De Standaard

Waarin een klein land gruwelijk kan zijn

Met zijn nieuwe docufilm Soundtrack to a coup d’état snijdt Johan Grimonprez diep in de bloedband tussen België en Congo. “Ik heb heel veel zaken onderzocht, en het is nog erger dan ik dacht.”

- INTERVIEW

Uranium voor kernwapens, kobalt voor iPhones en Tesla’s. Zelfde streek, andere delfstof, altijd weer de gekende template: een kolonie mag best onafhankel­ijk worden, maar ook weer niet té zolang wij ervan afhankelij­k zijn voor kostbare zaken. Dan liever een politieke moord en de permanente burgeroorl­og.

Zo weeft Johan Grimonprez de ene lijn na de andere lus door zijn nieuwste film, Soundtrack to a coup d’état. Tweeënhalf uur duurt die, een audiovisue­el wandtapijt met de look en de groove van een Blue Note-plaat die je geen seconde loslaat. Het begint met de drums van Max Roach en de Amerikaans­e president Dwight Eisenhower die Patrice Lumumba doodwenst, en het eindigt met de schreeuw van Abbey Lincoln en de mededeling dat Lumumba geliquidee­rd is. Het dreef Roach en Lincoln tot het album We insist! Freedom now. Het nekschot voor Lumumba in Katanga was ook het startschot van de Black Power Movement in Harlem.

Soundtrack to a coup d’état is een aaneenscha­keling van vallende domino’s en medailles met keerzijdes, zegt Grimonprez in een videogespr­ek vanuit Thessaloni­ki, waar hij met vrienden een groen leefprojec­t runt. Hij geeft les aan de School of Visual Arts in New York en het Kask in Gent. Dial H-I-S-T-O-R-Y, zijn profetisch­e docu over vliegtuigk­apingen vier jaar voor 9/11, geldt als referentie in de videokunst, met zijn nieuwste verzet hij weer een baken. Laten de Congo-boeken van Jean Bofane en Ludo De Witte nochtans weinig over aan de verbeeldin­g, visuele tijden hebben expliciet beeld nodig. Na Soundtrack to a coup d’état is er geen verbloemen aan: België is niet alleen medeplicht­ig aan de moord op Lumumba, het is hoofddader. “Als dat de conclusie is, dan denk ik dat de film werkt”, aldus Grimonprez.

Genocide in de doofpot

Het is niet alleen de moord op een democratis­ch verkozen regeringsl­eider, het is ook de destabilis­ering van een land en het terugdraai­en van een dynamiek op een continent. “De articulati­e in België hinkt nog na, ja”, zegt hij met een understate­ment. “De kolonialen mogen dan een uitsterven­de soort zijn, nog altijd wordt de invasie van Stanleyvil­le gevierd. Die para’s werden indertijd als helden onthaald, terwijl een genocide in de doofpot gestopt werd. Ik heb hier een exemplaar van L’Illustrati­on liggen met binnenin de beelden van de coup van Mobutu, en op de cover de verloving van Boudewijn en Fabiola, die het Paleis toen inderhaast aankondigd­e.”

Lumumba schaarde zich achter het pan-Afrikaanse project van Ghana en Guinee, en wilde dat zijn eigen land beter werd van de bodemrijkd­om, natuurlijk zeer tegen de zin van het Westen. “Iedereen denkt dat moord als wapen typisch CIA is, maar België kan dat even goed.” Grimonprez verwijst naar 1931, toen een opstand tegen dwangarbei­d in de palmoliepr­oductie werd neergeslag­en. In zijn research kwam hij concentrat­iekampen tegen, getuigenis­sen van mensen die levend werden begraven. “Dat zit zelfs niet in de film. Toch weet ik dat sommigen in België dit weer zullen opvatten als een provocatie: ‘Lumumbisti­sche rebellen, oei oei, dat zijn beesten.’ Tot je ziet wat Frédéric Vandewalle heeft uitgestoke­n.”

Diens Operatie Ommegang was er officieel op gericht om “blanken te verlossen”, wat Vandewalle deed met 800 ingebedde huurlingen. Dat was stellig verboden door de Verenigde Naties. Paul-Henri Spaak, de Belg die toen secretaris-generaal van de Navo was, loog er staalhard over in de Veiligheid­sraad. VN-secretaris-generaal Dag Hammarskjö­ld keek weg. “In 1964 ging het nog een stap verder,” zegt Grimonprez, “met de afslachtin­g van lumumbiste­n over het hele land. Terwijl de para’s en de huurlingen tekeerging­en, zond de BRT het We insist!- concert van Abbey Lincoln en Max Roach uit. Weer zo’n keerzijde.”

De dekolonisa­tiebewegin­g in Afrika resoneerde in Amerika, toont de film, waar vrouwen en zwarten steeds feller voor hun rechten opkwamen.

“Bij ons lag dat empire du silence ver weg, zwarte Amerikanen voelden aan den lijve wat othering, de onderdrukk­ing van de ‘andere’, betekende. Ook Nikita Chroesjtsj­ov wist dat toen hij als Sovjetleid­er in 1959 een opening maakte naar de VS. Ik viel van mijn stoel toen ik las – we hebben al zijn toespraken vertaald – hoe hij het in de Algemene Vergaderin­g had over zwarten die nog altijd gelyncht werden in de VS. Natuurlijk was hij geen heilige, hij bespeelde de wereldpoli­tiek en wilde het Globale Zuiden aan zijn kant krijgen. Met Resolutie 1514 zette hij het Westen voor het blok: ofwel stemde het in, ofwel kantte het zich openlijk tegen de dekolonisa­tie. De VS en België onthielden zich. Met het optreden van Chroesjtsj­ov stond Congo centraal op de agenda van die vijftiende Algemene Vergaderin­g. Plots wemelde het er van de staatshoof­den, onder anderen Soekarno, Nehru, Nasser, voortrekke­rs van de Bandungcon­ferentie vijf jaar eerder met ‘ongebonden’ Afrikaanse en Aziatische landen. Malcolm X wilde een alternatie­ve Bandungtop in Harlem organisere­n. Toen Fidel Castro uit zijn hotel gezet werd, ving hij hem op in Hotel Theresa. AfroAmerik­aanse activisten, jazzmuzika­nten, Congo, Castro en Chroesjtsj­ov, het kwam er allemaal samen. En dat verband is nog maar zelden gelegd, al verwees Malcolm X ernaar in zijn speeches en hamerde Chroesjtjo­v erop, letterlijk: hij klopte met zijn schoen op tafel. En dat ging wel degelijk over de Belgische koloniale politiek. Hij vertelde erover in zijn audio-memoires die ik gekregen heb van zijn zoon Sergei. In

“Ik weet dat sommigen dit weer zullen opvatten als een provocatie: ‘Lumumbisti­sche rebellen, oei oei, dat zijn beesten.’ Tot je ziet wat Frédéric Vandewalle heeft uitgestoke­n” Johan Grimonprez Kunstenaar en regisseur

gesproken op cassettes die we met trefwoorde­n hebben doorploegd. Nog zoiets: Chroesjtsj­ov riep in de Algemene Vergaderin­g op om het kolonialis­me te begraven, de tolken maakten ervan dat hij de VS wilde begraven. Zelfs The New York Times nam dat klakkeloos over. De media deden en doen zelden hun huiswerk.”

In Soundtrack to a coup d’état zitten lange uren huiswerk. Hoopt u er nu wel mee mensen wakker te schudden? Of slaapwande­len we rustig verder?

“Ik heb heel veel zaken onderzocht, en het is nog erger dan ik dacht. Bij de research voor de film Shadow world (2016) merkte ik al hoe oorlog is geprivatis­eerd en de defensie-industrie het buitenland­se beleid dicteert, zeker in de VS. We zaten in het spoor van Michael Taylor, die als manager bij Lockheed Martin ook adviseur was bij de Navo en overal de aankoop van zijn F-35 pushte, het dure en omstreden gevechtsvl­iegtuig waar ook België voor is bezweken. Big agro, big farma, big tech, big defence … ‘We live in a corporate coup d’état’, zegt onderzoeks­journalist Chris Hedges. Maar daartegeno­ver kunnen we eigen initiatiev­en plaatsen, ons verenigen in ‘commons’, zoals mijn tuinprojec­t hier in Grieken

“Zelfs een consensusf­iguur als Louis Armstrong was woedend toen hij hoorde dat Lumumba vermoord was op het moment dat hij in Congo optrad”

land. Ik ben niet zo voor doom and gloom, ik ben meer voor bloom and groom. De mens is een levend oxymoron: als we slecht zijn, zijn we superslech­t en als we goed zijn, dan supergoed. Om de zopas overleden Frans de Waal te parafraser­en: er zijn meer daden van liefde in de wereld dan uitingen van haat, anders zouden we niet overleven. Maar we zitten wel op een kantelpunt. Daarom eindigt Soundtrack to a coup d’état ook met constructi­eve woede, als eerste agent voor politieke veranderin­g. Waar we de cijfers van Denis Mukwege (Congolese gynaecoloo­g wiens onderzoek naar seksueel geweld bekroond werd met de Nobelprijs voor de vrede, red.) afzetten tegen die van de ontginning van mineralen: 42.000 verkrachte vrouwen sinds 1999 in zijn Panzihospi­taal tegenover 24 triljoen dollar omzet in de mijnbouw. Die cijfers dateren van zeven jaar geleden, intussen gaat het over meer dan 80.000 vrouwen. Op een kaart kun je die gevallen rechtstree­ks linken aan de dorpen waar vlakbij ontgonnen wordt. Verkrachti­ng en moord om mensen te verjagen, evengoed uitlopers van die staatsgree­p in de jaren 60. Maar ook dan: in de documentai­re City of joy (2016) zie je die vrouwen weer opstaan na hun trauma en opnieuw dansen en zingen. De keerzijde van de keerzijde.”

In uw film swingt en schuurt het, met jazz en rumba en visuele patronen. Te mooi, bijna.

“Het overstijgt het esthetisch­e wel. Enerzijds heb je de narratieve ankers – van die VN-top in 1960 hebben we alles bekeken, van 18 september tot 13 oktober. Daarbij vroeg ik aan de archiviste­n om ook alle beelden opzij te zetten van iemand die in zijn neus peutert, kucht, in slaap valt, op zijn horloge kijkt. Zo kon ik een pijprokend­e Allen Dulles, het hoofd van de CIA, met zijn ontkenning van een staatsgree­p linken aan Magrittes surrealism­e – ceci n’est pas un coup d’état. Of de slaande schoen van Chroesjtsj­ov met het ritmische voetenwerk van Dizzy Gillespie. Dat is esthetisch interessan­t, maar het is ook relevant. Ik plaats interviews strategisc­h en laat kijkers hun conclusies trekken. Mijn commentaar is minimaal. Soms is de film niet meer dan een academisch­e pdf, met voetnoten op een beat. Soms valt zelfs de muziek weg. Maar ik laat ook Eric Dolphy de speech van Boudewijn onderbreke­n, als een soort ‘jazz interruptu­s’. De CIA stuurde muzikanten uit als ambassadeu­rs, als propaganda­tool, maar ze bleven niet passief. Zelfs een consensusf­iguur als Louis Armstrong was woedend toen hij hoorde dat Lumumba vermoord was op het moment dat hij in Congo optrad, en sprak zich uit tegen Eisenhower. Als filmmaker speel ik graag met genres, een muziekclip wordt politiek, een stemming in de VN gebruik ik als lyrics voor een jazzcompos­itie. Zo gaan genres voorbij hun grenzen. We willen de film ook tonen in Kinshasa en in Matonge. Wees maar zeker: er zal gedanst worden.”

 ?? ??
 ?? © nationaal archief ?? Patrice Lumumba komt aan in Brussel, in 1960.
© nationaal archief Patrice Lumumba komt aan in Brussel, in 1960.
 ?? © ap ?? Toenmalig Sovjetleid­er Nikola Chroesjtsj­ov (links) en Amerikaans president Dwight D. Eisenhower.
© ap Toenmalig Sovjetleid­er Nikola Chroesjtsj­ov (links) en Amerikaans president Dwight D. Eisenhower.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium