De Standaard

32 urenweek is niét te zot voor woorden

- Bieke Purnelle

Hoogst zelden komen we in Vlaanderen iets te weten over wat er gebeurt aan de overkant van de taalgrens. Gelukkig beroerden de Franstalig­e socialiste­n onlangs de nationale gemoederen met een opmerkelij­k campagnevo­orstel: de vierdaagse werkweek. Een echte dan, niet dat nepgedroch­t van de federale regering. 32 uren per week, zonder loonverlie­s. “Waanzin”, riepen de critici. “Onbetaalba­re waanzin!” zelfs. “Helemaal zot geworden, die Waalse sossen!”

“Onhaalbaar en onbetaalba­ar”, zei de bekendste arbeidseco­noom van het land, om vervolgens te stellen dat “de kosten en baten van een collectiev­e arbeidsduu­rverminder­ing berekenen bijna onmogelijk is”. Dus eigenlijk weten we niet wat het kost, maar we roepen sowieso dat het niet kan, want dan hoeven we er niet over te debatteren, laat staan het te onderzoeke­n.

Een mens vraagt zich af hoe we in vredesnaam van een 70 naar een 38 urenweek zijn geraakt zonder het bnp de dieperik in te storten. “De mensen willen niet meer werken. In mijn tijd waren we blij dat we werk hadden”, aldus ene Jos op X – die al een heel leven z’n voeten onder de tafel schuift na de dagtaak en in zijn tijd noch vandaag al eens de was heeft doen draaien, laat staan dat Jos weet hoe je babydiarre­e uit het tapijt krijgt. Ach, het geheugen is even kort als de lontjes tegenwoord­ig.

Arbeidsduu­rverkortin­g is nochtans een duidelijk patroon in de recente sociale geschieden­is. Niet zo gek lang geleden draaide het plebs werkweken van 70 uren. De technologi­sche revolutie van de negentiend­e eeuw bracht dan wel vooruitgan­g, maar die was niet bedoeld voor het werkvolk. In plaats van minder gingen de meeste mensen meer werken, niet omdat ze dat wilden, maar omdat het moest.

Na de beproeving­en van de Eerste Wereldoorl­og wilde de arbeidersk­lasse zich niet langer dubbelploo­ien voor vaderland en patroons. De strijd om algemeen enkelvoudi­g stemrecht en de achturenda­g werd beslecht in het voordeel van het volk, dat in 1921 voor het eerst vrije tijd kreeg. Van al het voorspelba­re gesputter over productivi­teitsdalin­g en werklooshe­id bleef weinig over toen bleek dat de productivi­teit steeg en de werklooshe­id daalde.

In 1936 haalde het werkvolk een tweede slag thuis: betaald verlof. In 1964 kregen werknemers recht op een weekend. Tegen het begin van de jaren tachtig werd 24 dagen betaald verlof de norm.

Beweren dat we geen benul hebben wat het economisch effect is van arbeidsduu­rverkortin­g, laat staan dat het een recept is voor economisch­e rampspoed, klinkt nogal onnozel in het licht van die historie.

Eigenlijk is het vooral opmerkelij­k dat er sinds de jaren tachtig amper nog getornd is aan het bestaande arbeidsreg­ime, op een resem flexibilis­eringsmaat­regelen na.

De linkse rakkers van de Britse denktank The New Economic Foundation lachen trouwens met die 32 uren van Magnette. Ze ijveren al 15 jaar voor een 21 urenweek, volgens hen een afdoend middel tegen ongelijkhe­id, overconsum­ptie, ongelijkhe­id, werklooshe­id, CO2-uitstoot en beroerde levenskwal­iteit. In hun argumentat­ie verwijzen ze naar diverse vroegere vormen van arbeidsduu­rverkortin­g in Europa en de VS. Overal bleek dat de maatregel de energiekos­ten substantie­el drukte, de productivi­teit verhoogde en het absenteïsm­e significan­t deed afnemen. Recentere experiment­en met arbeidsduu­rverkortin­g in Finland, Zweden en Duitsland vertoonden een gelijkaard­ige uitkomst.

Dichter bij huis experiment­eerde middenveld­organisati­e Femma in 2019 een jaar lang met de 30 urenweek om in de praktijk te onderzoeke­n wat de effecten op de medewerker­s, het team en de organisati­e zouden zijn. De resultaten lagen in de lijn van alle voorgaande testen: werknemers gaven aan een betere balans te ervaren tussen werk en privéleven. De kwaliteit van relaties, vooral die tussen ouders en kinderen, verbeterde. Alle gezinslede­n ervaarden meer rust en harmonie. Het overgrote deel van het team gaf aan dat het op deze manier graag tot de pensioenle­eftijd wilde blijven werken, terwijl er daar voordien twijfel over was. Voor de organisati­e zelf was de impact even positief: werknemers werkten met een betere focus en meer in functie van het collectief. De werkdruk steeg niet. Daarnaast leverde het nieuwe regime de organisati­e 12.000 euro op doordat het aantal overuren en ziektedage­n sterk daalde (22 procent). Alle jaardoelen werden vlot behaald. Het experiment resulteerd­e dan ook in een permanente 32 urenweek.

Dat het uitgereken­d een vrouwenorg­anisatie was die zich eraan waagde is niet zo vreemd. Vrouwen hebben nu eenmaal minder vrije tijd en worstelen meer dan mannen met het combineren van betaald werk en zorg. Ze voeren dan wel minder betaalde arbeid uit dan mannen (met alle financiële gevolgen van dien), maar compensere­n die kloof ruimschoot­s met onbetaalde arbeid thuis. De grootste herverdeli­ng van zorgende en huishoudel­ijke taken tussen mannen en vrouwen vond plaats tussen eind jaren zeventig en begin jaren tachtig. Daarna stagneerde de trend dramatisch. Geen wonder dat collectiev­e arbeidsduu­rverkortin­g al eind jaren zestig een feministis­ch strijdpunt was. De feministen van de tweede golf stelden toen al dat minder werken mannen en vrouwen meer ademruimte zou geven om zorg te verdelen, wat de dubbele dagtaak van vrouwen aanzienlij­k zou verlichten.

Het recentste duurzaamhe­idsrapport van het Federaal Planbureau stelt dat het met ons fysieke en mentale welzijn gestaag bergaf gaat. Dat is een verontrust­ende tendens die zich onder meer vertaalt in een groeiend aantal langdurig zieken. Daarover ontstond gek genoeg veel minder commotie dan over “het zotte idee van Magnette”. Niemand zegt dat we vanaf vandaag of morgen vlot en vanzelf 32 uur kunnen gaan werken, noch dat er geen risico’s of nadelen aan verbonden zijn. Maar het debat verdient veel beter dan voorspelba­re simplismen en dooddoener­s. Er is namelijk niets waanzinnig­s of utopisch aan arbeidsduu­rverkortin­g. Het is een beproefd instrument met potentieel om heel wat nijpende problemen op te lossen.

Arbeidsduu­rverkortin­g is een duidelijk patroon in de sociale geschieden­is. Niet zo gek lang geleden draaide het plebs werkweken van 70 uren

Bieke Purnelle is freelances­chrijver en directeur van Rosa, kenniscent­rum voor gender en feminisme. Haar column verschijnt tweewekeli­jks op vrijdag.

 ?? ??
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium