De Standaard

“Ik zit als het ware in een vogelkijkh­ut”

- Maya Toebat

Hij dacht dat hij nooit aan het uitzicht op het betonnen station zou wennen, maar ondertusse­n kan illustrato­r Pieter Gaudesaboo­s het niet meer missen. ’s Ochtends ziet hij de pendelaars naar hun werk vertrekken. “Als ze ’s avonds terugkomen, is het tijd om ook mijn werkdag af te ronden.”

“Na lang zoeken kochten we vijftien jaar geleden de perfecte woning: een groot rijhuis met veel authentiek­e elementen. Het enige nadeel is dat het recht tegenover het station van Gentbrugge ligt. Na even twijfelen besloten we het huis goed te isoleren en te oriënteren op de tuin aan de achterkant. Alleen in de zomer wordt het licht soms afgeblokt en besef ik weer dat er elk uur treinen voorbijrij­den. Om de paar dagen komt er ook een zware goederentr­ein langs, die zijn komst aankondigt doordat het hele huis begint te trillen. Dan hou ik mijn hart vast.”

“Als prentenboe­kenmaker werk ik het grootste deel van het jaar alleen thuis. ’s Ochtends en ’s avonds breng en haal ik de kinderen van school en daartussen gebeurt het soms dat ik niemand spreek. Doordat mijn werkkamer ter hoogte van de sporen ligt, zie ik wel veel pendelaars. Om acht uur staat er grote groep, op weg naar hun werk. Daarna is het de hele dag rustig, op een verdwaalde reiziger na, en rond vijf uur ’s avonds keren de pendelaars terug. Doordat ik alleen werk, schept dat een verbondenh­eid, alsof ze mijn collega’s worden. Absurd eigenlijk, want zij kennen mij niet. Het is een beetje zoals een vogelkijkh­ut, vanwaaruit ik de mensen goed kan observeren, maar zij mij niet zien.”

Reizen met boeken

“Mijn werkkamer heeft drie ramen en met wat verbeeldin­g lijkt ze op een treincoupé. De afgelopen twee jaar heb ik gewerkt aan een non-fictieboek over futuristis­che fabrieken over de hele wereld. Net als de pendelaars die ’s ochtends vertrekken, voel ik me ook onderweg via mijn werk: nu eens zit ik twee weken in Marokkaans­e sferen, dan weer in Amerika of Japan. Een boek maken is een beetje zoals reizen. En ik heb het gevoel dat ik de voorbije jaren veel op reis ben geweest.”

“Ik dacht dat ik het spoorviadu­ct altijd lelijk zou vinden. Maar nu we misschien gaan verbouwen, merk ik dat ik het niet meer kan missen. Het leuke is ook dat ik zelf aan de andere kant sta wanneer ik drie maanden per jaar op pad ben om workshops en lezingen te geven. Dan wacht ik zelf tussen de figuranten van het toneelstuk dat ik normaal elke dag bekijk. Ik herken ook enkele mensen. Als je dagelijks dezelfde pendelaars ziet, vallen er wel wat figuren op.”

“Het uitzicht op het perron geeft net genoeg beweging, want de passage mag me niet afleiden. In de loop der jaren heb ik geleerd dat ik niet goed kan verdragen als er te veel om mij heen gebeurt. Als ik aan het werk ben, zit ik in een cocon. Ik draag soms zelfs een noisecance­lling koptelefoo­n terwijl ik hier alleen zit. Overdag loopt het decor van het station leeg en dan, ’s avonds verschijne­n plots weer de figuranten op het perron. Dat geeft ook een mooi signaal: als ik hen zie aankomen, weet ik dat het tijd is om mijn werkdag af te ronden.”

Van een wuivend bos tot een bruisend stadsgezic­ht of een drukke steenweg: iedere zaterdag ziet u wat bekende mensen zien wanneer ze uit hun huis naar buiten kijken.

 ?? ??
 ?? © Alexander Meeus ??
© Alexander Meeus

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium