‘Maak kinderen niet bang voor de volgende hete zomer’
Een Vlaamse leerkracht brengt kinderen uit alle continenten samen om te brainstormen over de klimaatcrisis. ‘Zelfs je smartphone minder gebruiken helpt.’
Koen Timmers is onderzoeker digitale leermethodes aan de Hogeschool PXL in Hasselt en oprichter van het Climate Action Project. Dat is een online en gratis leerplatform dat 3,4 miljoen jongeren uit alle continenten met elkaar verbindt om te leren over de klimaatcrisis. Zopas werd dat project in de schijnwerpers gezet op het World Economic Forum in Davos.
Timmers lijkt een gulden middenweg te hebben gevonden om negatieve, zelfs levensbedreigende veranderingen te bespreken zonder leerlingen schrik aan te jagen. ‘Jonge kinderen zijn van nature oprecht geïnteresseerd in duurzaamheid en hun omgeving’, benadrukt hij. ‘Ze kunnen zoveel knappe dingen bedenken en zelfs hun leeftijdsgenoten in andere landen helpen. Je mag die interesse niet doodslaan door ze bang te maken voor de volgende hete zomer.’
Waaruit bestaat uw aanpak dan?
‘Onze website biedt een lespakket van zes weken over klimaatverandering, waarbij leerlingen in de latere stadia eigen thema’s onderzoeken. Wat ga jij vanmiddag eten, wat is daar de impact van op het milieu, hoe kunnen we samen minder CO2 uitstoten? Elke week posten ze filmpjes over wat ze bijgeleerd hebben. Sommige klasgroepen werken rond de impact van klimaat op de voedselketen, andere over herbruikbare kledij of plastic. Het gaat erom dat ze zelf zo veel mogelijk te weten komen en duurzaam leren te denken. We zorgen dat alle continenten even aanwezig zijn. Met deelnemers uit 149 landen hebben we intussen een rijke bibliotheek aan kennis opgebouwd, die klassen toelaat om te leren van elkaar: de ene dag reis je af naar Egypte, de volgende dag zie je een filmpje over de
gevolgen van de opwarming in Antarctica via onze partnerschool daar.’
Is er ook rechtstreekse interactie?
‘Ja, want behalve elkaars filmpjes bekijken kun je ook letterlijk bij elkaar in de les belanden. Dat livecontact is voor ons heel belangrijk om samenhorigheid tussen leerlingen te stimuleren. Want ook al voelt de hele wereld de impact van klimaatverandering, die krijgt in Afrika toch een ander gezicht dan in Europa. Dat is confronterend: leerlingen zien dat leeftijdsgenootjes het moeten doen met één maaltijd per dag, of dat zij moeten leven met zware misoogsten en bosbranden. Dat stimuleert hen om samen oplossingen te zoeken voor kinderen die er anders uitzien dan zij.’
Lukt hen dat?
‘Wij zagen de afgelopen jaren prachtige dingen ontstaan. Een Canadese klas ontwikkelde goedkope zonnelampjes die overdag opladen en ’s nachts licht geven, en stuurden er 200 naar gezinnen in Keniaanse sloppenwijken. Zo kunnen die kinderen ook ’s nachts lezen en leren. Ierse leerlingen riepen hun minister van Milieu op om twee oude, verwarrende labels voor recyclage te vervangen door één duidelijk logo. Een klas uit Antwerpen bleef in contact met een klas uit Zuid-Afrika. Ze stuurden elkaar hun favoriete snacks op.’ ‘Wij lieten leerlingen hun gedragsverandering registreren in de Earth Project App, en ontdekten dat zij allemaal samen 3.000 ton koolstofdioxide uitspaarden in één maand. Nu al zijn wij het grootste netwerk in zijn soort, met 3,5 miljoen deelnemers. Maar als onze gesprekken met het Filipijnse ministerie voor Onderwijs straks succesvol zijn, zullen we in één klap tientallen miljoenen kinderen bereiken. De impact van klimaatonderwijs wordt onderschat, ook door wetenschappers. We weten uit onderzoek dat kinderen, en zeker meisjes, een grote impact hebben op hun ouders en de levensstijl in huis. Een twaalfjarige die in de klas wordt gestimuleerd om probleemoplossend na te denken over het klimaat kan later de doctorandus zijn die zich wijdt aan innovatie voor het milieu, of de kiezer die stemt voor het in leven houden van de Europese Green Deal. Klimaatonderwijs heeft een watervaleffect. Het is belangrijk voor de hele samenleving.’
Is het verplicht in Vlaanderen?
‘Er zijn een paar lessen over klimaat voorzien in het vak wereldoriëntatie, maar tegelijk zei minister van Onderwijs Ben Weyts recent dat het onderwijs terug moet naar kennisoverdracht, en zich “niet bezighou
Koen Timmers den met fietslessen of klimaatonderwijs”. Italië, Mexico en Nieuw-Zeeland verplichten het wel al. En als je inzet op vaardigheden en creativiteit, wordt het niet iets wat snel in het curriculum moet worden gepropt. Kijk, een klas zestienjarigen in Arizona ging aan de slag rond Antarctica en zag op het internet dat het ijs aangroeide in plaats van wegsmolt. De bron was een website van ruimtevaartorganisatie Nasa, of dat dachten ze toch. Het bleek pure misinformatie. Die klas is aan de slag gegaan met propaganda over klimaat op het internet.’
Aanhoudend slecht nieuws doet sommigen afhaken. Hoe kun je dat tegengaan?
‘Online interactie is ook confronterend: leerlingen zien dat leeftijdsgenootjes het moeten doen met één maaltijd per dag, of dat zij moeten leven met zware bosbranden’
‘Klimaatspijbelaars als Greta Thunberg hebben iets noodzakelijks gedaan met negatieve boodschappen over hoe ‘ons huis in brand staat’. Het is dankzij hen dat opwarming een thema is in de huiskamers. Maar we hebben ook constructieve boodschappen nodig. We laten kinderen zoeken naar gedragsveranderingen die een winwinsituatie vormen voor henzelf en het milieu. De grootste bron van uitstoot in scholen is meestal de voedselverspilling in cafetaria’s. Zelfs een smartphone minder gebruiken helpt, want internetservers verbruiken evenveel fossiele brandstoffen als kleine landen.’
Opclimate-action.info vindenleerkrachtenalleinformatieoverhetzeswekelijkseinternationaleproject.
OprichterClimateActionProject