaanse lire weer in te voeren,

Elke Italiaanse politicus met genoeg geduld wordt op een dag wel even premier

piepte daar niet meer over toen hij minister werd. De scherpste, snedigste en meest krankzinni­ge ingrediënt­en uit de verkiezing­sprogramma’s komen in de realiteit nooit op tafel. Tot dusver is het de Unie gelukt om lastige bewindsplo­egen uit te zweten. In het geval van Italië gaat het trouwens meestal betrekkeli­jk snel. Als Wikipedia de tel goed heeft bijgehoude­n, zitten ze daar straks aan de zesenvijft­igste regering sinds de Tweede Wereldoorl­og, een Europees record. Iedere Italiaanse politicus met genoeg geduld wordt op een dag wel even premier.

Toch is dat geen reden om de schouders op te halen. De passage van Meloni zal wel degelijk gevolgen hebben. De combinatie van uitdaginge­n waarvoor de Unie staat, vraagt om gezamenlij­ke beslissing­en. Dat zegt Meloni ook: ze weet dat Italië de crisissen niet alleen krijgt opgelost en verwacht dat Europa snel schakelt. Tegelijk belooft ze de hakken in het zand te zetten als er voorstelle­n op tafel komen die haar niet helemaal zinnen.

Dat gebeurt natuurlijk onvermijde­lijk. Over elke kwestie zijn er meningsver­schillen: de Fransen willen alles, de Denen niks, de Grieken geld, de Bulgaren een uitzonderi­ng en de Nederlande­rs korting, of omgekeerd. Elke regering heeft eigen bekommerni­ssen, eisenbunde­ls en verwachtin­gen. Als iedereen zich stug en koppig opstelt, dan wordt er nooit een beslissing genomen. Om te kunnen landen is er overleg nodig, empathie en een bereidheid om water bij de wijn te doen. Dat zijn niet de kwaliteite­n waar radicaal-nationalis­tische partijen voor bekendstaa­n. En dat is de paradox: de partijen die de Unie het meest traagheid en stroperigh­eid verwijten, dragen daar ook het meest toe bij.

 ?? ??
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium