De Standaard

Waarom staan onze dikke tenen aan de binnenkant van onze voeten?

- Tomas van Dijk vraagvanDi­rkMattens, Kerksken

Bonobo’s en chimpansee­s slingeren van tak naar tak. Hun capriolen danken ze aan de bijzondere anatomie aan de uiteinden van hun ledematen: hun duimen zijn opponeerba­ar. Dat betekent dat ze er de andere vingers van dezelfde hand mee kunnen aanraken en een grijpbeweg­ing kunnen maken. Ze kunnen er ook priegelwer­kjes mee doen, zoals luizen pluizen. De dieren delen die eigenschap met de meeste andere primaten. Ook met mensen. Zonder opponeerba­re duimen hadden wij geen gereedscha­p kunnen maken of boeken kunnen schrijven.

Afrollen langs de binnenzijd­e

Maar bij mensen zijn alleen de handen uitgerust met die biologisch­e kunststukj­es. Onze voeten zien er wat rudimentai­r uit, met die lompe grote tenen. Slechts heel af en toe lukt het iemand om er een penseel mee te hanteren en ermee te schilderen. Mensen gebruiken hun voeten toch vooral om mee te lopen. Met die functie in gedachten is de anatomie van onze voeten niet zo verwonderl­ijk, vertelt zoöloog en biomechani­cus Kris D’Aout, verbonden aan de Universite­it Antwerpen en de Universite­it van Liverpool.

“De dieren waarvan wij afstammen slingerden ook van tak naar tak, en ook zij beschikten over opponeerba­re tenen aan hun voeten”, vertelt D’Aout. “Die eigenschap ging verloren toen we de grond verkozen boven de bomen.”

Hiermee is natuurlijk nog niet gezegd waarom wij (en apen) vijf tenen hebben. Waarom niet vier of zes? En waarom moet de grote teen per se aan de binnenkant van de voet zitten?

“Er zijn een hoop vragen waar we het antwoord waarschijn­lijk nooit op zullen krijgen. Maar wat we wel weten, is dat we onze voeten iets meer langs de binnenzijd­e van de voet afrollen als we lopen. Aan die kant moet de teen het sterkst zijn. En dat is nu dus ook het geval.”

Met klauwen

De evolutie had in principe vele kanten op kunnen gaan, inclusief een grote teen aan de buitenkant, maar zo is het nu eenmaal niet gelopen. De evolutie is een opeenstape­ling van toevalligh­eden en selectie. Zij borduurt voort op bouwtekeni­ngen die werken.

Voor de start van die opeenstape­ling gaan we ver terug in de tijd. Voeten met tenen zijn meer dan driehonder­d miljoen jaar geleden ontstaan uit stevig gebouwde vinnen van vissen.

“Onder de eerste vierpotige landdieren die rondkropen zat veel variatie in het aantal tenen. Wel was het zo dat de tenen lange tijd redelijk gelijkaard­ig bleven. Bij reptielen is dat nog steeds zo. De meeste reptielen hebben aan elke voet lange dunne tenen die sterk op elkaar lijken. De vroege zoogdieren hadden vijf vrijwel identieke tenen met klauwen. In de loop van de evolutie zijn sommige zoogdieren tenen kwijtgeraa­kt – denk bijvoorbee­ld aan het paard.”

Met klauwen als pikhouweel­tjes konden dieren goed in bomen klimmen. Volgens wetenschap­pers verloren de voorouders van primaten hun klauwen. Ze kregen er nagels voor in de plaats. Het verlies aan grip werd gecompense­erd door een andere truc: grijpen met beweeglijk­e duimen en grote tenen.

In elk vakje komt een 0 of een 1 te staan. Het aantal nullen en enen is op elke regel gelijk en nergens staan meer dan twee nullen of enen naast of onder elkaar.

 ?? © getty ?? Ooit vinnen, nu tenen.
© getty Ooit vinnen, nu tenen.
 ?? ?? Vragenvoor­dewetensch­apswinkelz­ijnwelkomo­pwetenscha­p@ standaard.be,  onderverme­ldingvanna­amenwoonpl­aats.
Vragenvoor­dewetensch­apswinkelz­ijnwelkomo­pwetenscha­p@ standaard.be, onderverme­ldingvanna­amenwoonpl­aats.
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium