Brussels Airlines is er nog niet helemaal bovenop
Het klinkt goed, een ‘recordresultaat’. Uitstekend zelfs. Reden om het glas te heffen bij Brussels Airlines, na vijf jaar van verliezen. Maar tegelijk is het woord ook misleidend. Want de winst mag dan wel tot vreugde stemmen, het betekent niet dat het bedrijf er weer helemaal bovenop is.
In de presentatie over de resultaten zette moedermaatschappij Lufthansa de cijfers van de verschillende dochterbedrijven handig naast elkaar. Uit dat overzicht blijkt overduidelijk dat Brussels Airlines nog altijd het kneusje van de groep is. Van de vijf werkmaatschappijen boekt de Brusselse dochter de laagste operationele marge. Het cijfer bedraagt minder dan de helft van het groepsgemiddelde. Swiss, de best presterende dochter, haalt een vier maal zo hoge marge.
Het is te begrijpen dat Lufthansa die situatie niet wil laten voortduren. De Duitse moedermaatschappij vraagt een operationele marge van 8 procent. Dat is het niveau dat de nodige investeringen mogelijk moet maken, en het bedrijf bestand moet maken tegen de schokken die de sector eigen zijn. De Duitse eigenaars zien geen reden waarom aan hun Belgische dochter lagere eisen gesteld zouden moeten worden dan aan hun andere werkmaatschappijen.
Het personeel gaat niet mee in die redenering. Tijdens de pandemie hebben de werknemers ingeleverd, en nu wordt het tijd om die stap achteruit ongedaan te maken, vinden de vakbonden. Dat is een logische eis. Uiteindelijk zijn het de werknemers die door hard werken de recordwinst mogelijk gemaakt hebben.
Het probleem is dat personeel en directie verschillende referentiekaders hebben. De bedrijfsleiding vergelijkt de resultaten van Brussels Airlines met die van Swiss, Austrian Airlines en Eurowings. Het personeel vergelijkt zijn loon en arbeidsomstandigheden met die van andere dienstverlenende bedrijven in België. In beide gevallen is dat, vanuit de verschillende gezichtspunten, terecht.
Een van de factoren die belangrijk zijn bij die vaststelling, is de automatische indexering van de Belgische lonen. In 2022 was die er de oorzaak van dat de loonkosten bij Brussels Airlines veel meer stegen dan die van andere Lufthansa-dochters. Zonder die indexering zou de winstmarge nu hoger hebben gelegen. De automatische index heeft de belangrijke verdienste om de Belgische koopkracht op peil te houden. Maar het mechanisme zet Belgische dochters van internationale groepen op achterstand. Zeker in arbeidsintensieve sectoren zoals de luchtvaart.
Zonder de automatische indexering van de lonen zou de winstmarge hoger gelegen hebben