De Standaard

Dieren schakelden over op de nachtshift in coronatijd­en

De coronamaat­regelen verstoorde­n het leven, van mensen én van dieren. Plantenete­rs werden stoutmoedi­ger, vleeseters hielden zich meer gedeisd. Dat leert een studie van beelden van duizenden wildcamera’s.

- Tom Ysebaert

Van vier jaar geleden dateren ze al, de maatregele­n tegen de verspreidi­ng van het coronaviru­s. Terwijl de mensen in hun kot moesten blijven, leken de dieren vrij spel te krijgen. Nadat de pauzeknop was ingedrukt, doken er verhalen op uit de hele wereld. Een poema slenterde door de straten van de Chileense hoofdstad Santiago. Herten hadden een Japans pretpark voor zich alleen. Een ever in hartje Barcelona, dolfijnen in de haven van Triëst (Italië), jakhalzen in Tel Aviv … Het lijstje was lang.

Het beeld van dieren die plots onbekommer­d rondbanjer­den, is maar een deel van het plaatje. Dat blijkt uit wetenschap­pelijk onderzoek van het gedrag van 163 soorten zoogdieren dat in de coronaperi­ode met behulp van 5.400 wildcamera’s werd vastgelegd. Het onderzoek bevat beelden uit 21 landen, voornameli­jk in NoordAmeri­ka en Europa, ook uit België. De studie verscheen in het wetenschap­pelijke tijdschrif­t Nature Ecology & Evolution.

Aan de hand van die beelden – goed voor meer dan 300.000 draaidagen – werd een vergelijki­ng gemaakt tussen 2020, het jaar van de lockdown, en de voorgaande jaren. Die beelden toonden op sommige plekken een afname van de menselijke activiteit met een factor honderd. Op andere plaatsen werd dan weer tien keer zoveel humane drukte gecapteerd. Denk aan de rush op parken en natuurgebi­eden omdat horeca, bioscopen en fitnesszal­en dicht waren.

Divers beeld

De camera-oogst schetst een divers beeld. In de natuur in meer verstedeli­jkte gebieden waar de menselijke buitenacti­viteit toenam, bleken ook veel dieren hun bezigheden op te drijven. Met een kwart, zowaar. Zij het dat ze die activiteit in grote mate naar de nachtelijk­e uren verplaatst­en. Ook dieren waarop gejaagd wordt, kozen in grotere mate voor de nachtshift.

In meer ongerept natuurgebi­ed had de plots aanzwellen­de menselijke aanwezighe­id het omgekeerde effect. Daar hielden de wilde dieren zich vooral gedeisd (een kleine afname met 6 procent activiteit). Een verschuivi­ng naar de nacht viel hier niet te registrere­n.

De auteurs van de studie stellen een aantal verklaring­en voor die tweedeling voor. Ze menen dat in de verstedeli­jkte omgeving de soorten die voor verstoring gevoeliger zijn, zoals de veelvraat, voordien al verdwenen waren.

De dieren die in de bewoonde wereld gedijen, zijn bovendien meer aan de mens gewend. Hun soortgenot­en in de ongerepte natuur zijn dat niet, en reageren dus anders op de plotse toestroom van mensen.

Mensen mijden

Over het algemeen zagen de wetenschap­pers bij 139 soorten een verhoogde activiteit, bij 36 een verminderd­e. De grootste toename in activiteit werd bij de grote plantenete­rs, genre herten, vastgestel­d. De vleeseters, zoals de wolf, tekenden voor de grootste afname. Een mogelijke oorzaak is volgens de wetenschap­pers dat vleeseters geneigd zijn mensen te mijden, en als er minder vleeseters in de buurt zijn, voelen de herbivoren zich iets geruster. Zij moeten ook vaker eten dan carnivoren, en dus bewegen om dat te vinden.

Het Vlaamse deel van de studie werd aangelever­d door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzo­ek (Inbo) en de Universite­it Has

Dieren die in de bewoonde wereld gedijen, zijn meer aan de mens gewend. Hun soortgenot­en in de ongerepte natuur zijn dat niet

selt. Zij baseerden zich op beelden van camera’s in het Meerdaalwo­ud en omgeving (Vlaams-Brabant) en het Nationaal Park Hoge Kempen (Limburg).

In het Meerdaalwo­ud nam het aantal wandelaars in de lockdown toe. Die drukte maakte de dieren (denk aan reeën en evers) actiever, maar dan veeleer ’s nachts. In de Hoge Kempen werden er net minder recreanten geregistre­erd en maakte dat het de dieren mogelijk over de hele dag in de weer te zijn.

Natuurgebi­eden afbakenen

Het aanzienlij­ke verschil dat de internatio­nale studie opmerkt tussen meer verstedeli­jkte en ongestoord­e gebieden, vinden we in Vlaanderen niet terug. “Ons landschap is erg versnipper­d en de overgangen ertussen zijn veel geleidelij­ker”, zegt Natalie Beenaerts van de UHasselt. “Uitgestrek­te natuurgebi­eden waar de mens ver te zoeken is, hebben we niet.”

De auteurs van de studie suggereren op basis van de bevindinge­n dat we voorzichti­ger moeten zijn met recreatie en toerisme in de ongerepte gebieden, waar de dieren kennelijk gevoeliger zijn voor menselijke interactie. “Ook in ons land zouden we in sommige natuurgebi­eden de recreatie kunnen afbakenen, zeker in gevoelige periodes zoals de broedtijd”, oordeelt Beenaerts.

“We kunnen hier en daar paden schrappen, bijvoorbee­ld. Of parkeergel­egenheid naar de rand verplaatse­n, wat in het Meerdaalwo­ud al gebeurd is”, voegt Jim Casaer van het Inbo daaraan toe. “We zouden het zo kunnen organisere­n dat alvast nachtelijk­e recreatie ingeperkt wordt, zodat het bos op een bepaald moment opnieuw echt van de dieren is.”

 ?? © Cole Burton/Ubc Wildco ?? Grote plantenete­rs, zoals herten, werden tijdens de coronaperi­ode actiever.
© Cole Burton/Ubc Wildco Grote plantenete­rs, zoals herten, werden tijdens de coronaperi­ode actiever.
 ?? © Cole Burton/Ubc Wildco ?? Een lynx werd door een camera betrapt in het Canadese Cathedral Provincial Park.
© Cole Burton/Ubc Wildco Een lynx werd door een camera betrapt in het Canadese Cathedral Provincial Park.
 ?? © Andres Pina/afp ?? Een poema slenterde tijdens de lockdown door de Chileense hoofdstad Santiago.
© Andres Pina/afp Een poema slenterde tijdens de lockdown door de Chileense hoofdstad Santiago.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium