Medewerkers Van Hool moeten ontslagronde vrezen bij ‘herstelplan’
De Vlaamse regering kijkt gespannen uit naar 11 maart, de dag waarop Van Hool zijn ‘herstelplan’ voorstelt. Ontslagen zijn onvermijdelijk, en zonder extra overheidssteun vrezen bonden en politici voor de toekomst van de busbouwer.
Weinig bedrijven hebben een grotere voetafdruk in Vlaanderen dan de Kempische busbouwer Van Hool. Letterlijk – de imposante fabriekshallen en -terreinen beslaan zowat de helft van Koningshooikt, de Lierse deelgemeente waar het in 1947 werd opgericht door Bernard Van Hool – maar ook figuurlijk, want het familiebedrijf groeide de volgende decennia uit tot een van de grootste onafhankelijke busbouwers van Europa, een “industrieel kroonjuweel” van Vlaanderen dat nog altijd zo’n 2.500 mensen tewerkstelt.
Maar het kroonjuweel is de afgelopen jaren heel wat van zijn glans verloren. Van Hool zit – onder meer door de coronacrisis, die de vraag naar touringcars volledig deed stilvallen – in grote financiële moeilijkheden. In 2021 werd een verlies van 64,4 miljoen euro geboekt, in 2022 ging het om 23 miljoen euro. Ook de schulden liepen ondertussen op, tot 417 miljoen euro. Ondertussen is zowat een derde van de werknemers tijdelijk werkloos.
Begin dit jaar werd met Marc Zwaaneveld een co-ceo naast Filip
Van Hool en een specialist in herstructureringen aan boord gehesen. Zijn opdracht: zo snel mogelijk een herstelplan uitvouwen. Dat plan, met een herstructurering, zou over twee weken, op maandag 11 maart, op een bijzondere ondernemingsraad voorgesteld worden, schrijft De Tijd. Een woordvoerder van het bedrijf bevestigt dat die op de agenda staat, maar wil geen details kwijt. “Na moeilijke jaren door corona, oplopende inflatie, kostenstijgingen en problemen met de aanvoerlijnen, werken we keihard aan een herstelplan”, klinkt het.
Bestelling misgelopen
Tegenover De Tijd zeggen vakbondsafgevaardigden dat het bedrijf zijn leveranciers niet meer op tijd kan betalen. In 2022 (de laatst gepubliceerde cijfers) had Van Hool al een achterstand van meer dan 35 miljoen euro voor de betaling van sociale lasten bij de overheid. Het eigen vermogen zakte van 130 miljoen in 2019 naar 30 miljoen in 2022.
Daarmee lijkt het bedrijf in een vicieuze cirkel terechtgekomen. Van Hool ziet de aanvoer van onderdelen stokken omdat het zijn leveranciers niet op tijd betaalt, waardoor de oplevering van de bestellingen vertraging oploopt. Mee daardoor koos De Lijn onlangs de Chinese producent BYD boven Van Hool voor een bestelling van 92 elektrische bussen, valt te horen bij een bron binnen de openbare vervoersmaatschappij. Van de 36 elektrische bussen die De Lijn in 2021 bij Van Hool heeft besteld, zijn er momenteel 27 geleverd, zei Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open VLD) woensdag in het Vlaams Parlement.
Dat De Lijn voor BYD koos, en niet voor een busbouwer uit eigen land, stuitte op heel wat kritiek en onbegrip bij onder meer vakbonden en politici. “De oplossing ligt voor de hand”, zei Vlaams Parlementslid Jos D’Haese (PVDA) woensdag. “De Lijn heeft de komende jaren honderden nieuwe elektrische bussen nodig en bij Van Hool hebben ze werk nodig.” Van Hool produceert zijn stadsbussen in Macedonië, maar “elke bestelling die we niet binnenhalen, heeft ook hier impact op de tewerkstelling”, zei een woordvoerder van Van Hool begin dit jaar als reactie op de gemiste bestelling.
Zware concurrentie
Maar de problemen bij Van Hool zijn niet louter het gevolg van die ene gemiste bestelling. Ze stapelen zich al langer op. Het bedrijf betaalt nu ook de prijs omdat het te laat inzette op elektrische bussen. Het was een voorloper op het vlak van waterstofbussen, maar hield (te) lang vast aan die technologie, ook toen al duidelijk werd dat de toekomst – zeker voor stadsbussen – bij elektriciteitsopslag in batterijen lag. Ondertussen zijn meer dan vier op de tien bestelde stadsbussen in Europa elektrisch, tonen cijfers van consultant Chatrou CME Solutions.
Toen De Lijn in 2021 een aanbesteding uitschreef voor zestig elektrische bussen, kon Van Hool aanvankelijk niet meedingen, omdat het op dat moment nog niet genoeg elektrische bussen had geleverd. Pas nadat de procedure was aangepast, mocht het uiteindelijk 36 e-bussen leveren.
Ondertussen zag Van Hool tijdens corona ook het orderboek leeglopen voor de touringcars, die in Koningshooikt worden geproduceerd. En hoewel de vraag herstelt, blijkt het moeilijk om te concurreren met kapitaalkrachtige groepen als Mercedes en Man, die tijdens corona de productie minder moesten stilleggen, zei Christophe Van Audenhove, secretaris bij de ACLVB, half februari in De Standaard.
Vlaamse garantie
In zijn zoektocht naar vers geld voor het herstelplan – waarbij ontslagen “niet te vermijden zijn”, volgens minister van Werk Jo Brouns (CD&V) – heeft Van Hool ook bij de Vlaamse regering aangeklopt. Die krijgt zo, enkele maanden voor de verkiezingen, een heikel dossier op haar bord. Noch minister-president Jan Jambon (N-VA), noch minister Brouns wil veel kwijt over het dossier tot er meer duidelijkheid komt over het herstelplan. “Van Hool is een heel belangrijke werkgever in onze regio”, zei Brouns woensdag in het Vlaams Parlement. De regering heeft “actie ondernomen vanaf het moment dat het bedrijf in zwaar weer terechtgekomen is”, klinkt het.
Onder meer via het overheidsfonds Gigarant zijn al waarborgen verstrekt om het bedrijf te ondersteunen, bevestigde Brouns. Daarbij kan Gigarant tot 80 procent waarborg staan voor leningen die Van Hool afsluit bij de banken. Bedragen worden niet genoemd, maar het zou gaan om “miljoenen”, volgens een bron binnen de regering. “Dat doe je alleen als je ervan uitgaat dat er nog een toekomst is”, klinkt het.
Van Hool was een voorloper op het vlak van waterstofbussen, maar hield (te) lang vast aan die technologie