De aliens gaan ons niet besturen. Wie dan wel?
Voor het eerst in mijn leven speelde ik Lotto. Dat ging zo. In periodes van melancholie luister ik al eens naar nauwelijks wetenschappelijke podcasts over buitenaards leven. Alles wat met aliens te maken heeft biedt mij soelaas. De gedachte dat er ergens een onvatbare levensvorm rond dwarrelt, zet mijn eigen kleine zorgen en laattijdig verzonden e-mails in perspectief. Ik kan uren luisteren naar de zoveelste charlatan die ongeziene onthullingen belooft over Area 51, of die beweert eindelijk te verklaren wat er nu echt gebeurde in Roswell, New Mexico. Wie even pootjebaadt in de wereld van ufo-enthousiastelingen merkt al snel dat dezelfde onderwerpen steeds opnieuw terugkomen, en dat die vrijwel altijd in Amerika wonen. Maar toch. Als ik niet kan slapen, houden ze mij gezelschap.
De uitzendingen worden steevast onderbroken door een reclameblok, waarbij het volume nooit helemaal juist is afgesteld en ik uit mijn halfslaap ontwaak. Diep in de nacht werd mij zo reclame voor de lottotrekking van de vorige volgende week voorgeschoteld. Wat een geniale zet. Welk marketinggenie heeft dit bedacht? “Laten we reclame maken voor de Lotto tijdens podcasts over aliens.” Briljant. Het venndiagram tussen lottospelers en aanhangers van het buitenaardse is een niet te versmaden marktsegment.
Als betoverd vul ik een lotje in. Dat kan online, voor een minimum bedrag van tien euro. Binnen enkele dagen ben ik miljonair. De volgende dag begint mijn kop te malen. Wat ga ik met al dat geld doen, ya ba dibba dibba dum? Ik kan het toch niet zomaar uitgeven aan suikerwafels en cola? Zoveel plaats is er niet in mijn buikje, en bovendien ben ik gehecht aan het beeld van mezelf als
Goed Persoon, dus zou ik op zijn minst een deel van het geld aan een Goed Doel moeten schenken. En wat met een wereldreis, het kot van mijn nichtje, de aanschaf van een eigen theater, zodat elke dramasnob altijd vriendelijk tegen mij zal zijn? Voor je het weet, is dat geld op.
Uiteindelijk bedenk ik een strategie waarbij ik zal investeren in Brussels vastgoed, een deel ervan zal verhuren aan betaalbare doch winstgevende prijzen en het andere deel ter beschikking zal stellen van mensen zonder woonplaats. In mijn grootheidswaan zie ik mezelf met mijn magere miljoentje dakloosheid uit de hoofdstad weren en er nog wat aan overhouden ook. Goed plan, Nele.
Maar wacht. Dat betekent dat ik voor de rest van mijn leven alleen nog met boekhouders en aannemers zal vergaderen. Vergunningen aanvragen, advocaten bellen, buren sussen, samenwerken met mensen die zichzelf heel serieus nemen, en een lawine aan formulieren die mij tot in mijn graf zal achtervolgen. Een leven in Excel. Nooit zal ik nog mijn tijd verdrijven met zinnen spinnen of pianospelen.
Wanneer ik uiteindelijk de lotto overtuigend niet win, is dat een hele opluchting. Met geld komt macht. Met macht komt verantwoordelijkheid. Daar zijn we toch maar weer mooi aan ontsnapt. Ik vier mijn verlies met een hele dag nietsdoen. De vrijheid die normaliteit biedt, is werkelijk een onderschat genoegen.
Zo werd mij ook gevraagd om op een lijst te gaan staan. Voor welke partij, vraagt u zich af, en die vraag pareer ik handig door te zeggen dat het er twee waren. Twee lijsten, dus. Ik heb in beide gevallen geweigerd. Ik blijf liever aan wal staan, lekker gezellig met de andere beste stuurlui. Misschien ben ik ook te verknocht aan de illusie dat iedereen mij nog wel een toffe vindt.
Maar laat mij dit zeggen. Er zullen zeker een paar booswichten en windbuilen tussen zitten, maar in het algemeen ben ik dankbaar voor iedereen die wel op een lijst gaat staan. Je moet het maar willen, al die verantwoordelijkheid. Niemand zal ooit tevreden zijn, wat je ook doet. Een koor van femelaars en zemelaars zal je constant op de hielen zitten. Nee bedankt. Zelf blijf ik liever voltijds uitlegger en betweter. Ik ben blij dat er mensen zijn die zo zonderling in elkaar zitten dat ze een loopbaan als politicus ambiëren. De aliens gaan ons niet besturen. Iemand moet het doen.
In mijn grootheidswaan zie ik mezelf dakloosheid uit de hoofdstad weren en er nog wat aan overhouden ook
Nele Van den Broeck is muzikant en theatermaker. Als Nele Needs A Holiday doet zij verwoede pogingen om wereldberoemd te worden. Ze schrijft een tweewekelijkse column, telkens aan de hand één of meerdere nummers. Vandaag is dat ‘If I were a rich man’ uit ‘Fidler on the roof’.