Netanyahu paait ultraorthodoxen en kolonisten met miljarden
Om de extreemrechtse regering van premier Benjamin Netanyahu samen te houden, is de nieuwe Israëlische begroting gul voor de ultraorthodoxen en kolonisten in de coalitie. Economen waarschuwen voor ‘de toekomst van Israël als welvarend land’.
De Israëlische premier Benjamin Netanyahu was woensdag opgezet omdat zijn kabinet alweer een schipbreuk had vermeden. De deadline voor de goedkeuring van een begroting voor de komende twee jaar was uiterlijk komende maandag. Als die niet gehaald werd, moest het kabinet volgens de Israëlische regelgeving aftreden en stonden nieuwe verkiezingen op de agenda. Netanyahu haalde die deadline comfortabel: al woensdagochtend keurde het parlement de ontwerpbegroting goed met 64 coalitiestemmen tegen de 56 stemmen van de oppositie.
Daarmee is de premier erin geslaagd zijn kabinet samen te houden, ondanks aanhoudende dreigementen van zijn extreemrechtse en ultraorthodoxe coalitiegenoten. Zij eisten – met succes – meer geld voor hun achterban in de begroting.
Nu die klus is geklaard, wil de premier zich ‘natuurlijk’ weer wijden aan zijn omstreden ‘justitiehervorming’, zei hij aan televisiezender Kanaal 14. De plannen daarvoor werden eind maart op ijs gelegd door antiregeringsbetogingen en nationale stakingen van honderdduizenden Israëliërs.
Voor hen lijkt de nieuwe begroting alleen meer olie op het vuur te hebben gegooid.
Geen job of legerdienst
Van de 3,5 miljard euro die de Israëlische regering extra kon toekennen uit ‘coalitiefondsen’ gaat er drie miljard vooral naar de ultraorthodoxen. Zo komt er nog meer geld voor seminaries, waar ultraorthodoxe mannen voltijds religie studeren in plaats van te werken of hun legerdienst te doen, die verplicht is voor de meeste volwassen Israëliërs. Ook gaan bijkomende fondsen naar ultraorthodoxe middelbare scholen die buiten het reguliere onderwijssysteem vallen en waar basisvakken als wiskunde, wetenschappen of Engels niet worden gegeven.
Daardoor verkleinen de kansen van ultraorthodoxe kinderen op de arbeidsmarkt, stellen critici. Dat thema is een steeds grotere splijtzwam in de Israëlische samenleving, ook omdat ultraorthodoxe Israëliërs door hun hoge geboortecijfers een steeds groter percentage van de bevolking uitmaken. ‘Toen Israël werd gesticht (in 1948, red.), was 3 procent van de bevolking ultraorthodox’, lijstte de krant
Times of Israel woensdag op. ‘Vandaag staat dat cijfer op 13 procent, en op bijna een kwart van de nieuwgeborenen.’
De helft van de volwassen ultraorthodoxe mannen heeft bovendien geen reguliere baan. Een deel heeft daarvoor te geringe beroepskwalificaties door de religieuze focus in de ultraorthodoxe scholen, een ander deel blijft student in de religieuze seminaries. Seculiere Israëliërs, die de hoofdmoot vormden van de betogende massa’s van de voorbije maanden, klagen intussen over de hoge belastingdruk en toenemende levensduurte, met een inflatie die in Israël nu 5 procent bedraagt.
Zo’n 280 vooraanstaande Israëlische economen, onder wie voormalige toplui van de Nationale Bank en het ministerie van Financiën, waarschuwden daarom het kabinet in een open brief om ‘weer bij zinnen te komen’. ‘De verdeling van de coalitiefondsen gebeurt om overwegingen van de politieke korte termijn, maar zullen Israël op de langere duur van een geavanceerd en welvarend land veranderen in een achterlijk land, waar een groot deel van de bevolking de basisvaardigheden voor het leven in de 21ste eeuw mist’, schreven ze deze week.
‘Messianistische dictatuur’
Oppositieleider Yair Lapid noemde het nieuwe budget een ‘contractbreuk met de Israëlische burgers, waarvoor wij allemaal – en onze kinderen en hun kinderen – zullen moeten betalen’. De organisaties achter de massabetogingen tegen de regering stelden in een boze mededeling dat ‘Israël in groot gevaar is’. ‘Netanyahu heeft het belastinggeld van de burgers geplunderd en zijn coalitiepartners omgekocht, nu geeft de premier toe dat hij Israël verder naar een messianistische dictatuur zal leiden’, zeggen de organisaties.
In die turbulente context krijgt ook een reeks lokale incidenten meer nationale aandacht. In de noordelijke stad Harish liep een vrouw vorig weekeinde een elleboogbreuk op toen tientallen ultraorthodoxe mannen een speeltuin in een commercieel centrum probeerden te sluiten. Die was open op zaterdag, de sabbat, wat in de ogen van de strengreligieuze Israëliërs verboden is. Seculieren zien zulke incidenten dan weer als een blijk van een toenemende religieuze greep op de samenleving, gesteund vanuit de regering.
Behalve de twee ultraorthodoxe partijen zijn er nog de ultranationalistische orthodoxe partijen in het kabinet, de Religieuze Zionisten en Joodse Kracht. Zij kregen in deze begrotingsronde vooral tientallen bijkomende miljoenen voor kolonistenprojecten in de Palestijnse Gebieden.
De minister van Financiën, Bezalel Smotrich van de Religieuze Zionisten, stelde vorige week dat hij hoopt het aantal kolonisten daar – nu zo’n 500.000 – in de komende jaren te verdubbelen, onder meer door ‘infrastructuur
projecten’.
‘Israël dreigt te veranderen in een achterlijk land, waar een groot deel van de bevolking de basisvaardigheden voor het leven in de 21ste eeuw mist’ 280 economen in open brief