Europa is niet voorbereid op snel toenemende klimaatrisico’s
“Mijn fretten hebben één focus, de nek van de rat” Europa is het snelst opwarmende continent, maar bereidt zich te weinig voor op de gevolgen daarvan. Voor de eerste keer maakte het Europees Milieuagentschap een grootschalige analyse van de impact van de
In vergelijking met andere delen van de wereld lijkt Europa redelijk goed beschermd tegen de gevolgen van de opwarming van de aarde. Maar schijn bedriegt. Niet alleen warmt Europa dubbel zo snel op als de rest van de wereld, we zijn ook helemaal niet goed voorbereid. De klimaatrisico’s nemen snel toe en vormen een bedreiging voor de energie- en voedselzekerheid, ecosystemen, infrastructuur, watervoorraden, financiële stabiliteit en de volksgezondheid.
Dat schrijft het Europees Milieuagentschap (EMA) in een eerste grootschalige doorlichting van de risico’s van de opwarming van de aarde. “Extreme hitte, droogte, natuurbranden en overstromingen zoals we die in de afgelopen jaren hebben gezien, zullen alleen maar verergeren, zelfs als we de opwarming redelijk onder controle kunnen houden”, zegt EMA-directeur Leena Yla-Mononen. Nieuw is die vaststelling niet, maar het EMA trekt aan de alarmbel, omdat Europa veel te weinig investeert in maatregelen die het continent weerbaarder moeten maken. Uitstellen is geen optie meer.
Het prijskaartje dat aan de klimaatrampen hangt, zal immers alleen maar groter worden. “De voorbije drie jaar liep de schade op tot ongeveer 50 miljard euro. Slechts een kwart daarvan was verzekerd, de rest van de kosten wordt afgewenteld op de samenleving”, aldus Blaz Kurnik, die mee het rapport opstelde.
De kans is groot dat verzekeringspremies en leningen veel duurder worden, en dat zal de kloof tussen arm en rijk alleen maar vergroten. Europa moet daarom dringend werk maken van solidariteitsmechanismen. Gezinnen met een laag inkomen worden kwetsbaarder. Het Solidariteitsfonds van de Europese Unie is de voorbije jaren al ernstig uitgedaagd.
Geen wonderoplossingen
Het milieuagentschap stelt 36 grote klimaatrisico’s vast binnen vijf brede clusters: ecosystemen, voedsel, gezondheid, infrastructuur, economie en financiën. Meer dan de helft van die grote klimaatrisico’s vereist onmiddellijk meer actie. Acht daarvan zijn bijzonder urgent. Het wordt cruciaal om ecosystemen in stand te houden en mensen te beschermen tegen hitte, overstromingen en natuurbranden.
Door het boerenprotest en de oorlog in Oekraïne zijn Europese leiders een bocht aan het maken. Ambitieus klimaatbeleid is niet langer de topprioriteit
De risico’s van hitte en droogte voor de productie van gewassen zitten al op een kritiek niveau in ZuidEuropa, maar ook landen in Midden-Europa lopen risico. Vooral lange perioden van droogte vormen een bedreiging voor de gewasproductie, de voedselzekerheid en drinkwatervoorziening. Wonderoplossingen zijn er niet, maar het zou helpen minder dierlijke eiwitten te produceren en over te schakelen op meer duurzaam geteelde plantaardige eiwitten. Met andere woorden: de landbouw in Europa moet minder inzetten op vleesproductie. Zelfs een gedeeltelijke verschuiving zou het waterverbruik in de landbouw en de afhankelijkheid van geïmporteerd diervoeder verminderen.
België en de andere laaggelegen kustgebieden (inclusief veel dichtbevolkte steden) worden dan weer bedreigd door overstromingen, erosie en insijpeling van zout water. Vooral de mariene en kustecosystemen lopen groot gevaar. Op het eerste gezicht lijkt dat minder cruciaal, maar op termijn zijn de gevolgen groot voor voedsel, infrastructuur en economie.
Wake-upcall
Het rapport leest in de eerste plaats als een wake-upcall. De Europese Unie moet de gevolgen van de klimaatverandering veel ernstiger nemen. “Natuurlijk blijft het essentieel dat we de uitstoot van broeikasgassen verder verminderen, maar onszelf aanpassen aan de gevolgen van de opwarming, wordt almaar belangrijker en daarvoor nemen de EU en de lidstaten nog te weinig initiatieven”, zegt Yla-Mononen. “De maatschappij is nog onvoldoende voorbereid, omdat de uitvoering van het beleid achterloopt op de snelle groei van de risico’s.” Het milieuagentschap benadrukt dat de EU en de lidstaten moeten samenwerken. Het is absoluut een gedeelde verantwoordelijkheid. Ook de regionale en lokale niveaus moeten erbij betrokken worden.
Het rapport komt op een gevoelig moment. Door het aanhoudende boerenprotest en de oorlog in Oekraïne zijn Europese leiders een bocht aan het maken. Ambitieus klimaatbeleid lijkt niet langer een absolute prioriteit. De vraag is of dit rapport een verschil kan maken.
De Europese Commissie stelt morgen plannen voor die een antwoord moeten geven op dit rapport. Kunnen die plannen nog omgezet worden in beleid? In juni zijn er Europese verkiezingen en overal in Europa geven kiezers het signaal dat ze klimaat even niet meer zo belangrijk vinden, tenminste als ze in het stemhokje staan. Groene partijen hebben het overal moeilijk.
Voor elke Brusselse inwoner zijn er naar schatting twee ratten. Maar de gemeente Etterbeek kreeg de knaagdieren naar eigen zeggen klein. Jean De Marcken, de rattenvanger van Etterbeek, gebruikt gif noch vallen, maar zelf gedresseerde fretten die ruwweg de rattenkop eraf bijten. “Mijn fretten hebben één focus, één vijand: de rat.”
“Ratten hebben de keuze om gif te eten of in de val te lopen. Maar bij mij krijgen ze geen keuze: mijn fretten en hond achtervolgen hen tot ze geen kant meer op kunnen.” Jean De Marcken fronst in de richting van een hoop vuilniszakken, het “openluchtrestaurant” voor een enorme rattenplaag in Etterbeek.
Marcken doet al twintig jaar dienst als vaste rattenvanger van de Brusselse gemeente. De rattensituatie in de hoofdstad is schrijnend, zegt burgemeester Vincent De Wolf (MR). Maar in zijn gemeente hebben ze die onder controle, klinkt het, dankzij De Marcken en zijn fretten.
“Kijk”, zegt De Marcken, en hij raapt twee dode ratten van de grond die zojuist ten prooi zijn gevallen aan zijn fretten. Hij houdt ze aan de staart omhoog, de hals van een van de diertjes is bijna volledig doorgebeten. Hij laat ze weer los. Met een doffe klap vallen ze op de grond. De Marcken zet er twee fretten naast. Onmiddellijk beginnen ze te bijten en knagen aan de halzen van de al dode ratten. Ze blijven bijten tot De Marcken de fretten weer op zijn mouw hijst. “Zo zijn ze geschoold. Eén focus, één vijand: de rat.”
We staan op het Charles-Maurice Wiserplein in Etterbeek, ooit misschien een groen grasperkje, maar nu een stinkende hoop platgetrapte rattenkeutels achter een bushalte en een scheve toren vuilniszakken die al van een straat verder te ruiken is. Rattenvanger Jean De Marcken heeft netten rond het plantsoen gespannen, zodat ongedierte nergens heen kan.
Midden in dat omheinde plantsoen: een plaag opgejutte ratten, De Marcken met zijn fretten en hond Theo, de burgemeester, een Zwitserse journalist en vijf medewerkers van Net Brussel. Rondom de netten en hagen staan buurtbewoners gespannen te kijken.
“Probleem van hele gemeenschap”
Het graspleintje wordt door ratten geteisterd sinds de vuilniskar niet meer tot aan de deur van de appartementsgebouwen wil rijden. Nu stapelt iedereen zijn vuilnis op aan de bushalte in de straat. En dan krijg je ratten. “Eerst is dat een klein, lokaal probleem, maar het wordt een probleem voor de hele gemeenschap, want ratten planten zich als zotten voort”, zegt De Marcken.
In de grond zitten tientallen ratten
holletjes ter grootte van een vuist. “Theo!”, roept De Marcken. Zijn kleine hond met platte snuit snuffelt aan alle holletjes en blaft als er een rat in zit. De Marcken laat de fretten, die langwerpig en dun genoeg zijn, in de holletjes los. Ofwel bijten ze de rat ondergronds dood, ofwel ontvlucht die zijn hol en wordt hij op de begane grond doodgebeten door De Marckens fretten of hond. Als de rat geluk heeft, weet hij te vluchten in de rioolput.
Morgenochtend is De Marcken van plan netten te leggen op die rioolputten, “zonder de pers erbij, want dat is een delicate taak”. De netten verhinderen de ratten om terug naar boven te klimmen.
Is zo’n net echt voldoende om de ratten weg te houden van de vuilnistoren? De Marcken steekt zijn wijsvinger op. “Zo mag je niet denken”, zegt hij. “Het gaat erom dat het moeilijker wordt voor de ratten en zo ook voor hun voortplanting.” Want de rattenplaag vergroot exponentieel, aldus De Marcken, en elke dwarsboom betekent een significant verschil.
De Marcken heeft zijn fretten thuis gekweekt en opgeleid om de ratten op te jagen dan wel dood te bijten. “Veel fretten worden geboren met een sympathie voor ratten. Als ik ze bij een rat in een kooi zet, gaan ze soms aandoenlijk lief ernaast liggen of kopjes geven. Maar ik leer ze om de ratten als de ultieme vijand te zien.”
“Oh! Daar! Een grote rat! Da’s een grote!”, roept een bewoner die naar het spektakel staat te kijken. “Theo! Theo!”, roept De Marcken. De hond snelt naar de dikke rat, die uit het perkje probeert te ontsnappen maar op de netten botst. Theo grijpt de rat en bijt hem dood, zijn kop agressief heenen weer schuddend. De toeschouwers joelen en applaudisseren. Een medewerker van Net Brussel met fluohesje houdt de rat omhoog en doet hem in een plastic zak. De teller staat al op vier dode ratten.
Burgemeester Vincent De Wolf staat in een glimmend maatpak te kijken naar de fretten die de ratten achtervolgen tussen de vuilniszakken. “Zoals Jean zijn er geen twee”, zegt hij. “Intussen zie ik hem als een vriend. Hij ging enkele maanden geleden met pensioen, maar als gemeente schakelen we hem nog in voor dit soort opdrachten.”
Fretteren
Eerder rezen binnen het college van Etterbeek ethische bezwaren over De Marckens methode, vertelt communicatiechef Katiana Van Roosbroeck. Liggen die nog op tafel? “Als u ratten in uw voortuin heeft, wilt u dan geen oplossing?”, vraagt De Wolf een beetje geïrriteerd. Hij wacht niet op een antwoord. “Jeans aanpak lijkt misschien gruwelijk, maar wat vooral weerklinkt, is dankbaarheid. De bewoners van de appartementen hierachter hadden al vergif ge
“Veel fretten worden geboren met een sympathie voor ratten. Als ik ze bij een rat in een kooi zet, gaan ze soms aandoenlijk lief ernaast liggen of kopjes geven. Maar ik leer ze om de ratten als de ultieme vijand te zien”
Jean De Marcken
Rattenvanger
legd, maar de ratten bleven zich voortplanten en de buurt teisteren.” Want zoals De Marcken zei: als ratten de keuze krijgen, kiezen ze voor het lekkers in de vuilniszakken en niet voor het vergif.
Of ze eens een fret mag vasthouden, vraagt de Zwitserse journalist die ter plaatse kwam om een reportage te maken over de rattenvanger van Etterbeek. De Marcken kwam de laatste tijd verschillende keren in de wereldpers. “Ratten en fretten: hoe Belgen zelfs bij ongedierte een compromis zoeken”, luidde een krantenkop in de
Spaanse krant El Mundo afgelopen december. “In Etterbeek moeten fretten de ratten verjagen en doden”, schrijft de Zwitserse journalist achteraf in Le Temps, een FransZwitserse krant. “De Brusselse gemeente is de enige in België die al meer dan tien jaar ratten doodt met andere marterachtigen, maar de methode is even natuurlijk als radicaal.”
Met zijn langwerpige lijf en roofzuchtige karakter is de fret een uitstekende jager. Fretten worden daarom wel vaker ingezet bij de jacht, vertelt Christophe Rutsaert van de Hubertus Vereniging Vlaanderen, met name in de konijnenjacht. ‘Fretteren’ heet dat. “De fret verdrijft een konijn uit de pijp, waardoor het gevangen of geschoten kan worden. Bij ratten is fretteren minder vanzelfsprekend, omdat ratten ook in grachten leven en goede zwemmers zijn.” Op de vraag of de methode wettelijk is, antwoordt Rutsaert stellig: “Dat mag volgens de jachtwetgeving.”
“Vermijdbaar leed”
“Mensen zien mijn methode vaak als een natuurlijke methode, wat het niet is: ik train mijn fretten om ratten te doden. Maar het blijft ethischer dan vergif”, aldus De Marcken. “Met gif duurt het soms dagen voor de ratten eraan bezwijken, en het kan gevaarlijk zijn voor andere dieren, zoals honden, of voor de bodem.” Ook rattenvallen zijn een stuk wreder dan de frettenbeet, klinkt het. Een rattenklem breekt meestal de nek- of ruggenwervel, waarna de beestjes geduldig hun dood moeten afwachten. Andere types vallen maken gebruik van pakweg een gel waarin de rat vastraakt en verdrinkt, of van CO2-verstikking.
Gevraagd om een reactie, laat dierenwelzijnsorganisatie Gaia weten dat ze het werk van De Marcken beschouwt als “vermijdbaar leed”. “Studies wijzen uit dat preventie goed werkt”, aldus Simcha Nyssen, expert knaagdierenbeheersing bij Gaia. “De rattenpopulatie kan met 62 procent slinken zonder vergif of vallen als de preventiemaatregelen nageleefd worden. Vooral rondslingerende vuilniszakken zijn de motor achter rattenplagen, maar ook een defecte riool kan de populatie explosief doen toenemen.”
“De reputatie voor de rat zit er ook voor iets tussen”, zegt Nyssen nog. “Het dier wordt nog steeds als één grote ziektekiem gezien. Toch hebben ze een rol in ons ecosysteem. Ze hebben ook gevoelens, zoals angst en pijn.”
Maar De Wolf houdt vol. “We prijzen ons gelukkig met Jean. Wie anders kan fretten opleiden? Door Jean hebben we de rat onder controle gekregen.” Concrete cijfers om die bewering te staven, kan De Wolf evenwel niet geven. Hoeveel ratten telde Etterbeek voor en na De Marcken? Het gaat om een dark number, menen De Marcken en de burgemeester.
Lugubere sport
De eindstand van de ‘operatie tegen ratten’ op het Charles-Maurice Wiserplein staat wel vast: vijf dode ratten. De vraag rijst of het om ongediertebestrijding dan wel om een lugubere sport gaat, wanneer enthousiast gejuicht wordt als Theo alweer een rat aan flarden bijt na een heldhaftige achtervolging.
“Als u ratten in uw voortuin heeft, wilt u dan geen oplossing? Jeans aanpak lijkt misschien gruwelijk, maar wat vooral weerklinkt, is de dankbaarheid van de bewoners”
Vincent De Wolf (MR)
Burgemeester Etterbeek
“Doden is niet per se het hoofddoel”, verzekert De Marcken. Hij herhaalt dat elke stok in de wielen van de knaagdieren een verschil maakt. “De ratten die we hier hebben gezien, waren nog niet lang geboren. Elke poging tot verdelgen maakt het moeilijker om te overleven of zich voort te planten.”
De Marcken staart nu in de verte, de zon gaat onder in Etterbeek. Zijn elf fretten steekt hij in kattenbakken in de koffer van zijn auto, Theo rent nog kwispelend in het rond. De bewoners die toekeken, gaan weer naar binnen.
“Dit is wat ik altijd gedaan heb. Ik hou van het definitieve eraan: een definitieve oplossing voor een probleem”, zegt De Marcken. Hij zet zijn hoed af en komt een stap dichterbij. “Iedereen heeft het al geprobeerd, maar niemand is erin geslaagd. Mijn methode werkt. Als eerste probeer ik daadkrachtig op te treden.”