‘Wout is de favoriet, maar tactiek is zó belangrijk’
Als zondag om de wereldtitel wordt gecrost, zal het zonder Tom Pidcock (23) zijn. ‘Ik heb nog getwijfeld om toch nog mee te doen, maar we blijven bij ons plan.’ Favoriet om hem op te volgen? ‘Wout van Aert.’
Wanneer besliste u om dit keer geen WK te rijden?
‘Dat hadden mijn coach Kurt Bogaerts en ik al uitgemaakt nog voor we de winter instapten. Ook al omdat het WK dit jaar pas op 5 februari valt en de Omloop Het Nieuwsblad al twintig dagen later volgt. Ik had moeite met de beslissing. We wachtten ook heel lang om erover te communiceren. Simpelweg opdat ik nog van gedacht zou kunnen veranderen.’
‘Eerlijk: de jongste jaren hield ik minder en minder van het veldrijden. Vooral vorige winter genoot ik er niet zo van als anders. Waardoor ik mentaal niet echt uitkeek naar dit veldritseizoen.’ ‘Ik begreep wel dat een aantal crossen me goed van pas zou komen in de voorbereiding op het wegseizoen. We stelden een behapbaar programma samen en zie: deze winter heb ik er wél heel erg van genoten. Ik zette een stap voorwaarts. Ik won een paar crossen en kon ongeveer elke veldrit koersen tegen Mathieu van der Poel en Wout van Aert. Vorig jaar spraken ze al over de Grote Drie, maar in werkelijkheid was het anders: je had de Grote Twee en dan Pidcock. Nu word ik in één adem genoemd. In de regenboogtrui dan nog. Ik neem deze positieve evolutie mee naar volgende winter, waar ik wél al naar uitkijk. Ik probeer dan nog een stap te zetten en ze ook af en toe eens te kloppen.’
Kriebelde het dan nooit om Van der Poel en Van Aert op het WK in Hoogerheide partij te geven?
‘Jawel. Na de avondcross in Diegem. Een leuke koers. Ik was echt blij, ook al verloor ik van Wout van Aert. Ik wist waar ik de fout had gemaakt. Met iets meer ervaring had ik kunnen winnen. Loenhout was ook niet slecht. Vorig jaar was anders. Ik was te veel ziek. Misschien door covid. Mijn immuunsysteem was ook wat minder.’
Ex-wereldkampioenen Richard Groenendaal en Lars Boom vinden dat u de wereldtitel moet verdedigen. Begrijpt u hun redenering? ‘Natuurlijk snap ik waarom ze dat zeggen, maar het is mijn beslissing of ik al dan niet rijd. Ik heb nooit het idee gehad dat de regenboogtrui iets is dat je moet verdedigen. Ik begon aan veldrijden met de grote droom op een dag wereldkampioen te worden bij de grote jongens. En ik won die titel in Amerika. Stel dat ik in 2024 wél start, dan probeer ik een gooi te doen naar goud. Een titel verdedig je niet. In mijn denkwereld probeer je een titel te winnen.’
Dus u bent wel nog van plan om het WK cyclocross te rijden?
‘Fayetteville was niet mijn laatste WK. Dat kan ik met veel zekerheid zeggen.’
Vorig jaar piekte u naar eind januari in de States. Reed u nu niet met een andere conditie rond dan Van der Poel en Van Aert, die duidelijk op het WK mikken?
‘Er is automatisch een verschil. Maar eerlijk: ik verwachtte in Benidorm dat het niveauverschil groter zou zijn. Achteraf was ik blij met mijn vorm. Om twee redenen: ik zat al in de hogedrukkamer in Spanje om een hoogtestage te simuleren en dat weegt door. Terwijl ik na mijn val op nieuwjaarsdag pas op 10 januari opnieuw kon fietsen. Ik probeerde het eventjes op 2 januari, maar door de blessure van Baal kon ik in Herentals niet cros
Tom Pidcock sen. Het was een lelijke crash. Twee weken aan een stuk was mijn been gezwollen. Ik had zelfs op het scheenbeen wat last van een zenuw die tintelingen gaf. Na twee weken training en één zware sessie reed ik in de snelle wedstrijd van Benidorm meer dan een halve cross goed mee met Wout en Mathieu. Dat was niet slecht.’
Wie is uw favoriet voor zondag?
‘Wout. The big racer. Maar over zo’n WK kan je vooraf bitter weinig vertellen dat steek houdt. Qua pure power is Wout de beste, maar uiteindelijk wordt zo’n titel beslist na één uur cross. Het gaat niet uitsluitend over kracht, maar ook over de uitgezette tactiek om wereldkampioen te worden.’
Wat vindt u van het parcours?
‘Ik reed er enkele keren. Vorig jaar ook nog. Misschien speelde die race ook mee in mijn beslissing om het WK deze keer niet te rijden. Ik kwam toen terug van trainingskamp, in de voorlaatste ronde kwam Eli Iserbyt nog terug en won. Zo net voor het WK was dat ontgoochelend en confronterend.’
‘Hoogerheide is de jongste jaren een snellere cross geworden. Er is meer gras, de grond is gedraineerd, waardoor er minder modder is dan vroeger. Wat ook nog in de kaart van Mathieu speelt, is dat er niet veel gelopen moet worden. Maar er is wel nog één echte powerklim. En het is een grote. Als mijn trainingsplan het toelaat, zit ik zondag voor de tv. Anders kijk ik naar de highlights.’
In tegenstelling tot Wout van Aert en Mathieu van der Poel rijdt u wel de Omloop Het Nieuwsblad. Hoe ziet uw wegprogramma eruit?
‘Ik zit nog tot 8 februari aan de Costa Blanca. Ik start in de Ronde van de Algarve, dan volgen de Omloop Het Nieuwsblad, Strade Bianche, Tirreno-Adriatico, Milaan-Sanremo, Dwars door Vlaanderen en de Ronde van Vlaanderen.’
Is de Omloop Het Nieuwsblad een doel op zich? Of komt die te vroeg in functie van Sanremo en de aprilklassiekers?
‘Vorig jaar spraken ze al van de Grote Drie, maar het was toen toch vooral nog de Grote Twee en dan Pidcock’
‘Het is te vroeg, maar anderzijds wil ik dit wegseizoen goed starten. Zelfs al in de Algarve. Om verschillende reden
was ik er vorig jaar met mijn hoofd niet bij in de Omloop Het Nieuwsblad. Ik vermoed dat we met Ineos-Grenadiers een nog sterkere voorjaarskern hebben dan vorig jaar. Zo’n openingsklassieker is ideaal om te testen hoe zwaar we al wegen op zo’n openingskoers.’