Voor het eerst loopt er een mens rond met een varkensnier
In een grensverleggende operatie heeft een 62-jarige Amerikaan met succes een varkensnier ingeplant gekregen. Een week later is hij alweer op de been en heeft hij geen dialyse meer nodig.
Een van je eigen organen vervangen door die van een varken: niemand staat ervoor te springen. Maar wat als het je leven kan redden en verlengen?
Voor die keuze stond de 62-jarige Amerikaan Richard Slayman. In 2018 werd bij hem een (menselijke) nier ingeplant, maar na vijf jaar gaf het donororgaan de geest. Daardoor was de man opnieuw veroordeeld tot nierdialyse, waarbij zijn bloed drie keer per week gedurende drie uur gezuiverd werd. In principe kwam hij in aanmerking voor een nieuwe niertransplantatie, maar dat zou zeker nog vijf jaar duren. “Hij werd wanhopig”, zegt zijn dokter aan The New York Times.
Dus stemde de man in met een primeur: afgelopen zaterdag kreeg hij na een vier uur durende operatie een varkensnier. Strikt genomen is hij niet de eerste. Eerder voerden artsen zo’n ‘xenotransplantatie’, waarbij iemand een orgaan krijgt van een andere diersoort, al uit bij hersendode mensen.
Genetisch gemodificeerd
Meer dan honderd jaar geleden, in 1906, plantte de Franse arts Mathieu Jaboulay ook al een varkensnier in bij een 48-jarige vrouw. Hoewel de nier in eerste instantie urine produceerde, stelde Jaboulay na drie dagen vast dat het orgaan niet meer functioneerde. Later gaf hij een andere vrouw een geitennier, eveneens tevergeefs.
Maar deze keer lijkt de xenotransplantatie, uitgevoerd door chirurgen uit Boston, wel gelukt. De nier begon al snel na de operatie urine te produceren en filtert het afbraakproduct creatinine uit het bloed. Daardoor heeft de patiënt voorlopig geen nierdialyse meer
nodig. Volgens de artsen kan hij alweer door het ziekenhuis wandelen en zal hij snel naar huis mogen. “We weten niet hoeveel jaren deze nier kan overleven, maar we mikken op járen – meer dan twee jaar”, zegt Riella Kawai, de chirurg die de operatie leidde, in een persbericht. “Onze hoop is dat nierdialyse ooit overbodig wordt.”
Dat een mens kan overleven met het orgaan van een varken, is niet evident. Een suikermolecule aan de buitenkant van varkenscellen lokt een immuunreactie uit, waardoor het varkensorgaan aangevallen en afgestoten wordt.
Om te verhinderen dat dat bij Slayman zou gebeuren, voerden de artsen een “mini-Manhattan-project” uit, vertelden ze aan The Washington Post, in een verwijzing naar het baanbrekende onderzoek naar de atoombom. Ze brachten 69 wijzigingen aan in de genetische code van het embryo, waarbij sommige varkensgenen uitgeschakeld werden en menselijke genen toegevoegd werden.
Risico op virussen
Wetenschappers dromen er al lang van om op grote schaal organen te oogsten bij andere dieren, om het tekort aan menselijk orgaandonoren op te vangen. Daarvoor werd eerst in de richting van chimpansees en bavianen gekeken, omdat het onze naaste verwanten zijn.
“Onze hoop is dat nierdialyse dankzij transplantaties als deze ooit overbodig wordt” Riella Kawai Leidendchirurg
Maar de voorbije jaren rust de hoop steeds nadrukkelijker op varkens. Hun organen zijn ongeveer even groot als die van mensen en gelijkaardig in werking. Bovendien zijn varkens makkelijker te kweken en zou het risico kleiner zijn dat ze virussen overbrengen.
Twee jaar geleden werd voor het eerst een varkenshart getransplanteerd bij een terminale man. Met succes, maar de patiënt stierf twee maanden later alsnog. Ook de tweede patiënt met een varkenshart stierf amper zes weken later.
Eerder deze maand werd voor het eerst een genetisch gewijzigde varkenslever ingeplant bij een klinisch dode man, meldde Nature vrijdag. Na tien dagen stelden de Chinese artsen die de operatie uitvoerden geen afstotingsverschijnselen vast. De varkenslever bleek ook galvloeistof te produceren.
Het oogsten van organen bij varkens krijgt niet alleen bijval, maar ook kritiek. Niet alleen omwille van het dierenwelzijn, maar ook vanwege de risico’s. Varkens dragen virussen met zich mee die ook mensen kunnen infecteren. Hoewel getracht wordt om die uit te schakelen, lukt dat niet altijd.
Dat bleek ook bij de eerste harttransplantatie. Die patiënt kreeg van het varken niet alleen een hart, maar ook een cytomegalovirus, wat volgens artsen mogelijk bijdroeg aan zijn snelle overlijden. Artsen wijzen erop dat ook het verplegend personeel en naaste familieleden zo een risico lopen om besmet te raken.