Als kuststad schitteren in een tv-serie: wat kost dat?
De Belgische kust is meer dan platte garnaalkroketten en een volgebouwde betonnen dijk met in de verte de grijze Noordzee. Dat bewijzen steeds meer primetime-reeksen die zich afspelen aan de kust. Maar wat mag dat kosten?
Politie-inspecteur Juliet (rol van Charlotte De Bruyne) ontbijt met haar nichtje in haar ouderlijke huis in De Haan, te midden van een prachtige villabuurt. De zon schijnt zwakjes. Door het raam zijn zee en duinen te zien. Als kijker heb je minstens evenveel aandacht voor het decor van De Haan als voor de moordzaken die Juliet moet zien op te lossen en de worsteling met haar onverwerkte verleden. De badstad schittert nu elke zondagavond in primetime op Eén, met dank aan de fictiereeks Juliet.
Voor Hilde Vandermeeren, de schrijfster van de reeks, werd het al snel duidelijk dat de serie zich in De Haan moest afspelen. Dat kwam onder andere door de nostalgische architectuur van de kustgemeente, legt co-producer Nathalie Van Schelvergem uit. “Er is ook nog geen massatoerisme en er hangt mysterie in de lucht.” Een ideaal decor voor de zoekende Juliet. Voor de gemeente De HaanWenduine is de politiereeks een cadeau, vertelt cultuurbeleidscoördinator Dennis Bouwens. “Er zijn dronebeelden van de polders en scènes op het strand. Ja, het is mooi in beeld gebracht.”
Het productiehuis Eyeworks stapte voor Juliet zelf naar de kustgemeente. Die begeleidde hen logistiek: ze ondersteunde bijvoorbeeld bij het zoeken naar parkeerplaatsen en logement voor de crew. Daarnaast hielp de gemeente met het scouten van locaties, van een vervallen vissershutje tot het Hotel Dunepanne, dat dienstdeed als het buitengezicht van het politiecommissariaat. De badplaats steunde de serie niet financieel.
Westtoer, de toeristische dienst van West-Vlaanderen, haalde wél de portemonnee boven. Zij zagen Juliet als een interessante investering, omdat het Duitse ZDF en het Nederlandse Videoland de serie ook uitzenden. “De Haan is een van de favoriete badplaatsen van de Duitsers”, verklaart Dirk Marteel, de persverantwoordelijke van Westtoer. “Duitsers en Nederlanders vormen tien procent van alle kusttoeristen. Dat is niet weinig.” Omdat Westtoer via Juliet meer (buitenlandse) toeristen hoopt te ontvangen, investeerde het 25.000 euro.
Een godsgeschenk
Juliet is niet de enige recente tv-serie die zich afspeelt aan de Belgische kust. Vooral Oostende is een gegeerde filmlocatie, met fictiereeksen als Styx (op Streamz) en Onder vuur (bij VRT). De toeristische dienst heeft er sinds 2005 zelfs een eigen Film Office, dat productiehuizen begeleidt. Oostende beperkt zich meestal tot logistieke en organisatorische ondersteuning, maar komt soms ook met geld over de brug. Zo legde de badstad voor Styx 30.000 euro op tafel. Voor Onder vuur financierde zij 10.000 euro per aflevering, goed voor 200.000 euro.
Die – relatief kleine – investeringen zijn het waard, aldus Pieter Hens, marketingmanager van Oostende. “Een serie in primetime is waar voor je geld. We proberen als stad heel hard herhaalbezoek te stimuleren. We weten dat mensen die één of twee keer komen dat ook gemakkelijk een derde of vierde keer doen. Door in series te investeren, blijft Oostende bij bezoekers meer top of mind.” Een ander voordeel van series is dat ze bijdragen aan het culturele imago van de stad. Belangrijk is wel dat serie en stad een goede match vormen, en er zijn ook praktische eisen. “Twee maanden draaien in de zomer – het hoogseizoen –, dat gaat niet.”
Knokke-Heist plaatste zich vorige zomer op de televisionele kaart met de hitserie Knokke off. De kustgemeente ondersteunde het productiehuis Dingie logistiek en investeerde zo’n 40.000 euro in de reeks met Pommelien Thys en Willem De Schryver. Geld dat goed
“Een serie in primetime is waar voor je geld”
Pieter Hens Marketingmanager Oostende
heeft opgeleverd, want de reeks schopte het in 2023 tot een van de meest bekeken series op Netflix wereldwijd. Burgemeester Jan Morbee van Knokke-Heist (partij Gemeentebelangen) noemt de reeks dan ook “een godsgeschenk”.
Meer drugsoverlast?
Zenders en productiehuizen uit binnen- en buitenland vinden steeds makkelijker hun weg naar de Belgische kust, merkt Westtoer verheugd op. Fictiereeksen zorgen op korte termijn voor een mogelijke stijging in het toerisme en op langere termijn voor een imagoboost. Na afloop stippelen gemeentes geregeld een wandeling uit in het thema van de serie, om de troeven van hun bestemming extra uit te lichten. Zo kon je in De Haan in 2021 een FC De kampioenenzoektocht volgen. Westtoer werkte na het succes van het oorlogsdrama In Vlaamse velden (2014) een fietsroute uit. Oostende ontwikkelde na Onder vuur een brandweer-escaperoom, om de filmische ervaring te verlengen.
Maar is zo’n serie wel altijd goede reclame? Knokke off volgt de broeierige zomer van enkele rijke jongeren. Hun leven is doordrongen van drank en drugs. Zal de kuststad niet meer overlast krijgen van feestgangers die zich door de reeks lieten inspireren? Bart De Wever (NVA) argumenteerde in januari op Terzake dat de serie drugs verheerlijkt: “Daar snuiven en slikken ze allemaal en dat wordt geassocieerd met jong, mooi en succesvol te zijn. Het eindigt dan misschien slecht, maar welk beeld laat je zien? Dat drugs alomtegenwoordig zijn.” Volgens burgemeester Morbee loopt het allemaal niet zo’n vaart in zijn stad. Knokke telt veel bewakingscamera’s en een groot politiekorps. Daarnaast benadrukt hij dat de reeks fictie is, “het is niet omdat ze het in een serie zien, dat mensen dat gedrag zomaar kopiëren.”