“Wij willen niet naar Mars. Wij willen geld verdienen”
Nu een privébedrijf de eerste succesvolle maanlanding heeft voltooid, schakelt de commerciële ruimtewedloop in een hogere versnelling. Is het universum te koop? “De ruimte is een geheel nieuw speelterrein voor het kapitalisme.”
Twee weken geleden zette het Texaanse bedrijf Intuitive Machines de maanlander Odysseus op de maan. Perfect verliep dat niet. De landing ging iets te snel, waardoor de maanlander op zijn zij kiepte. Dat verkort zijn levensduur met een paar dagen, wat slecht nieuws is voor het ruimtevaartagentschap Nasa en private bedrijven, die allemaal instrumenten aan boord hebben. Het illustreert hoe nauw alles luistert in de ruimtevaart. Fouten zijn er meteen verschrikkelijk duur.
Lang waren het alleen overheden die zich bezighielden met de wedloop naar de ruimte. Maar sinds Elon Musk met SpaceX de geslaagde gok nam om de kostprijs van raketten flink te verlagen, is er een nieuwe race naar de ruimte ontketend, ditmaal tussen bedrijven. Commerciële ruimtevaart is een boomende markt. In een recent rapport raamt onderzoeksbureau CoherentMI de omvang van de ruimte-economie op omgerekend 480 miljard euro, met de verwachting dat dit bedrag tegen 2030 meer dan verdubbelt.
Vooral satellieten zijn daarin belangrijk, en bijgevolg ook de raketten waarmee ze in een baan rond de aarde komen. In zijn pas vertaalde boek Universum te koop belicht Ashlee Vance, biograaf van Elon Musk en technologiejournalist bij Bloomberg, vier bedrijven die na SpaceX achter het hemelgoud zijn gegaan: satellietfabrikant Planet Labs en de raketbouwers Rocket Lab, Astra en Firefly. Het boek geeft een boeiende inkijk in hoe snel deze markt zich ontwikkelt, en welke moeilijkheden daarbij opduiken.
Veel en goedkoop
Het viertal bouwt voort op de kennis van Nasa, al vinden ze Nasa hopeloos bureaucratisch, traag en duur. Zij doen het anders: alles moet snel, efficiënt en zo goedkoop mogelijk. Waarom zou je voor een speciaal ontworpen en peperduur onderdeel gaan, als gewone consumentenproducten ondertussen dezelfde mogelijkheden bieden? Een kleine satelliet doen draaien op een smartphone, bijvoorbeeld.
Wat bij Planet Labs begon met een satelliet die gemaakt was van Lego, is uitgegroeid tot een netwerk van kleine satellieten op zonne-energie. Deze ‘Doves’ kunnen alles op aarde fotograferen. Zij laten toe illegale houtkappers in het Amazonewoud te lokaliseren, net zo goed als het aantal auto’s te tellen op de parkeerplaatsen van Walmart, zodat hedgefondsen de winstgevendheid van de winkelketen kunnen inschatten.
Het is de overwinning van ‘veel en goedkoop’ op ‘weinig en duur’. Als een satelliet van 1 miljard dollar ontploft op het lanceerplatform, betekent dat het einde van enkele bedrijven, merkt Vance op. Als een paar goedkope satellieten uit elkaar knallen, maak je er gewoon een paar nieuwe. Hetzelfde geldt voor de raketten die de satellieten vervoeren. Als je er veel voor een lage prijs kunt maken, is het niet dramatisch als het af en toe mis gaat.
Durf en bluf
Maar de praktijk gaat niet over rozen. Vance beschrijft meermaals de calvarietocht van achter geld aangaan, ontwerpen, testen, de ontplofte raket opruimen, opnieuw proberen. Ofwel lukt het uiteindelijk en lonkt een miljardenwaardering, ofwel geven de durfkapitalisten de hoop op en draaien ze de geldkraan dicht. Het klinkt of het botst.
Om de droom levend te houden, komt er wel eens bluf aan te pas. Astra-topman Chris Kemp spon jarenlang grote beloftes, maar de resultaten bleven uit. Zo stuurde hij in 2018, tegen het advies van zijn medewerkers in, een team naar Alaska met een raket die nog bulkte van de fouten. Daar gingen weken en sloten geld verloren voordat Rocket 1 de lucht inging. Hij explodeerde bijna ogenblikkelijk.
Nadat ook Rocket 2 tijdens de vlucht was ontploft, moest Kemp via de telefoon verslag uitbrengen aan zijn raad van bestuur. “Het was een mooie vlucht”, repeteerde hij vooraf hardop, “ja, het was geweldig”. Toen het telefoongesprek was afgelopen en Kemp de felicitaties in ontvangst had genomen, draaide hij zich naar Vance. “Als je een lancering inkleedt als een geweldig succes, dan is ze dat ook.”
Als je veel raketten voor een lage prijs kunt maken, is het niet dramatisch als het af en toe mis gaat
Missie van God
Als je de ceo’s en oprichters van deze bedrijven mag geloven, zullen we alleen maar beter worden van hun activiteiten. Zegt Peter Beck van Rocket Lab: “Het gaat ons om het vergroten van het menselijk potentieel. We gaan naar de ruimte om mensen op aarde te helpen.” Of Kemp: “We hebben Astra opgericht met de gewaagde missie om vanuit de ruimte het leven op aarde te verbeteren.” Tom Markusic van Firefly ziet zich zelfs op een missie van God om de menselijke intelligentie door het universum te verspreiden. Het contrasteert fel met de ongepolijste woorden van Max Poljakov, ooit zakenpartner van Markusic: “Wij willen niet naar Mars vliegen. Fuck it. We willen veel geld verdienen.”
Voor een boek over “een geheel nieuw speelterrein voor het kapitalisme” is het opmerkelijk hoe weinig aandacht Vance besteedt aan de grenzen van dat terrein. Kort duikt LeoLabs op, een start-up die voorspelt wanneer satellieten met elkaar kunnen botsen. Het is geruststellend dat er een bedrijf bestaat dat dit soort werk doet, maar ook verontrustend dat zo’n taak is opgenomen door de commerciële sector, vindt Vance.
Er zweven nu ruim 8.000 satellieten rond, binnen een paar jaar is dat een veelvoud daarvan. Satellieten die niet langer nuttig zijn, branden idealiter op in de atmosfeer of worden in een zogeheten ‘kerkhofbaan’ gebracht, waar de kans op een botsing kleiner is. “Maar jammer genoeg is niet iedereen even netjes”, zegt Pieter Visser, ruimtevaartdeskundige aan de TU Delft. “Heel wat bedrijven laten hun satellieten na het einde van hun levensduur gewoon rondvliegen. Het kan duizenden jaren of langer duren voordat ze genoeg gedaald zijn om op te branden in de atmosfeer, als dat al ooit gebeurt.”
Als satellieten met elkaar botsen, kan ruimtepuin via een kettingreactie onze communicatie- en gps-systemen vernietigen, waarschuwt Vance, “en zo het leven op aarde terugslingeren naar een ander tijdperk”. Het toont dat er grenzen moeten zijn aan het kapitalisme, ook in de onbegrensde ruimte.