België kan met stille diplomatie een verschil maken
België is nu twee maanden EU-voorzitter met de puike slogan ‘Beschermen, versterken, vooruitzien’ ( Protect, strengthen, prepare). In die hoedanigheid bepleit ons land enkele prioriteiten, zoals de versterking van het Europese concurrentievermogen en de promotie van Europa als wereldspeler. Zo waren deze week premier Alexander Decroo en commissievoorzitter Ursula von der Leyen in Antwerpen voor de European Industry Summit, waar de ambities voor een Europese Industrial Deal werden uiteengezet.
Dat nieuws viel wat tussen de plooien. Het zijn nu eenmaal woelige tijden. Uitzichtloze oorlogen en ambitieuze presidentskandidaten geven ons kopzorgen, om over de nakende verkiezingen in eigen land en het groeiende euroscepticisme nog te zwijgen. Welke stenen kan een klein land als België tijdens dat voorzitterschap verleggen in een rivier die niet meer lijkt te kabbelen maar te kolken? Gelukkig is minder zichtbaar werk niet minder effectief.
Elk jaar vraag ik aan de buitenlandse studenten in mijn vak Diplomatic history wie er al gehoord heeft van de ‘Harmeldoctrine’. Ook dit jaar was er weer niemand die reageerde. Als ik vervolgens vraag wie er al van ‘de detente’ heeft gehoord, gaan bijna alle handen de lucht in. Dan leg ik uit dat het Harmel was die de detente als nieuwe aanpak introduceerde bij de Navo. Het is een van de mooiste voorbeelden van small state diplomacy.
Toen Pierre Harmel in 1966 Belgisch minister van Buitenlandse Zaken werd, stond hij bekend als een doorgewinterd christendemocraat met niet bijster veel buitenlandervaring. Menig collega keek verbaasd op toen hij de lidstaten van de Navo raadpleegde over de speerpunten van een internationale veiligheidspolitiek. In 1967 presenteerde hij het rapport On the future tasks of the Alliance. Daarin stelde hij een tweesporenbeleid voor dat bekend werd als ‘de Harmeldoctrine’: afschrikking en detente, dus zowel een sterke defensie uitbouwen als politiek op zoek gaan naar een dialoog tussen Oost en West. Het rapport droeg bij aan het zogenaamde ‘signaal van Reykjavik’: in 1968 maakte de Navo op een ministeriële conferentie in Finland bekend te willen streven naar detente en dialoog met de SovjetUnie.
In de internationale politiek zijn kleine landen zoals België vaak aangewezen op allianties of compromissen. Maar Harmels rapport toont aan dat kleine landen diplomatiek ook een verschil kunnen maken. Daarvoor zijn twee factoren essentieel: sterke persoonlijkheden en tijd om de geesten te laten rijpen. Vooral tijd is vandaag een zeldzaam goed. Harmels voorstel kwam niet uit de lucht vallen. Zijn
Pierre Harmel leerde ons dat kleine staten niet kunnen beslissen, maar wel beïnvloeden
biograaf Vincent Dujardin wees erop dat ook zijn voorgangers Paul Van Zeeland als Paul-Henri Spaak vonden dat kleine landen een voortrekkersrol konden spelen in het overleg met Oost-Europa. Beiden waren sterke persoonlijkheden die geen enkele gelegenheid om te onderhandelen lieten voorbijgaan, en tegelijk benadrukten dat de westerse positie versterkt moest worden. Harmel bouwde daarop voort. Hij merkte daarbij fijntjes op dat kleine staten niet kunnen beslissen, enkel beïnvloeden, maar dat dit hen meer invloed geeft op de middellange termijn.
Dit soort van onzichtbare diplomatie is een mooie ambitie in een tijd waarin grootmachten weer om ter luidst roepen. Ook kleine landen hebben hun verantwoordelijkheid, en moeten niet terughoudend zijn om die op te nemen. Dat zie je net zo goed bij andere ‘kleine’ EU-landen, zoals de Baltische staten. België moet tijdens zijn EU-voorzitterschap deze uitdaging dus niet uit de weg gaan en de relatie met Oost-Europa hoog op de agenda houden. Het loont daarbij om dicht bij de essentie van de diplomatie te blijven. De slogan Protect, strenghten, prepare doet denken aan de basisdefinitie van diplomatie, zoals beschreven in de Weense conventie daarover in 1961: onderhandelen, belangen beschermen, vooruitkijken en dialoog bevorderen.
En soms is er tijd nodig om een idee te laten rijpen. Harmels rapport werd door een aantal Navo-lidstaten aanvankelijk op hoon onthaald. Hij bleef er hardnekkig in geloven. Zijn persoonlijk archief bevat een collectie krantenknipsels: hij hield elk artikel bij waarin zijn rapport vermeld werd, ook al waren dat er niet veel. Toch werden zijn acties meer dan vijftig jaar later door de Navo bestempeld als het begin van de detente. In tegenstelling tot krantenknipsels verbleekt onzichtbare diplomatie niet.
LienVerpoestishoofddocentRussischeendiplomatiekegeschie- denis( KULeuven). Haarcolumnverschijnttweewekelijksopvrijdag.