De Standaard

Beloont Cannes steeds dezelfde regisseurs?

Van de 21 filmmakers die zaterdag in Cannes de Gouden Palm kunnen winnen, maakten er veertien al eerder kans. Onder hen zelfs vijf die al zo’n award (of zelfs twee!) op de schouw hebben staan. Is het ons-kent-ons op het filmfestiv­al ?

- FILMFESTIV­AL Ruben Aerts

Het filmfestiv­al van Cannes zit er bijna op, maar het zijn heus niet de kneusjes die de rode loper nog tegoed hebben. Wim Wenders zal

nog Perfect days voorstelle­n, over een loodgieter met een hart voor stevige rockmuziek. En van Ken Loach staat The old oak op de affiche. Voor een pub in een Engels gehucht dreigt de laatste tournée – voor de filmmaker zelf, volgende maand 87 en op de sukkel, stopt het hoogstwaar­schijnlijk ook na dit sociaal drama.

Dat die films hun première zo laat krijgen, wil trouwens niet zeggen dat het om mindere films gaat. Festivals zetten wel vaker nog gauw enkele grote namen aan het einde. Zo willen ze voorkomen dat de aandacht verslapt en de pers nog voor de slotdag de benen neemt.

Beide films maken deel uit van de competitie. Als een van hen straks wint, zou dat niet de eerste keer zijn voor hun makers. Wenders kreeg de Gouden Palm al voor Paris, Texas. Loach is een van de negen dubbele winnaars. Zowel The wind that shakes the barley als I, Daniel Blake zag hij bekroond. Onder de andere kanshebber­s zitten nog drie winnaars: Nanni

Moretti (voor La stanza del figlio), Hirokazu Kore-eda (voor Shoplifter­s) en Nuri Bilge Ceylan (voor

Winter sleep).

In Cannes houden ze van vertrouwde gezichten. Want nu we toch aan het tellen zijn: van die overige kanshebber­s zaten nog eens negen makers al eerder in de competitie. De Italiaan Marco Bellocchio, bijvoorbee­ld, kan met het op schokkende feiten gebaseerde Rapito – de katholieke kerk ontvoert een joods jongetje – straks voor de achtste keer die Gouden Palm aan zijn neus zien voorbijgaa­n.

Loyaliteit en dankbaarhe­id

Het lijkt wel een knus onderonsje, daar aan de Croisette. Maar op het Lido in Venetië of op de Berlinale zie je het net zo goed: hoe makers vaak (mogen) terugkeren naar dezelfde rode loper. Dat heeft deels met loyaliteit te maken, deels met dankbaarhe­id. Het is immers op festivals dat nieuwe filmmakers zich kunnen lanceren.

Neem nu Lukas Dhont. Vijf jaar geleden maakte hij met Girl in Cannes deel uit van de nevencompe­titie ‘Un certain regard’. Girl werd uitgeroepe­n tot beste debuutfilm, Dhont tot beloftevol talent. Festivalba­as Thierry Frémaux kon zich op de borst kloppen: hij had die onbekende, jonge filmmaker aan de wereld geïntroduc­eerd en dat bleek geen vergissing. Dhont was op zijn beurt dankbaar voor het gekregen podium. Hij aarzelde niet om zijn tweede film op hetzelfde festival in te dienen. Met succes: Close dook op in de hoofdcompe­titie. Wanneer die film het acht maanden later tot de Oscarnomin­aties schopt, is ook dat opnieuw een pluim op de hoed van de festivalba­as: hij heeft een neus voor wat ertoe doet.

Of kijk naar Triangle of sadness van Ruben Östlund, de Gouden Palm-winnaar van vorig jaar. De film scoorde drie Oscarnomin­aties, onder meer voor beste film. Wie durft dan nog te beweren dat festivals een cinefiele bedoening zijn? Ze lanceren evengoed die films waar vervolgens iedereen het over heeft.

Trouw blijven aan het festival dat je als filmmaker op de kaart zette, levert niet zelden een vaste stek in de selectie op. De broers Dardenne, bijvoorbee­ld, hebben het punt bereikt waarop het stilaan ondenkbaar is dat Cannes hen links laat liggen. Ideaal is dat, want in de marge van festivals worden de distributi­erechten verkocht. Dat is voor makers van films die zichzelf niet verkopen een essentieel luik.

Wes Anderson

Je treft op een festival ook regisseurs zoals Wes Anderson. Zijn films vinden hun weg wel naar de zalen, met dank aan de sterren die hij steeds weet op te trommelen. Waar het hem om te doen is, is de rode loper. Zeg maar: een première die de wereld niet ontgaat. Hij hoeft niet trouw te zijn aan één festival. Zolang hij een buslading grote namen meebrengt, is hij even welkom op het Lido, in Berlijn als op de Croisette.

Maar een festival moet ook waken over het evenwicht tussen

coryfeeën en nieuw talent. Is Frémaux dat deze keer wat uit het oog verloren?

Niet elke maker wil trouwens zo’n plek in de competitie. Martin Scorsese, bijvoorbee­ld, bedankte voor een kans op de Gouden Palm. Ook heren als Woody Allen en Jacques Audiard passen (of zijn dat bewust gaan doen). Voor hen is het simpel: filmmaken is geen wedstrijd.

De broers Dardenne hebben het punt bereikt waarop het stilaan ondenkbaar is dat Cannes hen links laat liggen

 ?? © Jean-Louis Urli/getty ?? Wim Wenders won in 1984 met Paris, Texas. Dit jaar staat hij opnieuw in Cannes.
© Jean-Louis Urli/getty Wim Wenders won in 1984 met Paris, Texas. Dit jaar staat hij opnieuw in Cannes.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium