Werkzaamheidsgraad van 80 procent in het vizier
WERK De werkzaamheidsgraad is de afgelopen tien gestaag toegenomen. De laatste sprong naar een werkzaamheidsgraad van 80 procent is moeilijk, maar haalbaar.
Een hogere werkzaamheidsgraad loopt als een rode draad door het beleid van de Vlaamse en federale regering. De ambitie is om die op te trekken naar 80 procent. “Aan het huidige ritme haalt Vlaanderen tegen 2030 net 79,9 procent”, zegt de Leuvense professor en coordinator van het Steunpunt Werk Sarah Vansteenkiste.
In sommige regio’s, zoals WestVlaanderen, wordt die 80 procent al gehaald en is vooral de arbeidskrapte een probleem. In 2022 (het laatste jaar met een volledig jaarcijfer) bedroeg de Vlaamse werkzaamheidsgraad bij de bevolking tussen 20 en 64 jaar bijna 76,7 procent, tegenover 71,9 in 2014.
In Brussel en Wallonië blijft dat percentage hangen rond de 65 procent in 2022. Een rapport van het Steunpunt Werk toont dat de werkzaamheidsgraad in Vlaanderen bij kansengroepen, zoals personen met een migratie-achtergrond of handicap en 55-plussers, nog flink lager ligt, maar ook gestaag is toegenomen.
Zweeds gebruikt de wortel en de stok in zijn arbeidsmarktbeleid. Zo’n wortel zijn de doelgroepverminderingen, een korting om werkgevers aan te moedigen moeilijk bereikbare groepen aan het werk te zetten. Na de zesde staatshervorming werden die verminderingen een regionale materie. Vlaanderen snoeide er fors in en focuste ze op laaggeschoolde jongeren, ouderen en mensen met een arbeidshandicap. Vorig jaar besloot de Vlaamse regering nog dat de doelgroepvermindering voor oudere werknemers verdwijnt. De wetenschap twijfelt immers aan de effectiviteit van die verminderingen. Dezelfde twijfels hebben arbeidseconomen over de Vlaamse jobbonus, een belastingvermindering voor de lagere lonen.
Ondertussen zien we dat werken, of minstens het engagement om ernaar op zoek te gaan, meer en meer gekoppeld wordt aan sociale tegemoetkomingen zoals een sociale woning of een plekje in de crèche. “Dat kan ook een hindernis zijn om werk te zoeken”, merkt Vansteenkiste op.
Om langdurig werklozen te stimuleren, kunnen zij sinds vorig jaar verplicht worden om gemeenschapsdienst te doen. Maar dat is geen groot succes. In dat systeem zit maar een handvol werknemers, moest minister van Werk Jo Brouns (CD&V) eind vorig jaar toegeven.
Het blijft moeilijk om uit te filteren wat de precieze impact van dat Vlaamse beleid is op de werkzaamheidsgraad. “Want daarnaast spelen ook het federale beleid, de conjunctuur en vooral de demografie een rol”, zegt econoom Gert Peersman (UGent).
Ondertussen toont een audit dat de VDAB, de belangrijkste actor in het Vlaamse arbeidsbeleid, onvoldoende uitgerust is om de groep inactieven (zoals mensen met een leefloon en langdurig zieken) (terug) naar de arbeidsmarkt te leiden. Dat is nochtans noodzakelijk om de finale sprong naar de 80 procent te maken, want de Vlaamse werkloosheid ligt historisch laag.
Het blijft moeilijk om uit te filteren wat de precieze impact is van het Vlaamse beleid. Ook onder meer de demografie speelt een rol