“Een competitie met veertien? Natuurlijk lukt dat niet”
De architect van de play-offs in België gelooft niet dat een competitie met veertien, deze week voorgesteld door acht van onze topclubs, haalbaar is. “Je kan niet met de kalkoen onderhandelen over het menu met Kerstmis.”
Een simultane strijd op vier velden om de twee laatste plaatsen in de Champions’ Play-offs: Genk, KV Mechelen, Cercle Brugge of AA Gent. En dat tegen ploegen die de playdowns willen vermijden: Westerlo, Charleroi of OH Leuven. De Belgische Jupiler Pro League beleeft zondagavond zijn eerste van twee seizoensclimaxen.
De architect van de play-offs in ons land, de Nederlandse consultant Pieter Nieuwenhuis, gelooft vijftien jaar na de invoering ervan meer dan ooit in de meerwaarde van een competitie in verschillende fasen. Sinds hij met zijn ideeen de Jupiler Pro League bekeerde, nam zijn bedrijf Hypercube ook de competities in Zwitserland, Oostenrijk, Roemenië, Denemarken en Bulgarije onder handen. Voor de Europese voetbalbond Uefa tekende hij mee de hervorming van de Europabekers uit. Alleen bij een mogelijk nieuwe hervorming van de Belgische competitie, naar een hoogste afdeling met 14 ploegen en playoffs zonder puntendeling, is hij voorlopig niet betrokken.
Vindt u een eerste klasse met 14 een goed idee?
“Het doel is om het aantal speeldagen terug te brengen, van 40 naar 36. Ik ben het er mee eens dat veertig speeldagen veel is. Bovendien heeft de Uefa vier dagen op de kalender gestolen (voor de hervormde Europese bekercompetities) die hiermee worden gecompenseerd. Het probleem is vervolgens dat je met de kalkoen moet onderhandelen over het menu met Kerstmis. Want om een hervorming goed te keuren heb je twee derde van de stemmen nodig. Dat gaat niet lukken. Vandaag hebben de acht voorstanders 21 van de 33 benodigde stemmen. Dat betekent dat je nog minstens 6 Jupiler Pro Leagueclubs of alle 12 Challenger Pro League-clubs moet overtuigen.”
De grootste van de niet-G8-clubs, KV Mechelen, wil minder speeldagen door de play-offs af te schaffen en wil de hoogste afdeling uitbreiden, van 16 naar 18 of 20. Wat vindt u van dat voorstel?
“Dat zou heel slecht zijn voor België. Want net door de extra topmatchen te spelen en doordat de competitie gemiddeld later beslist wordt ontwikkelen Belgische voetballers zich gemiddeld 40 procent sneller dan hun collega’s in Nederland. Dat weten we uit de individuele prestatiecijfers die we voor alle voetballers in Europa berekenen. Bovendien vergooi je dan het unique selling point van de Belgische competitie.”
“In Nederland heb je één markt van 18 miljoen Nederlanders die allemaal Nederlands spreken. In België heb je twee verdeelde markten. In Nederland heb je een bruto nationaal product van duizend miljard, in België 556 miljard. In Nederland zijn de topclubs sterker dan in België. Toch haalt het Belgisch voetbal meer op in de tv-markt dan de Nederlandse. Dat komt omdat jullie top zes zestig topmatchen per seizoen spelen, en de Nederlandse maar dertig. We zijn nu half maart en in Nederland is de competitie gedaan. PSV wordt kampioen. In België heb je nu een eerste van twee spanningsmomenten. De competitie doet er toe. Wij dichten onszelf 15 tot 20 procent invloed toe op het succes van een voetballand.”
België ging eerst beter presteren dan Nederland, intussen is dat effect weg. Nederland heeft met zijn klassiekere formule België weer ingehaald en bedreigt nu zelfs de positie van Frankrijk.
“Dat blijft niet zo. De enige reden waarom Nederland zo hoog gestegen is, is omdat het met vijf clubs Europees mocht spelen. Intussen is de ranking zo hoog dat er een zesde club is bijgekomen. Dat heeft onmiddellijk gevolgen voor het gewogen gemiddelde. Want in Nederland gaapt een gat tussen de top vijf en de rest. In België ligt alles veel dichter bij elkaar. België heeft de beste nummer zes van heel Europa als je de topvijfcompetities buiten beschouwing laat.”
Hoe verklaart u dat?
“Doordat er meer topwedstrijden zijn in de Belgische competitie worden spelers veel meer op de proef gesteld en ontwikkelen ze zich sneller. Die individuele ontwikkeling van spelers is ook belangrijk voor de transferinkomsten. België maakt daar de laatste jaren behoorlijk opmars. Portugal is de ongekroonde keizer, met 200 miljoen euro per jaar netto transferopbrengst. Dan komt Nederland met 135, daarna België met 65. Maar België komt er wel aan. Het Europese prijzengeld van de Uefa en de transferinkomsten zijn de twee grote financiële pijlers waar de grote voetbalclubs van leven. Het competitiesysteem draagt aan beide bij, evenals aan de televisiewaarde, die eveneens van significant belang is voor de clubinkomsten.”
De kleinere Belgische clubs vinden dat de huidige competitieformule veel stress veroorzaakt en de clubs daardoor te weinig op lange termijn kunnen werken. Dat maakt ze ook vatbaar voor buitenlandse overnames.
“Ik kan die redenering volgen, maar ik denk dat het met de competentie van de bedrijfsleiders te maken heeft. Een profvoetbalclub heeft de omvang van een kmo maar moet zich bezighouden met voetballen, stadions bouwen, de openbare orde handhaven, een commercieel en mediabeleid uitzetten, onderhandelen met spelers die vaak een honderdvoud omzetten van de bedrijfsleider. Het gevolg daarvan is dat er vaak ongelukken gebeuren. Ajax is er het beste voorbeeld van. Die hebben de afgelopen twee jaar een bedrag van negen cijfers voor de komma verspeeld. Dat zit echt in de patatten. Of kijk naar België, met Club Brugge dat jarenlang een toonbeeld van succes was.”
Riskeert Club dezelfde kant uit te gaan als Ajax?
“Ajax heeft zoveel fouten gemaakt, daar acht ik de Bruggelingen niet toe in staat. Ajax is in organisatorische zin een bende. Er zijn wel wat protocollen opgesteld, maar in de praktijk, toen Marc Overmars en Edwin van der Sar er waren, hield niemand zich er aan. Die twee wisten wel wat ze deden. Maar ze zijn om uiteenlopende redenen weggevallen en de vervanger van Overmars blonk uit in foute beslissingen. De vervanger van Van der Sar is vandaag pas in functie getreden.”
“Voor een studie rond het Eurostadion heb ik in 2014 de boeken van Anderlecht kunnen inkijken. Het was waanzinnig wat Anderlecht uitgaf aan makelaars. Ik denk dat de netten in België nu strakker worden aangespannen. Ik ben een grote fan van Lorin Parys. Ik denk dat hij de clubs meer aan het touwtje krijgt.”
“Vaak promoot ik het Belgische play-offmodel in het buitenland” Pieter Nieuwenhuis Architect play-offs in verschillende landen
Antwerp maakte vorig seizoen 46,5 miljoen euro verlies. Alle Belgische clubs samen maakten 193 miljoen euro verlies.
“Dat doet Ajax bij ons in zijn eentje (haalt een grafiek tevoorschijn). Elke voetbalclub moet haar strategie afstemmen op haar grenzen. In 2019 speelde Ajax bijna de finale van de Champions League. Maar als Ajax zijn strategie zou volgen om mee te dingen om de Champions League te winnen, pleegt het zelfmoord. Want dat kost 400 miljoen euro per jaar aan spelers. Ajax kan geen strategie ontwikkelen om de Champions League te winnen. En dat is in België niet anders.”
AA Gent-voorzitter Sam Baro gelooft niet dat je met een club winst kan maken.
“Er zijn veel manieren om geld in een voetbalclub in te brengen maar weinig om er weer uit te ha
len. Maar het kán wel. In Nederland maakt AZ jaarlijks 6 miljoen euro winst. ”
Zou de Beneliga een oplossing zijn?
“Op zichzelf is het een goed idee. Want dan gaan meer Nederlanders Belgisch voetbal kijken en andersom. Hetzelfde geldt voor het sponsorbereik. Die krijgen in plaats van een markt van 18 miljoen kandidaat-kopers plots een markt van 30 miljoen. Waarom heeft het dan niet gewerkt? Dat is makkelijk uit te leggen. De voorgestelde oplossing, 10 clubs uit Nederland en 8 uit België, was draconisch. In Nederland zijn er 34 profclubs, dus 24 profclubs die niet mochten meedoen. Zij zagen op een heel seizoen geen Ajax, geen Feyenoord, geen PSV. Een grensoverschrijdend fullseasonmodel is een slecht idee, omdat het het andere profvoetbal in zo’n land vermoordt.”
Gebruikt u het Belgische model als u in het buitenland de playoffs promoot?
“Heel vaak, het beste competitiemodel voor een land hangt af van de eigen context. Zo hebben we ook voor Roemenië een succesvol model ontwikkeld. Dat gaat niet uit van play-offs met 6, 6 en 4 maar van play-offs met 6 en 10. Dan speel je met de bovenste zes net als in België tien wedstrijden. En met de onderste tien speel je er 9, waarbij degene die in de reguliere competitie 7de tot 11de finishten vijf keer thuis spelen, en de nummers 12 tot 16 vier keer. Op het einde van die competitie spelen de nummers één en twee de finale en speelt de winnaar een barragewedstrijd om het laatste Europese ticket. De nummers vijftien en zestien gaan eruit, de nummers dertien en veertien kunnen nog tegen de nummers drie en vier van de tweede afdeling spelen. Op die manier hebben alle ploegen in die groep van tien zowel aan de boven- als de onderkant nog iets om voor te voetballen.”
“Het probleem dat België nu heeft met die middengroep van zes ( de Europe Play-offs, nvdr.) is dat het risico heeft nergens over gaat. De reden waarom de Belgische clubs dat wilden, was dat ze niet het risico wilden hebben om te degraderen, en ze laten dat gevecht over aan de onderste vier.”