We hebben nood aan een collectieve coronaherdenking
CORONACRISIS De coronapandemie hertekende het leven van iedereen. Dat moeten we gezamenlijk herdenken, stelt Giselinde Kuipers.
Volgende week is het vier jaar geleden dat de coronapandemie Europa lamlegde. Op 18 maart 2020 gingen in België de winkels dicht en sloot de EU alle buitengrenzen. De eerste weken van de pandemie staan ons nog helder voor de geest: de stille straten, de persconferenties, de angstige eerste dagen, het hamsteren, het gepuzzel met bubbels, de speculatie over het ‘nieuwe normaal’. Maar ook: de saamhorigheid, het klappen voor de zorg, de honderden memes die iedereen deelde, het gevoel een historisch moment mee te maken.
Zo dramatisch en collectief als de pandemie begon, zo vlak en individueel eindigde ze. Na een jaar of drie was de pandemie uitgedoofd. Deze winter zijn de mondmaskers verdwenen uit het straatbeeld, zieke mensen zijn weer gewoon ziek zonder testen, en er wordt in de trein weer volop gehoest. Over de pandemie wordt vaak gepraat als iets uit een ver verleden.
Veel mensen wilden na de pandemie zo snel mogelijk terug naar het normale leven. Dat is begrijpelijk: het is een natuurlijke reactie om vervelende periodes zo snel mogelijk te vergeten. Maar ingrijpende momenten moeten, zoals dat tegenwoordig heet, ‘een plekje krijgen’. Dat kan individueel, een oplossing die veel mensen nu kiezen, als je de run op psychische zorg ziet. Maar het is beter dat collectief te doen, in dezelfde mate als bij het begin van de pandemie.
Ik pleit daarom voor een gezamenlijke herdenking van de pandemie. Dat kan dit jaar al, bijvoorbeeld op 18 maart, de dag van de gesloten grenzen. We kunnen in gezinnen, organisaties, bedrijven, scholen en universiteiten stilstaan bij een periode die de loop van onze levens verlegd heeft. En in maart 2025, vijf jaar na de start van de pandemie, kunnen we een landelijke covidherdenking organiseren.
De pandemie heeft het leven van ons allemaal blijvend veranderd. Dat geldt allereerst voor de nabestaanden van de mensen die zijn gestorven aan covid; volgens Worldometer zijn dat er 34.376 in België. Vandaag lijden ook heel wat mensen aan long covid. Voor hen komt er stilaan erkenning.
Voor altijd een andere blik
Daarnaast heb je de jongeren die in een cruciale fase van hun leven thuis vastzaten, hun leeftijdsgenoten alleen zagen via een scherm, en soms zelfs beboet werden als ze buiten met vrienden afspraken. De ouderen en langdurig zieken die in volledige isolatie moesten en soms meer dan een jaar lang alleen mensen zagen met maskers op of door een raam. De mensen in de zorg die zich te pletter werkten, en vaak zelf ook ziek werden. De ouders met jonge kinderen die ’s avonds en ’s nachts doorwerkten, omdat ze overdag hun kinderen opvingen of lesgaven. De ondernemers die hun bedrijven zagen instorten.
Maar ook voor alle anderen, die misschien positieve herinneringen hebben aan de kalmte van de lockdown, is het belangrijk om de pandemie te herdenken.
In maart 2020 realiseerde iedereen zich dat de wereld er in een klap helemaal anders kan uitzien, dat alles wat je voor normaal houdt, plotseling weg kan vallen. Zo’n moment hadden veel mensen in veilige, stabiele samenlevingen als de onze nog nooit meegemaakt. Na die ervaring zit er voor altijd een barstje in het venster waardoor je de wereld ziet.
Ik schrijf dit pleidooi als docent, als werkende moeder, en als socioloog. Als docent zie ik van dichtbij hoe zwaar tieners en twintigers het tijdens de lockdowns hebben gehad en hoe dat hun leven vandaag nog tekent. Als
Een collectief trauma moet collectief worden verwerkt. Je mag het niet wegmoffelen of individualiseren
werkende moeder was ik een van de velen die probeerden een veeleisende job te blijven uitoefenen in combinatie met een jong kind thuis. Ik werkte avonden en weekenden door, gaf colleges met een kind op schoot, en merk nu dat werkgevers en collega’s – vooral degenen zonder (of met oudere) kinderen – dat vergeten lijken te zijn.
Gedeelde ervaring
Maar ik schrijf dit pleidooi vooral als cultuursocioloog. Vanuit die functie weet ik dat betekenisgeving altijd collectief gebeurt. Als we de verwerking van de pandemie tot een individuele zaak maken, iets wat iedereen het best in zijn eentje oplost, is dat ook een collectieve beslissing. Juist doordat de betekenisgeving in de loop van de pandemie zo uiteenliep en gepolitiseerd werd, is het verleidelijk het er niet over te hebben.
Een collectief trauma – want dat is het – moet juist wel collectief worden verwerkt. Niet door het weg te moffelen of te individualiseren, maar door het publiek te maken en te erkennen.
In het begin van de pandemie deden we dat bijna vanzelf. In die periode verzamelde ik met collega-onderzoekers ‘coronahumor’ (DS april 2020). Zulke grapjes en memes vallen onder collectieve betekenisgeving: ze helpen ons onze ervaringen en interpretaties te toetsen aan die van anderen: Wat is er aan de hand? Zien en voelen anderen dit op dezelfde manier als ik?
Een collectieve herdenking zou ons helpen om het einde van de pandemie net zo gezamenlijk te beleven als het begin. De coronapandemie is tot vandaag de meest ingrijpende gebeurtenis van de 21ste eeuw. Uiteraard ziet niet iedereen dat op dezelfde manier: herdenken gaat altijd gepaard met discussie en zelfs met strijd. Maar discussie kan louterend zijn, zeker in een verdeelde samenleving. Een collectieve herdenking brengt niet alleen erkenning voor mensen die door de coronapandemie getroffen zijn, maar biedt ons allen de mogelijkheid te herontdekken hoeveel van onze ervaringen we delen.