“De tijd dat golf een saaie sport voor oude mannen was, is voorbij”
Golf groeit. Zo sterk, dat sommige clubs werken met wachtlijsten. Andere clubs maken plannen om hun terrein uit te breiden. Is golf het nieuwe padel? En wat vinden golfers daar zelf van? “Mijn vrouw noemt golf een dure wandeling.”
“Heb je die Mercedes gezien?”, vraagt Etienne Dielman, die zijn leeftijd liever niet zegt, maar zijn balletjes slaat bij de seniors van de club. Hij staat op de parking van de Royal Golf Club in Oudenaarde, in de schaduw van het Nieuw Kasteel van Petegem, en wijst naar een auto in de hoek. “Wat een prachtige sportcar.” Terwijl hij aan het vertellen is, laadt hij een elektrische trolley in de koffer van zijn eigen wagen. Het is woensdagmiddag, Dielman heeft net gegolfd op ‘Anker’: een 18-holes golfbaan, omringd door tientallen wilgen, riet en een afgesloten arm van de Schelde.
Twintig jaar geleden legde Dielman voor het eerst een balletje op de tee, op vakantie in Colorado. Sindsdien is hij verknocht aan de sport, en hij is lang niet alleen. Volgens Golf Vlaanderen telden alle 55 Vlaamse golfclubs samen het afgelopen jaar een kleine 50.000 leden – bijna 15.000 meer dan tien jaar eerder. Vooral tijdens de coronacrisis groeide de sport sterk, omdat het een van de weinige sporten is waarin afstand houden mogelijk
is. Een aantal clubs – zoals De Palingbeek in Ieper – is intussen van plan om het aantal banen uit te breiden. Andere clubs werken met een wachtlijst voor nieuwe leden.
Handicap 0,8
Ook in Oudenaarde groeide het ledenbestand sterk, al is een ledenstop er voorlopig niet aan de orde. Vandaag telt de club 1.600 spelende leden – 300 meer dan voor corona. Cyril Van Merhaeghe (19), die in het zesde middelbaar lichamelijke opvoeding zit, heeft daar zijn eigen verklaring voor. “Golf is verslavend”, zegt hij, terwijl hij zich warm slaat op de driving range. “Zodra je het kunt, wil je altijd beter en verder spelen.” Op de grond ligt een vouwmeter die hem helpt om de perfecte hoek voor zijn swing te vinden. Zijn handicap is 0,8 – een professionele speler heeft handicap 0. Niet slecht dus, “maar het kan altijd beter.”
Van Merhaeghe golft al acht jaar, maar gaf dat vroeger niet graag toe. “Als je golft, denken de mensen meteen dat je rijk bent.
Nochtans zwemmen we thuis zeker niet in het geld. Met mijn moeder woon ik gewoon in een rijhuis.” Natuurlijk hangt er wel een stevig prijskaartje aan de sport, geeft de tiener toe. Hij wijst naar zijn koningsblauwe golftas vol woods, ijzers en putters. “Mijn materiaal kostte 3.000 euro, en als jeugdlid betaal ik 600 euro per jaar. Maar na school kom ik bijna elke dag oefenen, en je materiaal verandert niet elk seizoen. Voor mij is golf een investering.”
Rudi Bousse (72) uit Drongen weet dat zijn hobby niet de goedkoopste is. Zoals elke woensdag wandelt hij met drie vrienden van de ene hole naar de andere. Jaarlijks betaalt hij 2.500 euro lidgeld. “Als je elke maand eens goed op restaurant gaat, ben je dat geld ook kwijt”, zegt de kinesist op rust. Eindigen doet de groep in de 19de hole – het clubrestaurant én een belangrijk deel van beleving. Van elitesport is volgens hen geen sprake. “Tegenwoordig kun je heel laagdrempelig beginnen in een golfschool, of via Start to Golf”, zegt Jean-Pierre Decraene (77), een vriend van Bousse. Door het zompige gras hangen zijn regenlaarzen vol modder.
“Niet geïnteresseerd”
Negentig kilometer verderop, in de Antwerpse club Ternesse, werkten ze de voorbije jaren wel met een wachtlijst. Op het hoogtepunt telde die zo’n 200 kandidaat-leden. De club ligt langs de E34 in Wommelgem, maar op de uitgestrekte 18-holesbaan merk je daar weinig van. Aan de vijfde hole heeft Niels Jacoby (31) woensdagnamiddag net een bal geput. Dat golfen populairder wordt, is ook hem opgevallen. “Eindelijk wordt golf sexy”, zegt hij, “ook bij leeftijdsgenoten.” Jacoby begon op zijn elfde, samen met zijn opa. “Als jonge gast moest ik altijd mee met de senioren. Maar de tijd dat golf een saaie oudemannensport was, is voorbij.”
