Hardliners winnen Iraanse verkiezingen met historisch lage opkomst
De verkiezingen in Iran waren de eerste na de massademonstraties die volgden op de dood van de Koerdisch-Iraanse vrouw Mahsa Jina Amini. Ze eindigden, niet geheel onverwacht, in een machtsconsolidatie van het Islamitische regime.
1 De opkomst was historisch laag.
De apathie voor de politiek groeit al jaren onder de Iraanse bevolking. Nog nooit was de desinteresse zo groot. Ongeveer 60 miljoen Iraniërs mochten op 1 maart bepalen welke 290 parlementsleden in het parlement zouden zetelen en welke 88 islamitische geleerden deel uitmaken van de Raad van Experts, een overlegorgaan dat onder meer instaat voor de benoeming van de hoogste leider van Iran. Zo’n 25 miljoen Iraniërs maakten gebruik van hun stem.
De opkomst, van 41 procent, was nog lager dan tijdens de coronapandemie. Nog nooit trokken zo weinig Iraniërs naar de stembus. In de hoofdstad Teheran ging het maar om 24 procent. Een Iraanse vrouw vertelt aan De Standaard: “Niemand geeft om de verkiezingen, omdat er niets zal veranderen. We raken niet af van deze corrupte politici.”
2 De verkiezingen waren vrij noch eerlijk.
In de aanloop naar de verkiezingen werd de kandidatuur van veel prominente figuren voor de Raad van Experts gediskwalificeerd. De gematigde oud-president Hassan Rouhani en de voormalige minister van Inlichtingen Mahmoud Alavi zijn daar voorbeelden van. Beide zetelden in de huidige Raad van Experts, maar maakten nu geen kans. Voor gematigde of kritische stemmen bleven er twee scenario’s over: de verkiezingen links laten liggen of oproepen tot een boycot.
De Iraans-Amerikaanse onderzoeker Sina Toossi, fellow bij het Center for International Policy, ziet hoe daardoor een nieuwe competitie is ontstaan tussen de conservatieve groeperingen. Zo sprongen in Teheran enkele nieuwkomers in het oog die niet de mainstream conservatieve lijn volgden. Toossi: “Zij daagden de gevestigde conservatieve lijst uit, bekend onder de afkorting Shana en geleid door Mohammad Bagher Ghalibaf.” Ghalibaf is voorzitter van het parlement en voormalig commandant van de Revolutionaire Garde en heeft een lange politieke carrière achter de rug in Teheran.
3 De ultraconservatieven gaan met de winst lopen.
De drie grootste winnaars in Teheran behoren tot de meest fundamentalistische groepering binnen het politieke spectrum van de Islamitische Republiek. De geestelijke en voormalige parlementariër Mahmoud Nabavian is één van hen. Hij was een grote tegenstander van de nucleaire deal die Iran in 2015 onder Rouhani sloot.
Samen met de twee andere winnaars in Teheran is Nabavian, in tegenstelling tot reformisten en gematigde conservatieven, tegen elke vorm van hervorming of toenadering met het Westen. Met figuren als Ghalibaf die naar de rand van het politieke spectrum geduwd worden, lijkt Iran zich op te maken voor een nieuwe fase van conservatieve politiek, die nog compromislozer zal zijn.
4 Een legitimiteitscrisis dringt zich op.
Veel kiezers haken af uit onvrede met het rigide politieke klimaat. Mensen die loyaal zijn aan het regime, gaan wel nog stemmen, maar kiezen daarbij voor de meest fundamentalistische groeperingen. Hoe moet het tij dan keren? De kans op dringende, noodzakelijke hervormingen wordt met zulke ultraconservatieve leiders onbestaande.
De steun voor een voortzetting van hun beleid, wordt tegelijk ook steeds kleiner. In sommige steden stemde de grootste fractie van de kiezers blanco. Veel kandidaten haalden ook niet voldoende stemmen (20 procent) om in de eerste verkiezingsronde verkozen te worden. De ironie is dat die apathie het de conservatieven gemakkelijker maakt om aan de macht te blijven, op voorwaarde dat ze de opstand die het land heeft gezien in 2022 en 2023 definitief de kop kunnen indrukken.