“Jezelf zijn klinkt simpel, maar voor mij was het een doorbraak”
Op zijn derde album, The great calm, kanaliseert Whispering Sons nervositeit en ongemak tot een dijk van een plaat. “Blijkbaar kunnen woorden een profetische kracht hebben.”
Fenne Kuppens wilde even met rust gelaten worden. In maart 2023 had de zangeres net het derde album van Whispering Sons ingeblikt, maar tegen haar platenfirma, management en bandleden moest ze zeggen dat het haar even te veel werd. Kuppens koppelde zich tijdelijk los – e-mails en whatsappberichten liet ze voor wat ze waren.
Maar de pauze deed deugd. De band werkte in 2023 uiteindelijk nog 25 concerten af, en aan de vooravond van de release van The great calm zit Kuppens opnieuw zij aan zij met gitarist Kobe Lijnen. “De band is al tien jaar ons leven”, legt Kuppens uit. “Dat is lang om constant aan te staan. Ik had tijd nodig om de zaken te herevalueren. Maar die pauze heeft bevrijdend gewerkt.”
Lijnen had daar begrip voor. “Ikzelf heb er niet zoveel problemen mee om constant op de hoogte te moeten zijn van alles wat er achter de schermen van de band gebeurt, van de ticketverkoop tot gesprekken met de platenfirma. Maar voor Fenne nam de businesskant het creatieve plezier te veel weg. Nu voel ik wel dat ze nog steeds honger heeft om deze plaat live te gaan brengen. Dus daar kan ik vrede mee nemen.”
The great calm lijkt sporen te bevatten van die identiteitscrisis.
De postpunkband maakte er een nerveuze plaat van, die schippert tussen vlijmscherpe gitaarriffs en dreigende baslijnen – een forse reactie na het minimalistische en donkere Several others. Veel teksten vertolken een sluimerend ongemak: “I wonder what it is that keeps me here” zingt Kuppens in sleutelsong ‘Standstill’. Ook ‘Dragging’ en ‘Something good’ verwijzen naar desillusie en een gevoel van muurvast zitten in een uitzichtloze situatie.
Maar nummer per nummer groeit de ambitie om daaruit los te breken. Kuppens neemt zich in de teksten voor om “halsoverkop een nieuwe toekomst in te dui
ken”. “I can’t take it anymore”, “I won’t be coming back” en “I’m leaving it all” klinkt het in drie verschillende nummers. Dat laatste zingt ze in ‘Standstill’, wanneer Lijnen de opgebouwde spanning laat openbarsten met een vonk van een gitaarpartij. Het lijkt alsof de kloppende ader op het voorhoofd eindelijk geknapt is.
Of Lijnen de pauze van Kuppens niet had zien aankomen op basis van die teksten? “Ik moet toegeven dat ik nog altijd niet echt naar Fennes teksten luister”, zegt Lijnen. “Ik hoor vooral hoe ze die brengt, in welke toon en met welke melodie.” Kuppens lacht. “Kobe zingt nog altijd de dummyteksten mee, het eerste gebrabbel dat ik produceer als we aan de songs beginnen te werken.” Ze draait zich naar de gitarist. “Ik zal je eens een tekstenboek cadeau moeten doen, hé?”
Toch was Lijnen niet de enige die de signalen miste. “Pas achteraf, als de songs al ingeblikt waren en ik mijn beslissing had genomen, zag ik dat je die teksten zo zou kunnen lezen”, zegt Kuppens zelf. “Blijkbaar kunnen woorden een profetische kracht hebben. Toen ik ze schreef, wist ik alleen dat ik met een onbehaaglijk gevoel zat, en dat er iets moest veranderen om tot rust te kunnen komen – dat kon door eruit los te breken, maar ook door dat ongemak te aanvaarden. Dat is voor mij ook waar die great calm uit de albumtitel naar verwijst. Het is een geestesgesteldheid waarin je kan zeggen: het is wat het is, en dat is oké.”
Eindelijk uitademen
Kuppens en Lijnen bleven zitten, maar de winnaar van Humo’s Rock Rally 2016 heeft een flinke stoelendans achter de rug. De originele bassist en toetsenist verlieten de groep. Drummer Sander Pelsmaekers viel uit met zenuwschade aan de linkerarm. De groep paste zich aan en vond een nieuw evenwicht. Tuur Vandeborne, die er eerst was bijgekomen op bas, schoof door naar de drumstoel. Producer Bert Vliegen vulde de vacature in op bas. En ook Pelsmaekers vond zichzelf opnieuw uit: hij nam de vrije plek achter de toetsen in.
“Het lijkt veel, en toch voelde dat proces natuurlijk aan voor ons”, zegt Lijnen. “We voelden ook snel wat de sterktes waren van die nieuwe opstelling”, zegt Kuppens. “Tuur speelt bijvoorbeeld zittend drum, terwijl Sander staand speelde. Plots hebben we nu een drummer die zijn vier ledematen gebruikt – uiteraard heeft dat invloed op hoe de songs klinken.”
Ook de impact van Vliegen is hoorbaar, met dikke en warme baslijnen. Zelfs Kuppens’ stem lijkt een ander instrument geworden. De grafstem van de zangeres was altijd al uniek en herkenbaar, maar durfde al eens te trillen. Na een reeks zanglessen klinkt ze steviger dan ooit.
Dat geldt op wel meer vlakken. The great calm laat regelmatig een zelfzekere, vechtlustige Kuppens horen. In de atypische single ‘The talker’ – waarin ze niet zingt, maar op cynische toon babbelt – zegt Kuppens dat ze niet langer pikt dat anderen haar een identiteit opdringen. Dat idee krijgt zijn apotheose in slotsong ‘Try me again’. “I’m more of who I am, and less of who I wanted to be” klinkt het daar. Dat is een schril contrast met het vorige album, waar Kuppens ijskoud zong dat “there’s never been a level of self-confidence/ so I have been several others”.
“Voor mij was die song een reactie op de vorige plaat”, zegt Kuppens. “Daar had ik nog als leidraad dat het beter was om iemand anders te zijn. Nu weet ik: ik ben gewoon mezelf, klaar. Dat klinkt natuurlijk simpel, als je het zo zegt. Maar voor mij was het wel een doorbraak.” Het maakt dat The great calm klinkt als een plaat van een band die jarenlang de adem inhield – en nu met volle kracht kan uitademen.
WHISPERING SONS The great calm
Pias
Op 6/3 in 4AD (Diksmuide), 17/3 in Cactus (Brugge); 20/3 in Botanique (Brussel), 22/3 in De Roma (Antwerpen), 7/7 op Rock Werchter, 13/7 op Cactus Festival, 19/7 op Rock Herk
★★★★⭐
“Ik had tijd nodig om de zaken te herevalueren. Maar die pauze heeft bevrijdend gewerkt” Fenne Kuppens Zangeres