Volgens de dertiger is de sport vooral opener geworden. “Kijk naar mij.” Op zijn armen staan tattoos zoals ‘weekend’, in zijn linkeroor blinkt een oorbel en zijn haar ligt niet volledig in de plooi. “Op dat vlak is de nieuwe generatie een stuk losser.” Dat was niet altijd het geval. Toen Jacoby twintig jaar geleden begon, trok hij met zijn opa naar het Nederlandse Oostburg. “In de Antwerpse clubs raakte je niet zomaar binnen. Mijn familie heeft wel geprobeerd, bij Royal Antwerp in Kapellen ( de oudste club van het land, red.). We dienden een dossier in, hadden een meter en een peter. Na enkele maanden kregen we een brief terug: niet geïnteresseerd – wél handgeschreven.”
Vandaag zijn sommige clubs nog steeds exclusiever dan andere, zegt Christiaan Kuypers (55), die investeerder is op de beurs. Een kleine vierhonderd meter van
“Golf is verslavend. Zodra je het kunt, wil je altijd beter en verder spelen” Cyril Van Merhaeghe (19)
Jacoby heeft hij een half uur eerder zijn laatste hole van de dag geput. Zelf is Kuypers lid van twee clubs: Ternesse in Wommelgem en Royal Antwerp in Kapellen. “Aan de receptie in Kapellen spreken ze nog steeds Frans, en bij een prijsuitreiking dragen spelers altijd een cravate”, zegt de vijftiger. “En je hebt er nog steeds twee peters nodig, die garant voor je staan.” Volgens Kuypers is Royal Antwerp vooral een familieclub, terwijl Ternesse een echte sportclub is.
In het clubhuis van Ternesse drinken een paar golfers een frisse pint aan de toog. Volgens de uitbater is de club eerder “een café met een golfbaan errond”.
Ook Evita Anthoni (42) wijst op het open karakter van Ternesse. Buiten krijgt haar dochter EllaLouise (11) les. “Zelf zit ik in het jeugdcomité,” zegt de advocate, “en eind april organiseren we een gratis vriendjesdag, waarop iedereen welkom is.” Net als haar
dochter werd Anthoni vijf jaar geleden fan van de sport. “Het leukste aan golf is dat je als gezin samen kunt spelen”, zegt ze. “Door het correctiesysteem kun je ook winnen van iemand met een betere handicap.”
Verboden te vloeken
Hoe toegankelijk ook, golf blijft wel een etiquettesport. Dat vinden bijna alle spelers met wie we praten. “Dat heeft niets met snobisme te maken”, zegt Dielman, op de parking in Oudenaarde. “Maar ik wil me wel onderscheiden van mensen zonder manieren. Het hoort bijvoorbeeld niet dat je op de golf zit te vloeken aan de bar. Dan zul je vriendelijk verzocht worden om het clubhuis te verlaten. En op de baan is een golfer zijn eigen scheidsrechter, waardoor bepaalde regels gelden.” Nu de golfsport meer succes heeft, dreigen die soms te vervagen, zegt Dielman.
Die evolutie is ook Carole Detandt (64) niet ontgaan. Op de driving range in Oudenaarde leert ze haar twee kleinkinderen, Martin (6) en Jeanne (5), dat een ‘tee’ geen ‘tut’ is. “Goed hoor!”, roept ze, wanneer Martin zijn balletje ver weg slaat. Zelf begon Detandt in 2002 op de golfschool in Drongen. “Voor wij op een 18-holes
“Het leukste aan golf is dat je als gezin samen kunt spelen. En door het correctiesysteem kun je ook winnen van iemand met een betere handicap” Evita Anthoni (42)
baan mochten spelen, moesten we twee jaar oefenen en alle regels kennen”, zegt ze. “Nu voelen sommige starters zich meteen heer en meester op de baan. Ze rijden met hun kar over de box, terwijl dat volgens de etiquette niet mag. Als traditionele golfer erger ik me daaraan.”
Kinesist Bousse laat het niet aan zijn hart komen. “Over tien jaar zullen de nieuwe spelers de regels ook wel kennen”, zegt hij laconiek. Of hij niet bang is dat zijn sport op een bepaald moment té populair wordt? “Helemaal niet”, zegt hij. “Er zijn altijd leden die stoppen, door ouderdom of door ziekte, of gewoon omdat de sport hen niet ligt. Mijn vrouw, bijvoorbeeld. Zij kreeg de techniek niet onder de knie, wat haar frustreerde. Nu noemt ze golf ‘een dure wandeling’ ( lacht).”