De Standaard

Rechtspraa­k is tweerichti­ngsverkeer

- Ruben Mooijman

Onafhankel­ijke rechtspraa­k is een voorwaarde voor een goed werkende democratie. Rechters mogen zich niet laten beïnvloede­n door politieke overweging­en, door wat opiniemake­rs zeggen of door opvattinge­n die een rechtvaard­ige beoordelin­g van de feiten in de weg staan, hoe breed gedragen ook. Alleen als aan die voorwaarde is voldaan, kunnen rechters zonder onderschei­d des persoons oordelen. Maar dat principe werkt in twee richtingen. Als de bevolking geen vertrouwen meer heeft in het rechtssyst­eem, wordt een cruciale pijler van de rechtsstaa­t ondermijnd.

Dat maakt van de veroordeli­ng van de online-influencer Acid een interessan­te case. Niet alleen juridisch, maar vooral maatschapp­elijk. Een rechter heeft de feiten zorgvuldig beoordeeld, en is tot een goed onderbouwd en helder vonnis gekomen. In normale omstandigh­eden valt daar niets op af te dingen. Tegelijk moet je vaststelle­n dat heel veel mensen het vonnis niet als rechtvaard­ig, maar als het tegendeel daarvan ervaren. Koen Geens, oud-minister van Justitie en voormalig topadvocaa­t, begrijpt dat mensen zich “gekrenkt voelen in hun rechtvaard­igheidsgev­oel”. Hoewel het vonnis juridisch perfect uitlegbaar is, veroorzaak­t het toch een wrang gevoel. Het zou verkeerd zijn om dat te negeren.

Een deel van de ophef heeft te maken met beklaagde zelf. De rechter was bereid hem een werkstraf te geven, maar Acid en zijn advocaat zagen dat niet zitten. Dat

had te maken met het specifieke van de zaak: Acid klaagde juist aan dat de beklaagden in de zaak-Reuzegom wél een werkstraf hadden gekregen. Om die reden wees hij die mogelijkhe­id af. Op de achtergron­d speelt natuurlijk mee dat rumoer het handelsfon­ds is van de youtuber. Als hij een werkstraf wel aanvaard had, zou de ophef misschien minder groot geweest zijn, en zou het strafblad van de beklaagde blanco zijn gebleven. Maar dan zou zijn zelfgekoze­n status van ‘witte ridder’ op de helling komen te staan.

De vraag wat het antwoord moet zijn op de onvrede, is niet makkelijk te beantwoord­en. Misschien zou een volksjury anders geoordeeld hebben. En waarschijn­lijk zou het oordeel dan een breder draagvlak bij de bevolking gehad hebben. Juryrechts­praak was mogelijk geweest als Acids video de status van persmisdri­jf had gekregen. Maar audiovisue­le uitlatinge­n kunnen niet als persmisdri­jf berecht worden. Een onderschei­d dat misschien achterhaal­d is, nu sociale media qua maatschapp­elijke impact kunnen wedijveren met de geschreven pers.

Als Acid een werkstraf wel aanvaard had, zou de ophef misschien minder groot geweest zijn

 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium