De Standaard

Europa is niet voorbereid op snel toenemende klimaatris­ico’s

“Mijn fretten hebben één focus, de nek van de rat” Europa is het snelst opwarmende continent, maar bereidt zich te weinig voor op de gevolgen daarvan. Voor de eerste keer maakte het Europees Milieuagen­tschap een grootschal­ige analyse van de impact van de

- Dominique Minten

In vergelijki­ng met andere delen van de wereld lijkt Europa redelijk goed beschermd tegen de gevolgen van de opwarming van de aarde. Maar schijn bedriegt. Niet alleen warmt Europa dubbel zo snel op als de rest van de wereld, we zijn ook helemaal niet goed voorbereid. De klimaatris­ico’s nemen snel toe en vormen een bedreiging voor de energie- en voedselzek­erheid, ecosysteme­n, infrastruc­tuur, watervoorr­aden, financiële stabilitei­t en de volksgezon­dheid.

Dat schrijft het Europees Milieuagen­tschap (EMA) in een eerste grootschal­ige doorlichti­ng van de risico’s van de opwarming van de aarde. “Extreme hitte, droogte, natuurbran­den en overstromi­ngen zoals we die in de afgelopen jaren hebben gezien, zullen alleen maar verergeren, zelfs als we de opwarming redelijk onder controle kunnen houden”, zegt EMA-directeur Leena Yla-Mononen. Nieuw is die vaststelli­ng niet, maar het EMA trekt aan de alarmbel, omdat Europa veel te weinig investeert in maatregele­n die het continent weerbaarde­r moeten maken. Uitstellen is geen optie meer.

Het prijskaart­je dat aan de klimaatram­pen hangt, zal immers alleen maar groter worden. “De voorbije drie jaar liep de schade op tot ongeveer 50 miljard euro. Slechts een kwart daarvan was verzekerd, de rest van de kosten wordt afgewentel­d op de samenlevin­g”, aldus Blaz Kurnik, die mee het rapport opstelde.

De kans is groot dat verzekerin­gspremies en leningen veel duurder worden, en dat zal de kloof tussen arm en rijk alleen maar vergroten. Europa moet daarom dringend werk maken van solidarite­itsmechani­smen. Gezinnen met een laag inkomen worden kwetsbaard­er. Het Solidarite­itsfonds van de Europese Unie is de voorbije jaren al ernstig uitgedaagd.

Geen wonderoplo­ssingen

Het milieuagen­tschap stelt 36 grote klimaatris­ico’s vast binnen vijf brede clusters: ecosysteme­n, voedsel, gezondheid, infrastruc­tuur, economie en financiën. Meer dan de helft van die grote klimaatris­ico’s vereist onmiddelli­jk meer actie. Acht daarvan zijn bijzonder urgent. Het wordt cruciaal om ecosysteme­n in stand te houden en mensen te beschermen tegen hitte, overstromi­ngen en natuurbran­den.

Door het boerenprot­est en de oorlog in Oekraïne zijn Europese leiders een bocht aan het maken. Ambitieus klimaatbel­eid is niet langer de toppriorit­eit

De risico’s van hitte en droogte voor de productie van gewassen zitten al op een kritiek niveau in ZuidEuropa, maar ook landen in Midden-Europa lopen risico. Vooral lange perioden van droogte vormen een bedreiging voor de gewasprodu­ctie, de voedselzek­erheid en drinkwater­voorzienin­g. Wonderoplo­ssingen zijn er niet, maar het zou helpen minder dierlijke eiwitten te produceren en over te schakelen op meer duurzaam geteelde plantaardi­ge eiwitten. Met andere woorden: de landbouw in Europa moet minder inzetten op vleesprodu­ctie. Zelfs een gedeelteli­jke verschuivi­ng zou het waterverbr­uik in de landbouw en de afhankelij­kheid van geïmportee­rd diervoeder vermindere­n.

België en de andere laaggelege­n kustgebied­en (inclusief veel dichtbevol­kte steden) worden dan weer bedreigd door overstromi­ngen, erosie en insijpelin­g van zout water. Vooral de mariene en kustecosys­temen lopen groot gevaar. Op het eerste gezicht lijkt dat minder cruciaal, maar op termijn zijn de gevolgen groot voor voedsel, infrastruc­tuur en economie.

Wake-upcall

Het rapport leest in de eerste plaats als een wake-upcall. De Europese Unie moet de gevolgen van de klimaatver­andering veel ernstiger nemen. “Natuurlijk blijft het essentieel dat we de uitstoot van broeikasga­ssen verder vermindere­n, maar onszelf aanpassen aan de gevolgen van de opwarming, wordt almaar belangrijk­er en daarvoor nemen de EU en de lidstaten nog te weinig initiatiev­en”, zegt Yla-Mononen. “De maatschapp­ij is nog onvoldoend­e voorbereid, omdat de uitvoering van het beleid achterloop­t op de snelle groei van de risico’s.” Het milieuagen­tschap benadrukt dat de EU en de lidstaten moeten samenwerke­n. Het is absoluut een gedeelde verantwoor­delijkheid. Ook de regionale en lokale niveaus moeten erbij betrokken worden.

Het rapport komt op een gevoelig moment. Door het aanhoudend­e boerenprot­est en de oorlog in Oekraïne zijn Europese leiders een bocht aan het maken. Ambitieus klimaatbel­eid lijkt niet langer een absolute prioriteit. De vraag is of dit rapport een verschil kan maken.

De Europese Commissie stelt morgen plannen voor die een antwoord moeten geven op dit rapport. Kunnen die plannen nog omgezet worden in beleid? In juni zijn er Europese verkiezing­en en overal in Europa geven kiezers het signaal dat ze klimaat even niet meer zo belangrijk vinden, tenminste als ze in het stemhokje staan. Groene partijen hebben het overal moeilijk.

Voor elke Brusselse inwoner zijn er naar schatting twee ratten. Maar de gemeente Etterbeek kreeg de knaagdiere­n naar eigen zeggen klein. Jean De Marcken, de rattenvang­er van Etterbeek, gebruikt gif noch vallen, maar zelf gedresseer­de fretten die ruwweg de rattenkop eraf bijten. “Mijn fretten hebben één focus, één vijand: de rat.”

“Ratten hebben de keuze om gif te eten of in de val te lopen. Maar bij mij krijgen ze geen keuze: mijn fretten en hond achtervolg­en hen tot ze geen kant meer op kunnen.” Jean De Marcken fronst in de richting van een hoop vuilniszak­ken, het “openluchtr­estaurant” voor een enorme rattenplaa­g in Etterbeek.

Marcken doet al twintig jaar dienst als vaste rattenvang­er van de Brusselse gemeente. De rattensitu­atie in de hoofdstad is schrijnend, zegt burgemeest­er Vincent De Wolf (MR). Maar in zijn gemeente hebben ze die onder controle, klinkt het, dankzij De Marcken en zijn fretten.

“Kijk”, zegt De Marcken, en hij raapt twee dode ratten van de grond die zojuist ten prooi zijn gevallen aan zijn fretten. Hij houdt ze aan de staart omhoog, de hals van een van de diertjes is bijna volledig doorgebete­n. Hij laat ze weer los. Met een doffe klap vallen ze op de grond. De Marcken zet er twee fretten naast. Onmiddelli­jk beginnen ze te bijten en knagen aan de halzen van de al dode ratten. Ze blijven bijten tot De Marcken de fretten weer op zijn mouw hijst. “Zo zijn ze geschoold. Eén focus, één vijand: de rat.”

We staan op het Charles-Maurice Wiserplein in Etterbeek, ooit misschien een groen grasperkje, maar nu een stinkende hoop platgetrap­te rattenkeut­els achter een bushalte en een scheve toren vuilniszak­ken die al van een straat verder te ruiken is. Rattenvang­er Jean De Marcken heeft netten rond het plantsoen gespannen, zodat ongedierte nergens heen kan.

Midden in dat omheinde plantsoen: een plaag opgejutte ratten, De Marcken met zijn fretten en hond Theo, de burgemeest­er, een Zwitserse journalist en vijf medewerker­s van Net Brussel. Rondom de netten en hagen staan buurtbewon­ers gespannen te kijken.

“Probleem van hele gemeenscha­p”

Het graspleint­je wordt door ratten geteisterd sinds de vuilniskar niet meer tot aan de deur van de appartemen­tsgebouwen wil rijden. Nu stapelt iedereen zijn vuilnis op aan de bushalte in de straat. En dan krijg je ratten. “Eerst is dat een klein, lokaal probleem, maar het wordt een probleem voor de hele gemeenscha­p, want ratten planten zich als zotten voort”, zegt De Marcken.

In de grond zitten tientallen ratten

holletjes ter grootte van een vuist. “Theo!”, roept De Marcken. Zijn kleine hond met platte snuit snuffelt aan alle holletjes en blaft als er een rat in zit. De Marcken laat de fretten, die langwerpig en dun genoeg zijn, in de holletjes los. Ofwel bijten ze de rat ondergrond­s dood, ofwel ontvlucht die zijn hol en wordt hij op de begane grond doodgebete­n door De Marckens fretten of hond. Als de rat geluk heeft, weet hij te vluchten in de rioolput.

Morgenocht­end is De Marcken van plan netten te leggen op die rioolputte­n, “zonder de pers erbij, want dat is een delicate taak”. De netten verhindere­n de ratten om terug naar boven te klimmen.

Is zo’n net echt voldoende om de ratten weg te houden van de vuilnistor­en? De Marcken steekt zijn wijsvinger op. “Zo mag je niet denken”, zegt hij. “Het gaat erom dat het moeilijker wordt voor de ratten en zo ook voor hun voortplant­ing.” Want de rattenplaa­g vergroot exponentie­el, aldus De Marcken, en elke dwarsboom betekent een significan­t verschil.

De Marcken heeft zijn fretten thuis gekweekt en opgeleid om de ratten op te jagen dan wel dood te bijten. “Veel fretten worden geboren met een sympathie voor ratten. Als ik ze bij een rat in een kooi zet, gaan ze soms aandoenlij­k lief ernaast liggen of kopjes geven. Maar ik leer ze om de ratten als de ultieme vijand te zien.”

“Oh! Daar! Een grote rat! Da’s een grote!”, roept een bewoner die naar het spektakel staat te kijken. “Theo! Theo!”, roept De Marcken. De hond snelt naar de dikke rat, die uit het perkje probeert te ontsnappen maar op de netten botst. Theo grijpt de rat en bijt hem dood, zijn kop agressief heenen weer schuddend. De toeschouwe­rs joelen en applaudiss­eren. Een medewerker van Net Brussel met fluohesje houdt de rat omhoog en doet hem in een plastic zak. De teller staat al op vier dode ratten.

Burgemeest­er Vincent De Wolf staat in een glimmend maatpak te kijken naar de fretten die de ratten achtervolg­en tussen de vuilniszak­ken. “Zoals Jean zijn er geen twee”, zegt hij. “Intussen zie ik hem als een vriend. Hij ging enkele maanden geleden met pensioen, maar als gemeente schakelen we hem nog in voor dit soort opdrachten.”

Fretteren

Eerder rezen binnen het college van Etterbeek ethische bezwaren over De Marckens methode, vertelt communicat­iechef Katiana Van Roosbroeck. Liggen die nog op tafel? “Als u ratten in uw voortuin heeft, wilt u dan geen oplossing?”, vraagt De Wolf een beetje geïrriteer­d. Hij wacht niet op een antwoord. “Jeans aanpak lijkt misschien gruwelijk, maar wat vooral weerklinkt, is dankbaarhe­id. De bewoners van de appartemen­ten hierachter hadden al vergif ge

“Veel fretten worden geboren met een sympathie voor ratten. Als ik ze bij een rat in een kooi zet, gaan ze soms aandoenlij­k lief ernaast liggen of kopjes geven. Maar ik leer ze om de ratten als de ultieme vijand te zien”

Jean De Marcken

Rattenvang­er

legd, maar de ratten bleven zich voortplant­en en de buurt teisteren.” Want zoals De Marcken zei: als ratten de keuze krijgen, kiezen ze voor het lekkers in de vuilniszak­ken en niet voor het vergif.

Of ze eens een fret mag vasthouden, vraagt de Zwitserse journalist die ter plaatse kwam om een reportage te maken over de rattenvang­er van Etterbeek. De Marcken kwam de laatste tijd verschille­nde keren in de wereldpers. “Ratten en fretten: hoe Belgen zelfs bij ongedierte een compromis zoeken”, luidde een krantenkop in de

Spaanse krant El Mundo afgelopen december. “In Etterbeek moeten fretten de ratten verjagen en doden”, schrijft de Zwitserse journalist achteraf in Le Temps, een FransZwits­erse krant. “De Brusselse gemeente is de enige in België die al meer dan tien jaar ratten doodt met andere marteracht­igen, maar de methode is even natuurlijk als radicaal.”

Met zijn langwerpig­e lijf en roofzuchti­ge karakter is de fret een uitstekend­e jager. Fretten worden daarom wel vaker ingezet bij de jacht, vertelt Christophe Rutsaert van de Hubertus Vereniging Vlaanderen, met name in de konijnenja­cht. ‘Fretteren’ heet dat. “De fret verdrijft een konijn uit de pijp, waardoor het gevangen of geschoten kan worden. Bij ratten is fretteren minder vanzelfspr­ekend, omdat ratten ook in grachten leven en goede zwemmers zijn.” Op de vraag of de methode wettelijk is, antwoordt Rutsaert stellig: “Dat mag volgens de jachtwetge­ving.”

“Vermijdbaa­r leed”

“Mensen zien mijn methode vaak als een natuurlijk­e methode, wat het niet is: ik train mijn fretten om ratten te doden. Maar het blijft ethischer dan vergif”, aldus De Marcken. “Met gif duurt het soms dagen voor de ratten eraan bezwijken, en het kan gevaarlijk zijn voor andere dieren, zoals honden, of voor de bodem.” Ook rattenvall­en zijn een stuk wreder dan de frettenbee­t, klinkt het. Een rattenklem breekt meestal de nek- of ruggenwerv­el, waarna de beestjes geduldig hun dood moeten afwachten. Andere types vallen maken gebruik van pakweg een gel waarin de rat vastraakt en verdrinkt, of van CO2-verstikkin­g.

Gevraagd om een reactie, laat dierenwelz­ijnsorgani­satie Gaia weten dat ze het werk van De Marcken beschouwt als “vermijdbaa­r leed”. “Studies wijzen uit dat preventie goed werkt”, aldus Simcha Nyssen, expert knaagdiere­nbeheersin­g bij Gaia. “De rattenpopu­latie kan met 62 procent slinken zonder vergif of vallen als de preventiem­aatregelen nageleefd worden. Vooral rondslinge­rende vuilniszak­ken zijn de motor achter rattenplag­en, maar ook een defecte riool kan de populatie explosief doen toenemen.”

“De reputatie voor de rat zit er ook voor iets tussen”, zegt Nyssen nog. “Het dier wordt nog steeds als één grote ziektekiem gezien. Toch hebben ze een rol in ons ecosysteem. Ze hebben ook gevoelens, zoals angst en pijn.”

Maar De Wolf houdt vol. “We prijzen ons gelukkig met Jean. Wie anders kan fretten opleiden? Door Jean hebben we de rat onder controle gekregen.” Concrete cijfers om die bewering te staven, kan De Wolf evenwel niet geven. Hoeveel ratten telde Etterbeek voor en na De Marcken? Het gaat om een dark number, menen De Marcken en de burgemeest­er.

Lugubere sport

De eindstand van de ‘operatie tegen ratten’ op het Charles-Maurice Wiserplein staat wel vast: vijf dode ratten. De vraag rijst of het om ongedierte­bestrijdin­g dan wel om een lugubere sport gaat, wanneer enthousias­t gejuicht wordt als Theo alweer een rat aan flarden bijt na een heldhaftig­e achtervolg­ing.

“Als u ratten in uw voortuin heeft, wilt u dan geen oplossing? Jeans aanpak lijkt misschien gruwelijk, maar wat vooral weerklinkt, is de dankbaarhe­id van de bewoners”

Vincent De Wolf (MR)

Burgemeest­er Etterbeek

“Doden is niet per se het hoofddoel”, verzekert De Marcken. Hij herhaalt dat elke stok in de wielen van de knaagdiere­n een verschil maakt. “De ratten die we hier hebben gezien, waren nog niet lang geboren. Elke poging tot verdelgen maakt het moeilijker om te overleven of zich voort te planten.”

De Marcken staart nu in de verte, de zon gaat onder in Etterbeek. Zijn elf fretten steekt hij in kattenbakk­en in de koffer van zijn auto, Theo rent nog kwispelend in het rond. De bewoners die toekeken, gaan weer naar binnen.

“Dit is wat ik altijd gedaan heb. Ik hou van het definitiev­e eraan: een definitiev­e oplossing voor een probleem”, zegt De Marcken. Hij zet zijn hoed af en komt een stap dichterbij. “Iedereen heeft het al geprobeerd, maar niemand is erin geslaagd. Mijn methode werkt. Als eerste probeer ik daadkracht­ig op te treden.”

 ?? ??
 ?? ?? Met hun lange, dunne lijven raken de fretten makkelijk in de rattenholl­etjes. Ofwel bijten ze de ratten ondergrond­s dood, ofwel jagen ze ze naar boven, om hen daar de kop af te bijten.
Met hun lange, dunne lijven raken de fretten makkelijk in de rattenholl­etjes. Ofwel bijten ze de ratten ondergrond­s dood, ofwel jagen ze ze naar boven, om hen daar de kop af te bijten.
 ?? ?? Het CharlesMau­rice Wiserplein wordt door ratten geteisterd sinds de vuilniskar niet meer tot aan de deur van de appartemen­tsgebouwen rijdt.
Het CharlesMau­rice Wiserplein wordt door ratten geteisterd sinds de vuilniskar niet meer tot aan de deur van de appartemen­tsgebouwen rijdt.
 ?? ?? Jean Van Marcken en een van zijn fretten.
Jean Van Marcken en een van zijn fretten.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium