Poetins oorlogstrom als wekker
Europa moet zich beraden over de vraag hoe het de Russische oorlogsdreiging beantwoordt, schrijft Caroline de Gruyter. Niets doen maakt Poetin sterker.
Toen schrijver-journalist George Orwell eind jaren 30 terugkwam uit Spanje, waar hij in de burgeroorlog had gevochten aan de zijde van de communisten, was hij diep geschokt door wat hij had meegemaakt. Emotioneel en intellectueel moest hij zijn denkbeelden – over de wereld, de mensheid, pacifisme – drastisch herzien. Maar misschien was hij nog meer in de war door de staat waarin hij zijn land aantrof: alles was er namelijk net zoals voorheen. Er was niets veranderd. Het Europese continent gleed in de afgrond, maar de Britten leek dat niet te raken, schreef Orwell aan het eind van zijn boek Homage to Catalonia. Integendeel. De heggen, de rode dubbeldekkers, de koninklijke ontvangsten, de duiven op Trafalgar Square: alles was bij het oude gebleven. “Alles was in een diepe, diepe, diepe, Britse slaap en vaak vrees ik dat we daaruit ruw ontwaken door het gebulder van bommen.”
Strategische ambiguïteit
Dat was exact wat er gebeurde. Maar het moet gezegd: die slaperigheid, die totale ontkenning van alle signalen en voortekenen van naderende rampspoed, is niet alleen Brits. Heel Europa kan er wat van. Toen, en nu. Het dovemansgesprek tussen Parijs en Berlijn van afgelopen dagen over grondtroepen naar Oekraïne sturen, is daar een goed voorbeeld van. Emmanuel Macron, de Franse president die tot voor kort waarschuwde dat we Rusland in zijn eer moesten laten, begint alarm te slaan, omdat hij ziet dat de Russische president Poetin niet van plan is compromissen te sluiten over Oekraïne en vastbesloten is om het bij Rusland in te lijven. En nu hoge Russische functionarissen en staatsmedia openlijk zeggen dat Polen en de Baltische staten daarna aan de beurt zijn, legt
Macron een link tussen de lauwe westerse steun aan Oekraïne en Poetins overtuiging dat het Westen hem niet gaat stoppen – wat hij ook doet. Vandaar Macrons opmerking dat hij “niet uitsluit” dat er op een dag grondtroepen naar Oekraïne gaan: of je het werkelijk doet is een ander paar mouwen, maar het wordt tijd om Poetin duidelijk te maken dat het kán gebeuren, en dat Europa daarom grenzen trekt. “Strategische ambiguïteit” noemt Macron het: laat de vijand maar gissen wat je werkelijk van plan bent, zet hem op het verkeerde been.
Helaas zijn veel andere Europese leiders in een acute kramp geschoten na die woorden van Macron, die hij deze week in Praag herhaalde. De Duitse bondskanselier Olaf Scholz ontkende in alle toonaarden dat er ooit grondtroepen naar Oekraïne gaan. Voor Duitsers, verklaarde hij, was dat principieel een stap te ver. Ook de Amerikanen hebben uitgesloten dat ze grondtroepen sturen. Zo blijft een deel van het Westen zijn kop in het zand steken en geloven dat de bui wel overwaait. Precies het signaal dat Poetin nodig heeft om door te stoten als hij wil. Parijs mag de voortekenen nu zien, maar als Berlijn en Washington niet meedoen, blijft een Europese defensie voorlopig een gedachteexperiment. Die situatie kun je een beetje vergelijken met die aan het begin van de Eerste én de Tweede Wereldoorlog.
Struisvogelgedrag
In haar boek l’Ensauvagement - Le retour de la barbarie au XXI siècle, dat in 2005 verscheen, schreef de Franse filosoof en expert buitenlandpolitiek Thérèse Delpech (1948-2012) dat Europeanen een lange traditie hebben in struisvogelgedrag. “Ze hebben zo ongeveer niks zien aankomen: noch de Russische revolutie, noch de Chinese revolutie, noch beide wereldoorlogen, de uitroeiing van de joden, de culturele revolutie in China, de tragedie in Cambodja of honderd instortende verdiepingen van het World Trade Center.” Europeanen, concludeerde ze, zijn meesters in het verdringen van alles wat met oorlog te maken heeft. Zelfs de ‘oorlog tegen het terrorisme’ voeren ze halfhartig, omdat ze eigenlijk geen oorlog willen voeren. Volgens haar komt dit doordat oorlogen in Europa altijd zo verwoestend zijn en zulke psychologische trauma’s veroorzaken, dat Europeanen na elke oorlog onmiddellijk zelfs maar het idee van oorlog verdringen.
Amerikanen vechten oorlogen doorgaans buiten de landsgrenzen uit. Vandaar dat zij beter met oorlogsscenario’s kunnen leven dan Europeanen
Europese defensie
Daar had Delpech een belangrijk punt: Europa is altijd zelf strijdtoneel, Amerika niet. De Amerikanen vechten oorlogen doorgaans buiten de landsgrenzen uit. Vandaar dat zij beter met oorlogsscenario’s kunnen leven dan Europeanen, en beter voorbereid zijn: het staat relatief iets verder van hen af. Oorlog in Europa is altijd zo vernietigend, en het continent ligt naderhand altijd zo in puin, dat mensen de mogelijkheid van een nieuwe oorlog keihard moeten ontkennen om verder te kunnen leven. Ze verwerpen het motto van de oude Romeinen dat je je, om oorlog te voorkomen, juist op oorlog moet voorbereiden – “si vis pacem, para bellum” –, omdat een sterke defensie de vijand op afstand houdt. Het enige wat ze kunnen, is “het romantische idee omarmen dat de geschiedenis ineens een vreedzame wending krijgt”. Dat verklaart onder meer waarom zoveel Europeanen zich tijdens de Koude Oorlog niet alleen afzetten tegen Moskou, maar ook tegen Washington. Dat gebeurt nu opnieuw. Poetin is de agressor: hij valt Oekraïne binnen, dreigt met kernbommen op Navo- en EU-landen, maar in Europa hoor je mensen zeggen dat de VS de boel ophitsen. Maar de VS zijn voor hun doen extreem terughoudend, omdat ze de handen vrij willen voor een escalatie in Zuidoost-Azië.
De Europese eenwording was een geslaagde poging om oorlog van het continent te verbannen. “We zijn,” schreef Delpech, “het verleden vergeten en uit de geschiedenis gestapt”. We zijn pacifisten geworden en voeren geen oorlog meer op het continent. Maar één ding zijn we vergeten: wat doen we als iemand óns aanvalt? Die vraag moeten we nu dringend beantwoorden, want de geschiedenis is terug en het verleden ook. Als we daar eindelijk mee in het reine willen komen, rest ons maar één mogelijkheid: een Europese defensie optuigen. En snel ook. Anders zijn wij het deze keer misschien, die uit een diepe slaap gewekt worden.
Caroline de Gruyter is Europacorrespondent, standplaats Brussel. In ‘Boeiende tijden’ reflecteert ze over de actualiteit van de voorbije weken. *