Echte politieke macht is … tot 23 kunnen tellen (ongeveer)
Het succes van de uitersten en de terugkeer van de politieke families reduceren de federale regeringsvorming tot één vraag. Wie wordt groot genoeg om onmisbaar te zijn? Voor de N-VA is dat dé voorwaarde om confederale stappen te kunnen afdwingen.
Premier Alexander De Croo en MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez, broederlijk op de foto? In de politiek is elk huwelijk denkbaar in naam van de macht. Dat de MR en Open VLD zich aan elkaar klinken, heeft alles te maken met de federale puzzel die wacht. Zoals uit De Stemming blijkt, dreigt het speelveld na 9 juni erg klein te worden door de opmars van Vlaams Belang en de PVDA, twee partijen die federaal buitenspel staan. Een scenario waarbij 50 van de 150 zetels daardoor niet gebruikt kunnen worden om een meerderheid te vinden, is verre van ondenkbaar.
Het drijft de overige partijen als vanzelf naar elkaar om de 76 benodigde zetels voor een meerderheid te vinden. Of minstens 78, wil die meerderheid enigszins stabiel zijn. Simpele rekenkunde dicteert dat elke formatie – los van Vlaams Belang en de PVDA dus – in zo’n scenario incontournable wordt zodra ze 23 zetels binnenhaalt.
Het is een virtuele vingeroefening, maar ze toont helder aan waar al die nieuw ontdekte familieliefde plots vandaan komt. Zo gaven ook Sammy Mahdi (CD&V) en Maxime Prévot (Les Engagés) al aan dat ze samen in de regering willen, ondanks de inhoudelijke verschillen tussen de partijen.
Lijfsbehoud
Meer dan van ideologie of van een hernieuwde belgitude, is het een kwestie van lijfsbehoud. CD&V en Les Engagés hadden in 2019 17 zetels. De vraag is of de verwachte groei van Les Engagés het verwachte verlies van CD&V kan compenseren. Maar elk apart kunnen ze hoogstens depanneren, niet regisseren, zoals CD&V in 2019 ondervond.
Zo ook de liberalen. In 2019 haalden MR en Open VLD samen 26 zetels. Door de dreigende achteruitgang van Open VLD zullen dat er straks minder zijn. Maar zonder Open VLD weet Bouchez dat ook hij dreigt weggeduwd te worden. En ook Groen en Ecolo, in 2019 goed voor 21 zetels, zullen moeten vechten voor de status quo. Voor alle formaties wordt het knokken om echt incontournable te zijn. Alleen de PS en Vooruit zitten op rozen. Ze hadden al 29 zetels, en dat zullen er naar alle waarschijnlijkheid meer worden.
Systeemcrisis
Blijft over, de N-VA. De 25 zetels die de partij in 2019 had, zouden haar straks zo goed als zeker onmisbaar maken. Dat zou een ongelooflijke hefboom zijn voor de confederale eisenbundel. Lang zag voorzitter Bart De Wever de groeiende extremen dan ook als een objectieve bondgenoot voor zijn historische doel. Een systeemcrisis was een “opportuniteit”, zoals hij ooit uitlegde in De Standaard. Alleen zit ook de N-VA al even in een krimpscenario. Een terugval onder de 20 procent dreigt, wat de partij erg kwetsbaar zou maken. Is de N-VA niet onmisbaar, dan zal machtsdeelname evengoed betaald en onderhandeld moeten worden.
En dat terwijl de klassieke weg richting een nieuwe staatshervorming evenzeer gedwarsboomd wordt door de opmars van de uitersten. Zoals ook Nicolas Bouteca noteert in zijn pas verschenen overzichtswerk van de opeenvolgende staatshervormingen, Only in Belgium, lijkt het “pure sciencefiction” om de 100 benodigde zetels voor een tweederdemeerderheid te vinden. “Op Défi na moet elke regierungsfähige partij dan mee in bad. Het land zou echt al aan de rand van de afgrond moeten staan om dat geklaard te krijgen.”
Bouteca brengt in herinnering dat alleen al onderhandelen met de N-VA een brug te ver was voor Ecolo in 2019. Het valt te begrijpen dat De Wever op zo’n moment extralegale pistes overweegt om zijn confederale droom levendig te houden, maar meer dan een “surrogaatstrategie” is het niet, aldus Bouteca. En ook voor die strategie zou De Wever voldoende steun voor moeten verzamelen. Tenzij hij die dus kan afdwingen met zijn electorale sterkte.
Echte strijd vindt federaal plaats
Het is niet toevallig dat De Wever sinds kort de uitslagen interpreteert als de snelste weg richting een heruitgave van Vivaldi. En dat hij benadrukt dat de echte strijd federaal geleverd wordt. Dáár moet de N-VA voldoende groot worden. Blijft over, het dreigement dat de andere Vlaamse partijen niet meer op de N-VA “kunnen rekenen” als ze federaal buitenspel staat.
Dat kan in de praktijk maar twee dingen betekenen. Ofwel gaat de N-VA Vlaams aan de zijlijn staan, waardoor er mathematisch geen meerderheid mogelijk is los van de PVDA en Vlaams Belang. Maar veel indruk zou die sabotage federaal niet maken. Ofwel vormt de N-VA met Vlaams Belang een regering als ze een meerderheid hebben. Maar het is afwachten of die optie zich zelfs nog maar aandient, al was het maar omdat “de helft plus 1 zetel” al helemaal niet volstaat in een legislatuurparlement zoals in Vlaanderen, waar er geen vervroegde verkiezingen kunnen komen en je het dus wel vijf jaar moet zien vol te houden. Constructies met gedoogsteun zijn er om die reden ook niet evident.
Strategisch driebanden
Precies daarom strandde in 2019 de piste van een zogenoemde Bourgondische coalitie tussen de N-VA, Open VLD en de socialisten, samen goed voor nochtans 64 op 124 zetels. Te nipt, oordeelde De Wever. En gelukkig ging die coalitie niet van start, want met de exit van Sihame El Kaouakibi bij de liberalen begin 2021 zat ze al meteen door haar overschot. Op zo’n moment is je meerderheid maar zo sterk als het meest wispelturige lid ervan. Een werkbare meerderheid optuigen tussen de N-VA en Vlaams Belang zou daarom vereisen dat beide blokken veel groter worden dan vandaag en dat beide fracties voltallig mee zijn in het verhaal. Dat zijn veel (nog) niet vervulde voorwaarden.
Al dat strategische driebanden vervalt als de N-VA straks federaal tot 23 mag tellen – of wat finaal het aantal zetels zal blijken om onmisbaar te zijn. Ook de andere formaties zullen nagelbijtend afwachten waar ze stranden. En wie finaal een regering met Vooruit en de PS mag vormen, want dat de socialisten federaal opnieuw gaan besturen, dat staat mathematisch eigenlijk wel al vast.
Voor alle formaties wordt het knokken om echt incontournable te zijn. Alleen de PS en Vooruit zitten op rozen
Chef politiek